Topics
Accommodatie
Zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament wordt op een heel menselijke manier over God gesproken (God in mensentaal: antropomorfismen). Zo lezen we dat God handen heeft (1 Kon. 18:46; Hebr. 10:12), ogen (Ps. 33:18; Deut. 6:25), een neus (Ex. 15:8), een mond (Deut. 8:3; Klaagl. 3:38; Mat. 4:4) met lippen en een tong (Jes. 30:27), oren (2 Sam. 22:7; 1 Petr. 3:12) en dus een gezicht (Ex. 33:20), maar bijvoorbeeld ook een hart (Hos. 11:8). Daarnaast worden allerlei typisch menselijke handelingen aan God toegeschreven, zoals lachen (Ps. 2:4), genieten van een aangename geur (Lev. 26:31), uitrusten (Gen. 2:3) en zelfs fluiten (Jes. 7:18). Ook kent God net als mensen gevoelens van bijvoorbeeld gekwetstheid (Gen. 6:6), uitbundige vreugde (Sef. 3:17), jaloezie/passie (Ex. 20:5; Ezech. 8:5), haat (Rom. 9:13), boosheid (Joh. 3:36; Op. 15:7) en spijt/berouw (1 Sam. 15:11, en Emoties).
Altruïsme en empathie
Altruïsme is de bereidheid om een handeling te verrichten die een ander ten goede komt, ook als die nadelig is voor degene die haar verricht. Het is afgeleid van het Latijnse woord alter, ‘ander’. Altruïsme is in zekere zin het tegenovergestelde van egoïsme, dat gericht is op eigen gewin en belang, ook als dat ten koste gaat van de ander. Het woord ‘altruïsme’ kan ook naar een theorie verwijzen. Psychologisch altruïsme is de theorie dat mensen handelingen kunnen verrichten waarvan ze oprecht geloven dat die niet in hun eigenbelang zijn. Ethisch altruïsme is de theorie dat mensen soms moeten doen wat in het belang van anderen en niet in hun eigen belang is. De term ‘altruïsme’ werd geïntroduceerd door de Franse filosoof Auguste Comte (1798-1857).
Antropisch principe
Het universum is precies zo afgestemd dat leven mogelijk is: dat van onszelf, van ander leven met bewustzijn, zoals orang-oetangs, maar ook van minder complexe dieren, planten en bacteriën. Dat leven in de kosmos überhaupt mogelijk is, is heel wat onwaarschijnlijker dan het op het eerste gezicht lijkt. Leven is namelijk alleen mogelijk als allerlei constanten in onze natuurwetten (bijvoorbeeld de fijnstructuurconstante, de gravitatieconstante, de lichtsnelheid en de constante van Planck) precies binnen een heel klein interval vallen. Dit wordt wel de finetuning van de kosmos genoemd. De kans daarop is astronomisch klein, eindeloos veel kleiner dan dat je met een dobbelsteen honderd keer achter elkaar een zes gooit.
Armoede, rijkdom en bezit
Anders dan we tegenwoordig gewend zijn, wordt in de Bijbel niet over armoede en rijkdom gesproken als het resultaat van een maatschappelijke of economische ordening. De rijkdom van sommigen en armoede van vele anderen zijn onontkoombare feiten, net als afstamming en geslacht dat zijn. ‘De HEER maakt arm en Hij maakt rijk’ (1 Sam. 2:7) en daar kan een mens niets aan veranderen. Een enkele keer wordt rijkdom beschreven als beloning (vgl. 1 Kon. 3:13) en armoede als straf (Spr. 28:19). De slavernij in Egypte wordt gezien als onderdrukking (Ex. 3:7), maar niet als economische uitbuiting die Israëlieten arm maakt en Egyptenaren rijk.
Astronomie en astrologie
De sterrenkunde is misschien wel de oudste wetenschap. In Bijbelse tijden, zonder moderne stadsverlichting, was op een heldere nacht de sterrenhemel altijd voor iedereen zichtbaar en duidelijk aanwezig. Naast de verwondering die de sterrenhemel toen zeker ook opriep (Jes. 40:26: ‘Kijk omhoog: wie heeft dit alles geschapen?’), had de blik naar de hemel ook een heel praktische betekenis.
Beargumenteren dat God bestaat: kan dat?
‘Dwazen denken: Er is geen God,’ zeggen Psalm 14 en 53 in hun openingszin. Vandaag de dag zien veel mensen dit precies andersom: je bent een beetje vreemd als je ‘nog’ wel in God gelooft. Want heeft de wetenschap niet allang bewezen dat God niet bestaat? Nee, dat heeft ze niet. Omgekeerd kan het bestaan van God (net als veel andere belangrijke zaken) niet bewezen worden. Maar opvallend genoeg zijn er wel goede argumenten om in God te geloven. Aan het begin van de vorige eeuw dachten velen dat de achttiende-eeuwse filosofen David Hume en Immanuel Kant, en in hun eigen tijd Bertrand Russell, definitief hadden afgerekend met alle argumenten voor het bestaan van God. Dit beeld is ondertussen achterhaald. Vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw zijn de klassieke argumenten voor het bestaan van God verbeterd, is de kritiek van Hume, Kant en Russell weerlegd, en zijn er nieuwe argumenten voor het bestaan van God bij gekomen. Amerikaanse en Britse filosofen zoals Alvin Plantinga en Richard Swinburne, en in het Nederlandse taalgebied bijvoorbeeld Emanuel Rutten, hebben hieraan bijgedragen.
Bezetenheid
In de eerste drie evangeliën lezen we veel verhalen over Jezus die bezetenen geneest. In het Griekse woord dat in dit verband gebruikt wordt, zit het ons bekende woord ‘demon’. Mensen zijn door een demon of boze geest bezeten en Jezus wordt gevraagd die uit te drijven. Waaraan denken de evangelisten bij bezetenheid? In Marcus 9:25 gaat het om een doofstomme. In Matteüs 12:22 is die handicap gecombineerd met blindheid. De verschijnselen die in Marcus 9:18 beschreven worden, doen denken aan epilepsie. En in Lucas 13:11 lezen we over een vrouw ‘die al achttien jaar bezeten was door een geest die haar ziek maakte. Ze was helemaal krom en kon met geen mogelijkheid rechtop staan’. Het gaat hier om kwalen die wij tegenwoordig lichamelijke aandoeningen zouden noemen, somatisch dan wel psychosomatisch.
Chronologie van het Nieuwe Testament
Hoe verhouden de gebeurtenissen uit het Nieuwe Testament zich tot onze jaartelling? Die vraag is door de eeuwen heen regelmatig gesteld. Dat is niet zonder reden: al in het Nieuwe Testament zelf, met name in Lucas, wordt de link met de wereldgeschiedenis gelegd (bijvoorbeeld Luc. 3:1-2). Maar het antwoord op die vraag wordt lastig doordat chronologische verwijzingen in de oudheid minder nauwkeurig waren dan wij gewend zijn, er verschillende manieren van tijdrekening in omloop waren en tijdsmarkeringen soms als stijlmiddel gebruikt werden. Toch is het mogelijk, mede op grond van de Romeinse historicus Tacitus en de Joodse historicus Josephus, een grove schets van de chronologie van het Nieuwe Testament te maken, vooral rondom de levens van Jezus en Paulus.
Chronologie van het Oude Testament
Als je de jaren telt of de geschiedenis indeelt, dan maakt het uit of je dat doet volgens ‘de gangbare jaartelling’ of met behulp van ‘voor en na Christus’. Je bekijkt de wereld vanuit een bepaald perspectief. Want wie de jaren aanduidt in relatie tot de geboorte van Christus, gebruikt die gebeurtenis als ijkpunt. Welke visie zit er dan achter de regeringsjaren en perioden die in het Oude Testament worden genoemd, en hoe verhouden die gegevens zich tot de tijdlijn van de moderne geschiedwetenschap?
De ban
De ban is voor hedendaagse lezers een begrip uit een totaal andere wereld en is alleen te begrijpen binnen de culturele en theologische context van de Bijbel. De klassieke vertaling met ‘ban’ is wat ongelukkig, want dit suggereert een verband met excommunicatie uit een religieuze gemeenschap en daarvoor wordt het begrip in de Bijbel nooit gebruikt.
De Bijbel over het verband tussen ziekte en zonde
De hedendaagse, westerse wereld ziet bepaalde ziekten als een gevolg van verkeerd gedrag. Er moet dan wel een duidelijk aanwijsbaar medisch verband zijn tussen dat gedrag en de ziekte. Is dat verband er niet, dan wordt een zieke als slachtoffer gezien, niet als iemand die zijn ziekte door eigen kwaad verdiend heeft. Hoe is dat in de Bijbel? Is ziekte Gods straf op de zonde? Of is het beeld minder eenduidig?
De Bijbel over kennis en wetenschap
Introductie De verhouding tussen wetenschap en geloof roept vaak vragen op. In dit artikel wordt beschreven hoe kennis benaderd wordt in de Bijbel en vergelijkt dit met moderne wetenschappelijke opvattingen, zoals sciëntisme. We proberen inzicht te bieden in de unieke rol van persoonlijke betrokkenheid in de Bijbelse definitie van kennis, terwijl we kritisch kijken naar de beperkingen van het verabsoluteren van wetenschappelijke kennis.
De hemelvaart van Christus
De beschrijving van de hemelvaart van Jezus in Handelingen 1 gaat uit van een overzichtelijke werkelijkheid, met een hemelkoepel boven de aarde en een dodenrijk onder de aarde. De blauwe hemel die wij zien als we omhoogkijken, is dan de onderkant van de woonplaats van God: onbereikbaar ver weg voor ons, maar toch ons omvattend en omarmend.
De mens als beeld van God
Bij de schepping van de eerste mensen in Genesis 1 wordt gezegd dat zij geschapen zijn als evenbeeld van God. Voor die bijzondere eigenschap worden zelfs twee woorden gebruikt: beeld (tselem) en gelijkenis (demoet). De woorden liggen in elkaars verlengde: het eerste duidt op een zichtbaar en tastbaar beeld, een representatie (bijvoorbeeld van een god), het tweede heeft te maken met het feit dat bepaalde eigenschappen gedeeld worden. Maar waarin lijken we dan precies op God? In de Bijbel zelf komen we nergens een lijst met overeenkomsten tegen, dus dat maakt het lastig en zorgt ervoor dat de meningen over de betekenis van deze tekst nogal verschillen.
De toekomst van de kosmos
Het leven op aarde is fragiel en kan zomaar voorbij zijn. Tegenwoordig beseffen we dit des te meer door de ecologische crises, die in het ongunstigste geval de aarde onleefbaar zullen maken – net zoals de wapenwedloop dat kan gaan doen. Ook onze toegenomen kennis speelt hierbij een rol. We weten bijvoorbeeld dat ook kleine kometen en asteroïden al tal van soorten kunnen doen uitsterven wanneer ze met de aarde in botsing komen. En ook als dat niet gebeurt, zal de zon er ooit mee ophouden, want net als alle sterren heeft de zon maar een beperkte levensduur. Er is berekend dat zij nog zo’n vijf miljard jaar te gaan heeft. Tegen die tijd zal ze nog één keer uitdijen en daarbij naar verwachting in elk geval Mercurius en Venus opslokken. Als de aarde dan al niet mee verzwolgen is, wordt alle leven er in elk geval weggebrand door de verschroeiende hitte. Uiteindelijk zal de zon definitief ineenstorten.
Dinosauriërs en andere gedrochten in de Bijbel
Introductie De Bijbel bevat intrigerende beschrijvingen van machtige wezens zoals Behemot en Leviatan, die vaak tot discussie leiden. Zijn het dinosauriërs, mythische monsters of symbolen voor chaos en macht? Deze mythische wezens staan vaak tegenover God en uit die interacties blijkt Zijn macht. In dit artikel onderzoeken we de teksten waarin deze machten voorkomen en relateren ze aan onze tijd.
Discriminatie
Discriminatie is volgens de Van Dale het ‘ongeoorloofd onderscheid dat gemaakt wordt op grond van bepaalde, met name aangeboren kenmerken zoals ras, geslacht, leeftijd, seksuele geaardheid’. Op basis van dit onderscheid worden bepaalde groepen achtergesteld en andere groepen bevoordeeld. In de huidige maatschappij wordt geprobeerd om discriminatie te bestrijden, vanuit het ideaal dat mensen gelijke kansen moeten krijgen. Tegelijk verschillen de meningen over wat discriminatie is en wat niet. Als we met onze hedendaagse visie op discriminatie naar het tijdperk kijken waarin de Bijbel is geschreven, zullen we waarschijnlijk veel gebruiken die toen normaal waren als discriminatie bestempelen. Hier focussen we op discriminatie op basis van etniciteit, maar het zou ook kunnen gaan over geslacht (bijvoorbeeld discriminatie van vrouwen aan de hand van 1 Kor. 14:34), seksuele geaardheid of gezondheid en lichamelijke gebreken (bijv. Lev. 21:16-21).
Een Bijbelse uitleg van het scheppingsverhaal
In dit artikel worden verschillende interpretaties van het scheppingsverhaal in Genesis besproken. Er zijn zowel letterlijke, als symbolische beschouwingen gegeven door de geschiedenis heen. De zeven scheppingsdagen kunnen deels woordelijk geïnterpreteerd worden, maar er zijn ook aspecten die duiden op een meer literaire en theologische betekenis.
Emoties
Wij denken vaak dat ons gevoelsleven niet cultureel bepaald is, maar aangeboren. Maar zo eenvoudig ligt het niet. Dat blijkt uit de taal. Een bepaalde emotie kan in de ene samenleving heel bekend zijn, terwijl er in een andere samenleving geen woord voor bestaat. Als een taal geen woorden heeft voor bepaalde gevoelens of emoties, is dat een signaal dat ze in de betreffende cultuur geen rol van betekenis spelen om de werkelijkheid te duiden.
Erfzonde
De klassieke christelijke erfzondeleer zegt: als gevolg van de eerste zonde van de eerste mens, Adam, worden alle mensen geboren met een verdorven natuur. Daardoor zondigen alle mensen onvermijdelijk. Voor die eerste zonde van Adam zijn alle mensen verantwoordelijk: op de een of andere manier waren zij met Adam verbonden toen hij zondigde. Daarom is Adams zonde hun zonde, en zijn zij zelf verantwoordelijk voor het feit dat hun natuur verdorven is en zij onvermijdelijk zondigen.
Etniciteit
Met ‘etniciteit’ bedoelen we meestal een sociale (zelf)identificatie van mensen op grond van afkomst, gedeelde moraal en wetgeving, soms ook gedeelde taal en uiterlijke kenmerken. De term etniciteit is voor meerdere uitleg vatbaar. Maar vooral in een conflictsituatie wordt de term vaak heel precies beschreven en gebruikt. Een bevolkingsgroep gebruikt de term bijvoorbeeld om helder te maken wie er níét bij hoort, of zet hem in om de afstotelijke eigenschappen van een andere bevolkingsgroep te beschrijven. In de debatten die tegenwoordig worden gevoerd rond migratie en racisme, oorsprong en afstamming of conflicten over grondgebied zijn mensen al snel geneigd om hun eigen standpunten aan de Bijbel op te leggen. Net als ‘volk’ is het begrip ‘etniciteit’ (dat nog dichter aanhangt tegen ‘ras’) vuurgevaarlijk gebleken in de propaganda van kolonialisme en nationalisme.
God en de wereld
God en de wereld zijn twee totaal verschillende grootheden, zo zou je kunnen denken. Toch ligt dat Bijbels gesproken iets genuanceerder. God is volgens de Bijbel de schepper van de wereld. ‘God is in de hemel en jij bent op aarde.’ Dat is direct al een Bijbelcitaat uit Prediker 5:1. Zo zijn er nog meer Bijbelverzen te noemen die suggereren dat er tussen God en de wereld vooral verschil is. In Jesaja 40:25 staat: ‘Met wie wil je Mij vergelijken, aan wie ben Ik gelijk te stellen?’ Je kunt ook denken aan het tweede gebod uit de tien geboden, waarin duidelijk wordt gezegd dat we God niet mogen afbeelden alsof God onderdeel van de schepping zou zijn. Of aan het Nieuwe Testament, Johannes 4:24: ‘God is Geest, dus wie Hem aanbidt, moet dat doen vervuld van Geest en waarheid.’ Maar wie denkt dat daarmee de kous af is, vergist zich. Er zijn namelijk ook Bijbelverzen die wijzen op een nauwere band tussen schepper en schepsel. Een bekend vers is Handelingen 17:28, waar Paulus op de Areopagus in gesprek is met de Griekse filosofen: ‘Want in Hem leven wij, bewegen wij en zijn wij.’ Soms wordt een veel nauwere band tussen God en de wereld gekoppeld aan de bemiddeling van Christus, door wie alles geschapen is. Kolossenzen 1:17 zegt in dat verband: ‘Hij bestaat vóór alles en alles bestaat in Hem.’ Soms is een goddelijke status niet zozeer een scheppingsgegeven als wel de bestemming van de gelovigen, zoals in 2 Petrus 1:4: ‘(…) opdat u deel zou krijgen aan de goddelijke natuur.’ Zomaar een reeks Bijbelgedeelten die verschillend licht werpen op de verhouding tussen God en de wereld.
God in mensentaal: antropomorfismen
Een oude man met een witte baard. Sommigen zien God echt zo, anderen zien dit als karikatuur van God. Maar als het dit niet is, hoe dan wel? Hoe kan een mens anders spreken over iets onbekends dan in bekende termen? In veel godsdiensten is voor een god niets menselijks vreemd. De volken waartussen de Israëlieten leefden, beeldden hun goden vaak af als mensen, zo laten opgegraven beeltenissen zien. In Egypte krijgen dierlijke hoofden een menselijk lichaam, de Soemerische vruchtbaarheidsgodin Inanna werd afgebeeld als vrouw met een zwangere buik, de Kanaänieten vereerden Baäl en zijn zus Anat, die werden verbeeld als menselijke figuren (Baäl soms getooid met een stierenkop). De Griekse en Romeinse godenwereld vormen een heuse samenleving, met soap-achtige verhalen die de menselijke samenleving weerspiegelen.
Goed en kwaad
‘Goed’ (tov) wordt in de Bijbel vaak tegenover kwaad (ra‘) gesteld (Gen. 3:5; Jer. 24:2; Mat. 5:45). De betekenis van beide woorden is breed: tov betekent plezierig en aangenaam, en vandaar ook esthetisch of moreel goed, en ra‘ betekent slecht, onaangenaam, schadelijk, en vandaar ook moreel verkeerd. Hoewel de schepping goed is (Gen. 1), staat in de hof van Eden een boom van kennis van goed en kwaad (Gen. 2:9). Vanaf het moment dat de mens daarvan gegeten heeft, maakt het kwaad een zodanige opmars dat God spijt krijgt dat Hij de mens heeft geschapen en Hij de zondvloed zendt (Gen. 6). Een belangrijke rol speelt hierbij de verleider die de mens tot het kwade overhaalt (de slang in Gen. 3) en met elke zonde verder richting het kwade trekt (Gen. 4:7). Maar die opmars heeft ook te maken met de ‘besmettelijkheid’ van het kwaad in het Oude Testament: in sommige gevallen wordt door het kwaad dat één persoon bedrijft, heel de gemeenschap schuldig (Lev. 4:3) of wordt het hele land hierdoor verontreinigd (Lev. 18:24-29). Dan kan ook een collectieve straf worden gegeven (Gen. 18; Joz. 7; Collectieve verantwoordelijkheid).
Het handelen van God
De Bijbel staat vol verhalen, getuigenissen en liederen over wat God gedaan heeft en doet. Tal van specifieke gebeurtenissen worden toegeschreven aan Gods ingrijpen. Uit het Oude Testament blijkt dat Israëls geloof grotendeels gebaseerd is op de herinnering aan en verwachting van Gods daden in de geschiedenis. In het Nieuwe Testament monden die daden volgens christenen uit in Gods ingreep bij uitstek: de geboorte, dood en opstanding van Jezus Christus. Ook in de uitstorting van de Geest en alles wat daarna gebeurt, is God voortdurend handelend aanwezig. Zo’n handelende God was voor het filosofisch denken (van Aristoteles via Spinoza tot Kant en verder) vaak aanstootgevend: alsof God een soort uitvergrote mens is! De God van de filosofen is eerder onpersoonlijk, of in elk geval niet betrokken op het aards gewemel. Joden en christenen hebben altijd vastgehouden aan de Bijbelse voorstelling van een handelende God. Maar kan dat eigenlijk nog wel in een tijd waarin ons denken in hoge mate gevormd wordt door de wetenschap?
Het jubeljaar
Veel Bijbelteksten roepen op om mensen in nood te helpen om in hun basisbehoeften te voorzien. Maar er zijn ook voorschriften die vrijheid en welzijn op langere termijn als doel hebben, om te voorkomen dat mensen in die positie terechtkomen. Een sprekend voorbeeld daarvan is het jubeljaar dat beschreven wordt in Leviticus 25. Het jubeljaar brak aan na een periode van zeven keer zeven jaren. De naam is waarschijnlijk gebaseerd op het Hebreeuwse woord voor ‘ram’ (joveel), omdat het jubeljaar volgens Leviticus 25:9 met het schallen van een ramshoorn werd ingeluid. Het was het jaar van de vrijheid: ‘Elk vijftigste jaar zal voor jullie een heilig jaar zijn, waarin kwijtschelding wordt afgekondigd voor alle inwoners van het land’ (Lev. 25:10). Bij die vrijheid hoorde dat iedereen in dit jaar zijn erfgoed terugkreeg zoals dat bij de bezetting van Kanaän door het lot was toegewezen (Joz. 13:6) maar dat door wat voor oorzaak ook uit de familie was geraakt.
Het spreken van God
God sprak tegen Abram. Wat betekent dit? Hoe sprak God dan? Hoorde Abram een stem met zijn oren toen hij geroepen werd? Of moeten we dit figuurlijk opvatten? Hoe dit spreken plaatsvond krijgt in de betreffende Bijbelteksten geen aandacht (Gen. 12:1; 17:1-14). Er staat simpelweg dát God sprak. Alle voorstellingen van hoe dit spreken in zijn werk ging zijn dus speculatie.
Hiërarchie
Hiërarchie betekent in het algemene taalgebruik ‘rangorde’ en dat speelt in elke maatschappij en in ieder wereldbeeld een rol. Het woord komt van het Griekse hierarches, dat zoiets als ‘leider van de heilige riten’ betekent; het is een samenstelling uit hiereus (‘priester’) en arche (‘eerste plaats’, ‘oorsprong’). Deze achtergrond is voor de Bijbel van belang omdat het erop wijst dat rangordes vaak gebaseerd zijn op opvattingen over hoe God de wereld geordend heeft. Soms wordt er daarom van een ‘scheppingsordening’ gesproken.
Hoe praat de Bijbel over het huwelijk?
De romantische huwelijken die we tegenwoordig kennen, zullen er in de tijd van de Bijbel waarschijnlijk anders hebben uitgezien. In dit artikel worden de verschillende vormen van huwelijken in de Bijbel onderzocht en vergelijken we het Oude en Nieuwe Testament rondom thema's als monogamie, liefde, sociale cohesie en heiliging.
Klimaatverandering
Volgens klimaatwetenschappers staat de wereld voor een enorme crisis. Ze voorspellen dat het gemiddeld wel 3 tot 5 graden warmer kan zijn aan het eind van deze eeuw. Die opwarming gaat onder meer gepaard met een stijgende zeespiegel, oceaanverzuring en grotere kansen op verwoestende stormen, hittegolven en overstromingen. De gevolgen voor het leven op aarde zijn niet te overzien. En we ondervinden ze nu al. Mensen slaan op de vlucht omdat ze geen voedsel en water meer hebben, talloze insecten en andere dieren sterven uit.
Leven
‘Leven’ is een breed begrip. Het staat in eerste instantie simpelweg voor de tijd tussen geboorte en overlijden. Maar leven kan ook een ruimere betekenis hebben, bijvoorbeeld als we spreken over ‘het goede leven’, waarmee mensen de kwaliteit van het bestaan aanduiden.
Nieuwe schepping
We leven in een tijd waarin robots en computers ons leven steeds makkelijker maken. En we hopen dat dit in de toekomst alleen nog maar meer het geval zal zijn. Dat biedt kansen om grenzen te verleggen. Nieuwe ontwikkelingen tussen mens en technologie kunnen dan in mogelijkheden voorzien om pijn en sterfte te verminderen. Het eeuwig leven lijkt daarmee binnen bereik te liggen (Transhumanisme).
Oerknal
In de negentiende eeuw leken we min of meer te begrijpen hoe de wereld in elkaar zit. Mechanica en thermodynamica beschreven de beweging van objecten en machines. De zwaartekrachtwet van Isaac Newton verklaarde de baan van de planeten en de bewegingen in het zonnestelsel. Ruimte en tijd waren absoluut en statisch. Het universum leek eeuwig en de loop der dingen voorbestemd, gedetermineerd. Dit beeld veranderde drastisch aan het begin van de twintigste eeuw. De kwantumfysica toonde aan dat niet alles met absolute nauwkeurigheid kan worden gemeten en voorspeld. De algemene relativiteitstheorie van Albert Einstein stelde dat ruimte en tijd niet absoluut, maar relatief zijn. De tijd kan voor verschillende waarnemers sneller of langzamer verlopen en de ruimte kan gekromd of samengeperst zijn, afhankelijk van de snelheid van een waarnemer of de aanwezigheid van massa.
Ontmythologisering
Het zogenaamde ontmythologiseringsprogramma is een poging om de kloof tussen de wereld van de Bijbel en het moderne denken te overbruggen. De term voert terug op de visie van de Duitse theoloog Rudolf Bultmann (1884-1976). De wereld waarin de Bijbel is ontstaan, werd volgens Bultmann gekenmerkt door een voorwetenschappelijk ‘mythisch denken’, dat wil zeggen: een manier van denken en ervaren die de wereld verklaart aan de hand van bovennatuurlijke machten (God, de goden, engelen en demonen, magie) en die geen weet heeft van natuurlijke, door (natuur)wetenschappelijk onderzoek vastgestelde verklaringen. Dit wereldbeeld is volgens hem niet een-op-een over te zetten naar ons moderne wereldbeeld.
Oog om oog
Het juridische principe ‘oog om oog, tand om tand’ komt enkele malen voor in de Bijbel, eenmaal abstract geformuleerd als ‘Wanneer iemand letsel toebrengt aan een ander, moet hem hetzelfde letsel worden toegebracht’, met de uitleg ‘een breuk voor een breuk, een oog voor een oog, een tand voor een tand’ (Lev. 24:19-20). Dit principe van wederkerigheid werd net zo geformuleerd in wetboeken van de Soemeriërs en Babyloniërs (2000-1600 voor Christus). De Romeinen noemden het principe talio, afgeleid van talis, ‘evenredig’, en beschouwden het ius talionis (‘recht van evenredigheid’) als een gepasseerd stadium in hun strafrecht. Zo dacht het latere jodendom er ook over.
Orgaandonatie
Onder orgaandonatie wordt verstaan het afstaan van een of meerdere organen aan – veelal onbekende – mensen die een orgaan nodig hebben om in leven te kunnen blijven (bijvoorbeeld hart, longen) of om een leven te kunnen leiden waarvan de kwaliteit sterk verbeterd is (bijvoorbeeld een nier om niet meer afhankelijk te zijn van dialyse). Het is opvallend dat er vaak gesproken wordt over orgaandonatie en veel minder over orgaanreceptie (een orgaan ontvangen). Ethische vragen doen zich vooral voor rond de kwestie of een orgaan mag worden afgestaan, na overlijden of bij het leven (dit laatste geldt alleen voor een nier en een stukje van de lever).
Profetie en toekomst
Wie met vragen zit over de toekomst of twijfels heeft over wat er nu speelt, kan per direct contact opnemen met professionele mediums, paragnosten, helderzienden, kaartleggers en astrologen. ‘Onze mediums helpen je ontdekken wat er op je pad komt en waarom dingen gebeuren,’ zo valt online te lezen. Het grote aanbod doet vermoeden dat er veel vraag is naar uitleg van het heden en voorspellen van de toekomst.
Pseudepigrafie: schrijven onder een andere naam
Volgens veel Bijbelwetenschappers zijn nogal wat Bijbelboeken niet geschreven door de auteur op wiens naam ze staan, maar door iemand anders. Het kwam vanaf de oudheid tot in de middeleeuwen inderdaad regelmatig voor dat auteurs schreven op naam van een gezaghebbend persoon uit het verre of nabije verleden. We noemen dit pseudepigrafie, naar de Griekse woorden pseudos (‘onecht’) en epigrafe (‘opschrift’). Pseudepigrafie is eigenlijk omgekeerd plagiaat: je zet niet tekst van een ander op je eigen naam, maar tekst van jezelf zet je op naam van een ander. In onze individualistische tijd worden beide sterk afgekeurd. Ook in het geval van pseudepigrafie ‘lieg’ je, want jij bent degene die de tekst schreef en niet een ander. Maar in de oudheid werd dit minder problematisch gevonden. Leerlingen van een bepaalde filosoof, profeet of apostel hadden vaak zoveel respect voor hun leermeester dat ze alleen onder diens naam wilden schrijven. Ze drukten ermee uit dat ze niets anders naar voren wilden brengen dan de opvattingen van hun geliefde leermeester. Maar ze claimden zo voor hun geschrift natuurlijk meteen ook diens gezag. Tegelijk schreven ze in hun eigen stijl. Ook aan de inhoud merk je soms dat die toch wel afwijkt, of een latere tijd weerspiegelt. Tekstgeleerden kunnen dit tegenwoordig door zorgvuldige tekstvergelijking goed op het spoor komen. Overigens was pseudepigrafie ook destijds niet geheel onomstreden. In de eerste eeuwen van de jaartelling was men er vaak dubbel over. Zo zijn er auteurs bekend die tegenstanders veroordeelden vanwege hun pseudepigrafie, maar zich er ter wille van de goede zaak zelf ook weleens van bedienden!
Slavernij in Bijbels perspectief
In dit artikel wordt de relatie tussen de Bijbel en slavernij beschreven, vanaf het verhaal van de Israëlieten in Egypte tot aan de vroege christelijke kerk. Hoe kunnen deze principes bijdragen aan een kritische houding tegenover verschillende vormen van onderdrukking door de geschiedenis heen?
Spreken met gezag
Bijbelschrijvers kunnen soms sterk sturend uit de hoek komen. Neem bijvoorbeeld 1 Korintiërs 11:17, waar Paulus het Griekse woord parangello (‘aanwijzingen geven’ of ‘gebieden’) gebruikt richting de Korintiërs. Eerder in de brief gebruikt hij dezelfde term wanneer hij naar een gebod van Jezus verwijst (7:10) om er vervolgens zijn eigen voorschriften rustig naast te plaatsen (7:12). Wat verder in datzelfde hoofdstuk komen we ook nog een ‘mening’ van Paulus tegen (7:25, 40). Maar ook dan is het vrij duidelijk dat het zijn mening is, gebaseerd op zijn bijzondere roeping als apostel (vergelijk de terminologie in 7:25 met 1 Tim. 1:13,16).
Toeval
‘Toeval’ is geen concept dat vaak voorkomt in de Bijbel (wel in onder andere Pred. 9:11; Ruth 2:3; 1 Kon. 22:34; Luc. 10:31), maar wel een term die we geregeld gebruiken in het dagelijks leven en ook in de wetenschap. Het Bijbelse beeld van de wereld is, ruwweg, dat God die geschapen heeft en van dag tot dag draagt (onderhoudt, in het bestaan houdt). In zo’n wereldbeeld lijkt toeval niet te kunnen bestaan. Want als God iets doet, dan kan dat niet aan toeval worden toegeschreven. En omgekeerd, als een gebeurtenis toevallig is, dan heeft God daar toch per definitie niets mee te maken? Of is dat te snel geredeneerd?
Transhumanisme
Onder transhumanisme verstaan we het streven om door middel van (bio)technologische ingrepen de natuurlijke beperkingen van het menselijk bestaan te overstijgen (ofwel ‘transcenderen’). Lange tijd ging het hierbij om een nogal speculatieve filosofie, maar de laatste decennia zijn de vooruitzichten hierop realistischer geworden door de opkomst van onder meer genetische manipulatie, robotisering, nanotechnologie en kunstmatige intelligentie. Transhumanisten dromen niet alleen van substantieel hogere gemiddelde leeftijden, maar ook van het eindeloos kunnen voortleven van onze persoonlijkheid. Dat zou volgens hen bijvoorbeeld mogelijk worden als de informatie die zich in onze hersenen bevindt (inclusief ons bewustzijn) daaruit geïsoleerd kan worden. Deze informatie zou dan bijvoorbeeld geüpload kunnen worden in de cloud en daar voor altijd voortbestaan. Het uiteindelijke doel is te komen tot een ‘posthumane’ bestaanswijze: geen Homo sapiens meer, maar een wezen dat doorgeëvolueerd is tot een nieuwe, posthumane soort die niet meer door ziekten, handicaps en natuurlijk verval bedreigd wordt. Sommige transhumanisten laten zich wanneer ze klinisch dood zijn al onder extreem lage temperaturen invriezen (‘cryoniseren’) in de hoop dat ze, wanneer de techniek eenmaal zover is, opgewekt kunnen worden tot eeuwig leven.
Wat zegt de Bijbel over de eindtijd en apocalyptiek?
Een van de grote vragen van de mensheid is de vraag over wat er hierna komt en of dat rechtvaardiger gaat zijn. In de Bijbel worden Gods plannen voor een nieuwe wereld besproken. Bijvoorbeeld in boeken als Daniël en Openbaring, daar gaat het over verlossing, het einde van onrecht en hoop. In de volgende paragrafen kijken we naar deze, en meer, teksten in een zoektocht naar apocalyptiek in de Bijbel.
Wat zegt de Bijbel over de morele status van een embryo?
Introductie De morele waarde van het menselijk embryo is cruciaal in de bio-ethiek. Daar wordt over getwist wanneer het bijvoorbeeld gaat over IVF of embryo-onderzoek. In dit artikel wordt gekeken naar wat de Bijbel hierover zegt en hoe we dat kunnen betrekken bij deze ethische kwestie.
Wat zegt de Bijbel over het paradijs?
In Openbaring 2:7 klinkt de belofte: ‘Wie overwint zal Ik laten eten van de levensboom die in Gods paradijs staat.’ Wie aan het toekomstige paradijs denkt, kijkt graag terug naar de hof van Eden. De Septuaginta noemt deze hof ‘paradijs’, een term die in de oudheid een afgebakende tuin aanduidt.
Wat zegt de Bijbel over rentmeesterschap?
Het idee dat wij als mensen rentmeesters zijn over de aarde zit diep verankerd in christelijk denken. We zouden Gods schepping moeten beheren zoals een rentmeester het landgoed van zijn heer beheert. Maar klopt dit beeld wel? En is het nog passend in een tijd waarin we onze relatie met de natuur heroverwegen?
Wat zegt de Bijbel over vrouwen in het ambt?
Al meer dan honderd jaar voeren christenen in Nederland discussies over man, vrouw en ambt. In die tijd hebben verschillende kerken vrouwen toegelaten tot de kerkelijke ambten, maar er zijn ook kerken waarin zij geen ambt mogen bekleden. De gesprekken daarover kun je op verschillende manieren benaderen, waarbij voor- en tegenstanders zich beiden op de Bijbel beroepen.
Zelfbeeld
Hoe kijk je naar jezelf? Wie ben je echt? En hoe zou je graag willen zijn? In de westerse cultuur van de eenentwintigste eeuw ligt grote nadruk op ons zelf en zelfbeeld. Vaak wordt dan gesteld dat je jezelf en authentiek moet zijn, dat je talenten moet ontplooien en ambities moet nastreven. Je bent pas iemand als je presteert en als je geslaagd bent. In de westerse psychologie wordt dan ook nadruk gelegd op autonomie en zelfrealisatie, op een positief zelfbeeld, gebaseerd op je sterke kanten en mooie karaktereigenschappen. Tegelijk is er een tegenbeweging te zien, vooral in de zogeheten positieve psychologie: er ligt ook kracht in kwetsbaarheid, je mag compassie hebben voor je eigen lijden en tekort.
Zondvloed
Het verhaal over de zondvloed en de ark van Noach spreekt tot de verbeelding, zeker in tijden van ecologische crisis. Maar in de moderne geologische indeling van de geschiedenis is een wereldwijde vloed niet terug te vinden. Hoe kan dat en wat heeft het verhaal dan te zeggen?
