God in mensentaal: antropomorfismen
Een oude man met een witte baard. Sommigen zien God echt zo, anderen zien dit als karikatuur van God. Maar als het dit niet is, hoe dan wel? Hoe kan een mens anders spreken over iets onbekends dan in bekende termen? In veel godsdiensten is voor een god niets menselijks vreemd. De volken waartussen de Israëlieten leefden, beeldden hun goden vaak af als mensen, zo laten opgegraven beeltenissen zien. In Egypte krijgen dierlijke hoofden een menselijk lichaam, de Soemerische vruchtbaarheidsgodin Inanna werd afgebeeld als vrouw met een zwangere buik, de Kanaänieten vereerden Baäl en zijn zus Anat, die werden verbeeld als menselijke figuren (Baäl soms getooid met een stierenkop). De Griekse en Romeinse godenwereld vormen een heuse samenleving, met soap-achtige verhalen die de menselijke samenleving weerspiegelen.
Geen enkele afbeelding?
In Israël is dit anders. Allereerst vanwege het monotheïstische karakter van de godsdienst. Ten tweede omdat er sprake is van een beeldverbod: geen beeldjes, geen afbeeldingen, geen standbeelden. Er is alleen een onuitspreekbare naam die naar God verwijst. Beide aspecten staan verwoord in Exodus 20:4-5: ‘Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hierboven is of van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde. Kniel er niet voor neer en vereer ze niet, want Ik, de HEER, uw God, duld geen ontrouw.’
Gerelateerde Bijbelgedeelten
Jesaja 49.16Haal het meeste uit debijbel.nl
Word BIJBEL+ gebruiker en ontvang een Bijbel naar keuze en direct toegang tot: Als BIJBEL+ gebruiker steun je het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap om wereldwijd mensen te bereiken met de Bijbel.