Tollenaars

In Nederland zorgt de Belastingdienst ervoor dat de burgemeester en de minister-president genoeg geld krijgen om nieuwe wegen en scholen te bouwen. In de tijd van de Bijbel gebruikte de regering tollenaars om geld te krijgen. Iedereen die bijvoorbeeld een brug wilde oversteken of schapen wilde verkopen op de markt, moest geld betalen aan een tollenaar.

Een tollenaar mocht zelf weten hoeveel geld hij vroeg. Hij gaf het grootste deel van het geld dan weer door aan de regering. De rest hield hij voor zichzelf. Tollenaars waren door hun beroep rijker dan de meeste mensen. Het volk had daarom een hekel aan tollenaars.