De reis van Abram
In dit verhaal zegt God tegen Abram dat hij uit Charan moet vertrekken en naar het land Kanaän moet gaan. Van Charan naar Kanaän is een lange reis: zo’n 700 kilometer. Dat is ongeveer net zo ver als van Amsterdam naar Berlijn. En dat is een heel eind, helemaal als je bedenkt dat Abram waarschijnlijk dat hele stuk moest lopen.
Tijdens zijn reis trekt Abram door het hele land dat God aan hem beloofd heeft. Zo laat God aan Abram het gebied zien dat ooit het bezit van zijn nakomelingen zal zijn. De nakomelingen van Abram en Sarai zijn hun kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen en zo verder. Het volk dat zo ontstaat, wordt later het volk van Israël genoemd.
Haal het meeste uit je account
Word Bijbel+ gebruiker en ontvang een Bijbel naar keuze en direct toegang tot: Als Bijbel+ gebruiker steun je het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap om wereldwijd mensen te bereiken met de Bijbel.
