Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Inleiding Joël (NBV)

Het boek Joël is het tweede boek van het Twaalfprofetenboek.

Titel van het boek

Het boek Joël is genoemd naar de profeet die in het opschrift vermeld wordt (Joël 1:1). Over hem is weinig bekend. Meestal wordt aangenomen dat Joël profeteerde in Juda en Jeruzalem.

Inhoud

In Joël wordt aan de hand van een enorme sprinkhanenplaag geschetst hoe vreselijk de dag van de HEER zal zijn. Maar als het volk oprecht berouw toont, zal God het toch te hulp komen.

Sommige wetenschappers menen dat het boek geen eenheid is, maar uit meerdere delen bestaat die later tot één geheel gemaakt zijn. Toch kan Joël goed als een eenheid worden gelezen.

Thema

Het centrale thema van Joël is de dag van de HEER. Die dag brengt oordeel en verwoesting, maar ook verlossing en overvloed voor wie tot inkeer komt. Het boek wil de hoorders oproepen tot boete en inkeer.

Kenmerken

Het boek Joël bevat verschillende profetische tekstsoorten, zoals de oproep tot weeklagen en boetedoen, en de belofte van zegen en herstel. De profeet en God zijn wisselend aan het woord.

De toon is indringend en emotioneel. De stijl van het boek is poëtisch, met parallellismen, beelden en klankpatronen. Op scharnierpunten van de tekst zijn stukken proza te vinden.

Parallellen met andere bijbelboeken

Joël staat in de Bijbel na Hosea en voor Amos. Dat is niet toevallig. Het boek Hosea maakt concrete verwijten en eindigt met een oproep tot bekering (Hosea 14:2-4). Joël sluit hierop aan door aandacht te besteden aan de ramp die Juda treft. En Joël (Joël 4:16) eindigt waar Amos begint (Amos 1:2): met een uitspraak over Gods machtsvertoon vanaf de Sion. Joël en Amos sluiten allebei af met de belofte van overvloed (Joël 4:18 en Amos 9:13).

Waarschijnlijk zijn deze verbindingslijnen aangebracht door latere redacteuren van de drie boeken. Zij gebruikten Joël om de boodschap van Hosea en Amos aan Israël actueel te maken voor Juda. De Sion als heilige plaats staat daarbij centraal.

Datering

De datering van het boek Joël is lastig. Dat komt onder andere omdat het niet duidelijk is of het boek een eenheid is, of dat het uit meerdere delen bestaat die later tot een geheel gemaakt zijn.

Na de ballingschap

Sommige wetenschappers denken dat Joël optrad vóór de verovering van Jeruzalem (586 voor Christus). Maar het is waarschijnlijker dat hij na de Babylonische ballingschap leefde. Het boek noemt bijvoorbeeld wel priesters en oudsten, maar geen koning of ministers - die waren er kennelijk niet meer. En ook noemt de profeet (in Joël 4:4-8) onder de vele volken wel het verre Griekenland, maar niet Assyrië en Babylonië. Die laatste volken spelen dan ook geen rol meer na de zesde eeuw voor Christus. En ten slotte staan er geloofsvoorstellingen in het boek die pas na de ballingschap ontstonden. Een voorbeeld daarvan is de bron die in de tempel ontspringt (Joël 4:18).

Opbouw

In Joël zijn twee delen te onderscheiden: Joël 1:2-2:17 en Joël 2:18-4:21.

Joël 1:2-2:17

Het eerste deel van het boek beschrijft de verwoesting van het land en de dreigende nadering van de dag van de HEER.

In Joël 2:1-10 werkt de profeet langzaam naar een climax toe. Het vijandelijke leger, dat lijkt op een zwerm sprinkhanen, komt steeds dichterbij. Maar het blijft onduidelijk wie het zijn. Pas in Joël 2:11 wordt onthuld dat dit schrikwekkende leger wordt aangevoerd door niemand minder dan God zelf. Dat is een schok voor degenen die denken dat God aan hun kant staat. Het eerste deel sluit af met een oproep tot bekering.

Het tweede deel geeft de belofte van herstel van het land en uitstorting van Gods geest, als het volk naar God terugkeert.
Dit deel sluit af met een nieuwe beschrijving van de dag van de HEER. Dan zullen de vijandige volken vernietigd worden en zal Gods volk in ere worden hersteld.

Gerelateerde Bijbelgedeelten

Joël 1
Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons