Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
27 april 2018Anne-Mareike Schol-Wetter

Een lied voor de koning

‘Koningslied’ – sinds de gemengde reacties op het lied dat Willem-Alexander bij zijn inhuldiging cadeau kreeg, kleeft er een zekere smet aan dat woord. Maar waarom eigenlijk? Het is een goede Bijbelse gewoonte om een vorst toe te zingen. Bij zijn inhuldiging, maar ook op andere hoogtijdagen.

Meestal zitten er meerdere kanten aan zo’n koningslied (of koningspsalm): het moet de koning bemoedigen, maar hem ook herinneren aan zijn verantwoordelijkheid tegenover het volk. En, ook niet onbelangrijk, het moet hem opnieuw bewust maken van zijn afhankelijk van God, de hemelse Koning van wie hij zijn ambt heeft gekregen.

Een schitterend voorbeeld, waarin alle drie aspecten samenkomen, is Psalm 72. Het lied begint met een verzoek aan God. Uit dat verzoek blijkt meteen dat de koning namens een goddelijke opdrachtgever handelt:

1Van Salomo.

Geef, o God, uw wetten aan de koning,

uw gerechtigheid aan de koningszoon.

Psalmen 72:1NBV21Open in de Bijbel

Die wetten vormen de basis van de rechtvaardige samenleving waarvan de dichter droomt: een samenleving waarin de koning voorleeft hoe je als volk van God met elkaar omgaat (vers 4):

4Moge hij recht doen aan de zwakken,

redding bieden aan de armen,

maar de onderdrukker neerslaan.

Psalmen 72:4NBV21Open in de Bijbel

De bemoedigende woorden volgen aan het einde van de psalm (vers 15):

15Leve de koning! Men zal hem goud van Seba schenken,

zonder ophouden voor hem bidden,

hem zegen toewensen, dag aan dag.

Psalmen 72:15NBV21Open in de Bijbel

In bijna elke regel van de psalm bespeur je iets van de overtuiging dat de aardse koning een afspiegeling zou moeten zijn van de hemelse. Soms lijkt het zelfs alsof de koning goddelijke trekjes heeft: de dichter wenst hem toe dat hij mag leven ‘zolang de zon bestaat’, dat hij mag heersen ‘tot de einden der aarde’ en dat ‘alle volken hem dienstbaar zijn’ (Psalm 72:5, 8, 11).

Helaas maakt de geschiedenis één ding steeds weer pijnlijk duidelijk: de meeste koningen van Israël en Juda voldeden niet aan de verwachting dat zij namens God gerechtigheid en vrede zouden brengen (Psalm 72:1-4). In 586 voor Christus maakten de Babyloniërs een ruw einde aan het koningshuis van David, volgens de Bijbelse auteurs omdat de koningen zich bijster weinig van Gods wetten aantrokken (bijvoorbeeld 2 Koningen 24:9, 20). In latere psalmen lees je daarom steeds minder over een aardse koning en steeds meer over de hemelse (bijvoorbeeld Psalm 93-99). Uiteindelijk, zo was de overtuiging van de psalmdichters, zou die hemelse Koning zijn macht over heel de wereld laten zien en het recht en de vrede brengen die de mensen tevergeefs van de aardse koningen hadden verwacht.

Een mooie droom, maar zo’n tweeënhalf millennium later is hij nog steeds niet uitgekomen. Moeten we concluderen dat wereldwijde vrede en recht gewoon niet haalbaar zijn?

Nee. Wie even doorbladert naar het Nieuwe Testament, ziet dat die droom volgens Jezus een haalbare werkelijkheid is en blijft. Zijn leerlingen moeten ervoor bidden, iedere keer opnieuw:

10laat uw koninkrijk komen,

laat uw wil gedaan worden

op aarde zoals in de hemel.

Matteüs 6:10NBV21Open in de Bijbel

En misschien gaat de opdracht nog wel verder dan ‘bid daarom als volgt’ (Matteüs 6:9). Jezus begint zijn gebed immers met de woorden ‘Onze Vader in de hemel’. Wie Jezus navolgt, mag de hemelse Koning ‘Vader’ noemen, en zichzelf dus een koningszoon of -dochter. Een voorrecht, maar ook een opdracht, als je beseft wat een koning volgens de Bijbel mag zijn: een afspiegeling van de hemelse Koning op aarde.

De dichter van Psalm 72 hoopt op een koning die is ‘als regen die valt op kale akkers, als buien die de aarde doordrenken’ (vers 6). Waar hij komt, gaat het land weer bloeien, wordt gebrek verlicht en ontstaan nieuwe kansen. Van één koning, zelfs al heet hij Willem-Alexander, is dat veel gevraagd, te veel misschien. Maar een wereldwijde gemeenschap van koningszonen en –dochters die het ‘Onze Vader’ in praktijk brengt kan wel degelijk zo’n weldadig effect hebben. Voor we het weten is het dan elke dag Koningsdag. Doet u mee?

Anne-Mareike Schol-Wetter is oudtestamenticus. Als hoofd Bijbelgebruik is zij onder andere betrokken bij deBijbel.nl, het kinderblad Alef en de ontwikkeling van nieuwe uitgaven.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.25.3
Volg ons