Een nieuwe vertaling van de Psalmen?
Maandag 21 september woonde Jaap van Dorp de promotie van dr. Gino Kalkman aan de VU in Amsterdam bij. Het Nederlands Dagblad deed verslag van deze promotie onder de krantenkop ‘Nieuwe vertaling van psalmboek nodig’ (21 september). Is het onderzoek van Kalkman inderdaad reden om te beginnen aan een nieuwe vertaling? Van Dorp reageert.
Kalkman heeft een aantal jaar als promovendus van de hoogleraren Eep Talstra en Wido van Peursen het gebruik van Hebreeuwse werkwoordsvormen in Bijbels-Hebreeuwse poëzie geanalyseerd. Voor zijn onderzoek schreef hij computerprogramma’s waarmee hij de data in het Bijbelboek Psalmen onderzocht. Met ondersteuning van de Bijbeldatabase van de VU en het Eep Talstra Centre for Bible en Computer benaderde Kalkman een hardnekkig probleem in de Bijbelwetenschap op een nieuwe manier.
De inzet van Kalkmans onderzoek
De inzet van zijn onderzoek was het opsporen van de functie van bepaalde werkwoordsvormen in een teksteenheid. Dat onderzoek heeft gevolgen voor de relatie tussen werkwoordsvormen in de Hebreeuwse Bijbel en het logische begrip tijd (verleden, heden en toekomst).
Het gaat om de vraag: wanneer moet je bij de vertaling van een werkwoordsvorm de tegenwoordige, de toekomende of de verleden tijd gebruiken? De antwoorden daarop zijn bij het vertalen van Bijbels-Hebreeuwse poëzie moeilijk te geven. Dat leidt ertoe dat hetzelfde Bijbelvers vaak verschillend wordt vertaald als het om de werkwoordstijden gaat. Ook in Nederlandse Bijbelvertalingen.
Tijden in Jona 2
Vergelijk maar eens verschillende versies van de psalm van Jona in Jona 2
Maar in de Bijbel in Gewone Taal van 2014 begint de psalm van Jona met de verleden tijd. ‘Dat is correct,’ zegt een andere exegeet, ‘want deze psalm vertoont alle literaire kenmerken van een danklied waarin men terugblikt op een noodsituatie in het verleden. Daarom moet hier de verleden tijd gebruikt worden.’
Meer systematiek dan gedacht
‘Welke versie van Jona 2 is nu correct?’ zal de Bijbellezer vragen. Dat probleem heeft dr. Kalkman in zijn proefschrift nog niet getackeld. Maar zijn aanpak maakt wel duidelijk dat er veel meer systematiek zit in het gebruik van de Hebreeuwse werkwoordsvormen dan Bijbelwetenschappers voorheen dachten.
Krantenkop voorbarig
Nieuwe ideeën van Bijbelwetenschappers zijn altijd welkom, omdat ze nieuw inzicht kunnen geven in moeilijke Bijbelpassages. Ze bieden zo ook de nodige hulp bij het vertalen van de Bijbel. Maar de krantenkop ‘Nieuwe vertaling van psalmboek nodig’ kun je zeker wel voorbarig noemen. Voor Bijbelvertalers is het raadzaam om eerst te kijken hoe een nieuwe theorie in de Bijbelwetenschap ontvangen wordt. Het is gebruikelijk om nieuwe inzichten pas over te nemen en in een vertaling te verwerken, wanneer ze door een brede kring van Bijbelwetenschappers worden gedeeld. We zijn daarom benieuwd hoe er in de oudtestamentische wetenschap op de resultaten van het onderzoek van dr. Kalkman wordt gereageerd.