Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Een tekstkritisch probleem: Efeziërs 3:9

NBVHSV
7 Van dat ​evangelie​ ben ik een dienaar geworden door de gave van Gods ​genade, die ik ontvangen heb door zijn kracht die in mij werkt. 8 Mij, de allerminste van alle ​heiligen, is de ​genade​ geschonken om de heidenen de ondoorgrondelijke rijkdom van ​Christus​ te verkondigen,9 en voor allen in het licht te stellen hoe het mysterie dat in alle eeuwen verborgen was in God, de schepper van het al, werkelijkheid wordt7 waarvan ik een dienaar geworden ben, krachtens de gave van de ​genade​ van God, die mij gegeven is, naar de werking van Zijn kracht.
8 Mij, de allerminste van alle ​heiligen, is deze ​genade​ gegeven, om onder de heidenen door het ​Evangelie​ de onnaspeurlijke rijkdom van ​Christus​ te verkondigen,
9 en allen te verlichten, opdat zij mogen begrijpen wat de gemeenschap aan het geheimenis inhoudt, dat door de eeuwen heen verborgen is geweest in God, Die alle dingen geschapen heeft door ​Jezus​ ​Christus,
hand-swipe-horizontalSwipe om alle gegevens te zien











Wat is er aan de hand?

In de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) zien we dat in Efeziërs 3:9 alleen God als schepper van alles wordt aangeduid. In sommige andere vertalingen, zoals de Statenvertaling (SV) en de Herziene Statenvertaling (HSV), staat dat God door Jezus Christus alles heeft geschapen. Hoe zit dat?

Maak een gratis account aan

Met een gratis account krijg je direct toegang tot:

  • 4 extra Bijbelvertalingen
  • Audiobijbels
  • Aantekeningen en markeringen
  • Bijbelteksten kopiëren/vergelijken

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.21.9
Volg ons