Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Vergeving in de Bijbel

Vergeving in het Oude Testament

Vergeving heeft in het Oude Testament vooral betrekking op de relatie tussen God en de mens. De mens is afhankelijk van zijn schepper, maar is van hem gescheiden door zonde. Daarom heeft de mens Gods vergeving nodig, zodat er verzoening mogelijk is.

Noodzaak van vergeving

Het Oude Testament beschrijft de God van Israël als een heilige God. Hij tolereert geen overtreding van zijn geboden. Tegenover deze heilige God wordt de mens geconfronteerd met zijn eigen zondigheid. Door in te gaan tegen Gods wil verliest de mens de band met zijn schepper. Hij leeft onder Gods toorn, waardoor hij bang is voor Gods oordeel (zie bijvoorbeeld Psalm 38:4; Daniël 9:16). Vergeving betekent dat de barrière tussen God en de mens wordt weggenomen. De mens kan weer in relatie treden met God, en weer vrede in zijn leven ervaren.

Vergeving dankzij Gods genade

Dat God mensen vergeeft wordt in het Oude Testament toegeschreven aan zijn genade (zie Jesaja 60:10). In smeekbeden om vergeving wordt vaak een beroep gedaan op die goddelijke genade, bijvoorbeeld door Mozes in zijn gebed om vergeving voor het volk in Exodus 34:6-9.

Middelen waardoor vergeving mogelijk is

Vergeving is in het Oude Testament mogelijk door of dankzij :

  • Het verbond tussen God en Israël: God heeft zijn liefde aan Israël laten zien door hen als zijn volk uit te kiezen. Hij schenkt vergeving uit trouw aan dat verbond en uit liefde voor zijn volk.
  • De offerdienst: Wie zich schuldig had gemaakt aan de overtreding van een morele of een cultische regel en als gevolg daarvan onrein was, moest een reinigingsoffer brengen (Exodus 29:14). Door dit ritueel werd de zonde vergeven en de onreinheid weggehaald. Een ander offer bij overtredingen was het hersteloffer (Leviticus 5:16). Dit diende oorspronkelijk vooral als een soort boete die werd opgelegd als iemand een ander schade had berokkend.
  • Berouw: Met name in de profetische teksten wordt opgeroepen tot oprecht berouw en inkeer. Dit wordt door veel profeten belangrijker gevonden dan het brengen van de juiste offers voor een overtreding (zie bijvoorbeeld Hosea 6:6).

Vergeving wordt in het Nieuwe Testament direct in verband gebracht met Jezus Christus: Dankzij het offer van Christus worden gelovigen gered van hun zonden. Uit Gods vergeving vloeit voort dat gelovigen ook elkaar moeten vergeven.

Vergeving in het Nieuwe Testament

In de evangeliën geeft Jezus op een aantal punten een nieuwe inhoud aan het oudtestamentische begrip vergeving:

  • Jezus kende zichzelf het gezag toe om namens God de zonden van mensen te vergeven (onder andere Matteüs 9:1-8).
  • De profeten in het Oude Testament begrepen dat de gehoorzaamheid die God van mensen verlangt, buiten het menselijke bereik ligt. Daarom keken ze uit naar de dag waarop God zijn Geest aan de mensen zou geven. Dan zouden ze van binnenuit veranderd worden (Jeremia 31:33-34; Ezechiël 18:31). Jezus kondigt aan dat die tijd aangebroken is met zijn komst. Zijn wonderen zijn hiervan een teken (Marcus 3:27). Maar ook zijn vergeving van zonden is een teken van het aanbreken van Gods koninkrijk.
  • Jezus legt, in vergelijking met het Oude Testament, meer nadruk op het vergeven van de naaste. Een gelovige moet zijn naasten vergeven net zoals God hem vergeeft (Lucas 6:37; Matteüs 18:21-22).

Vergeving in de vroege kerk

Vergeving werd in de vroege kerk in het licht gezien van Jezus Christus en zijn verzoenende dood aan het kruis:

  • Mensen ontvangen vergeving als ze gaan geloven in Jezus Christus (zie Handelingen 2:38).
  • Zoals er eerder een offer gebracht werd om vergeving te ontvangen, zo is er volgens de auteurs nu vergeving dankzij het offer van Christus (Hebreeën 9:14).
  • Wat vergeving mogelijk maakt, is nog steeds Gods genade. Maar voor christenen gaat het daarbij om Gods genade die hij getoond heeft door zijn redding van de mensen dankzij de dood van Jezus Christus.

Vergeving volgens Paulus

Paulus meent dat zonde vergeven wordt als je gelooft dat God Jezus uit de dood heeft opgewekt. Door dit geloof worden gelovigen ‘gerechtvaardigd’. Met rechtvaardiging bedoelt Paulus dat God hen niet meer als zondaars ziet, maar als rechtvaardige mensen. Gelovigen worden volgens Paulus dus gerechtvaardigd dankzij de verzoenende dood van Jezus Christus (zie Romeinen 3:24-25).

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.24.4
Volg ons