Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Liefde in de Bijbel

Liefde is in de Bijbel het meest fundamentele aspect van relaties tussen mensen. Het omvat toewijding, trouw, seksualiteit, vriendschap, verantwoordelijkheid voor elkaar, en het kennen van de ander. Niet alleen liefde tussen mensen onderling, maar ook de liefde tussen God en de mens is een van de belangrijkste thema’s in het Oude en in het Nieuwe Testament.

  • Gods liefde voor mensen komt in het Oude Testament vooral tot uiting in zijn verbond met Israël.

  • In het Nieuwe Testament laat God zijn liefde voor de mensen in de eerste plaats zien in het offer van zijn Zoon.

In het Oude Testament komt Gods liefde voor zijn volk tot uiting in zijn verbond met Israël. Omdat God van de mensen houdt, moeten zij ook van hem houden. Maar ook aan het liefhebben van de medemens wordt veel belang gehecht.

Liefde in het Oude Testament

De belangrijkste twee woorden in het Oude Testament voor ‘liefde’ zijn:

  • ahava: dit kan zowel goddelijke als menselijke liefde uitdrukken.
  • chesed: standvastige, trouwe liefde. Dit is de liefde die kenmerkend is voor het verbond tussen God en zijn volk. Behalve met ‘liefde’ kan chesed ook vertaald worden met ‘trouw,’ ‘vriendelijkheid’ of ‘gunstige gezindheid’.

Liefde tussen mensen

Liefde tussen mensen komt in het Oude Testament voor in verschillende vormen:

  • Seksuele liefde: Volgens Genesis 1:27 zijn mensen zijn geschapen als man en vrouw. Seksualiteit is dus vanaf het begin een deel van het mens zijn.
  • Romantische liefde: levenslange intimiteit tussen mensen in toewijding en trouw (zie Prediker 9:9; Hooglied 8:6-7).
  • Familieliefde: Onderlinge banden binnen families en stammen waren erg sterk in het oude Israël. Liefde en trouw waren dan ook een belangrijk onderdeel van relaties tussen familieleden. Dat wordt bijvoorbeeld geïllustreerd door de band tussen Noömi en haar schoondochter (Ruth 4:15) en tussen Abraham en zijn zoon Isaak (Genesis 22:2).
  • Vriendschap en naastenliefde: Veel teksten benadrukken het belang van liefde voor de medemens. Als ‘liefde’ worden onder andere aangeduid: het liefhebben van je naaste als jezelf (Leviticus 19:18), respect voor anderen (1 Koningen 5:15), vriendschap (Spreuken 17:9) en het liefhebben van vreemdelingen (Leviticus 19:34).

Gods liefde

De liefde van God manifesteert zich in het Oude Testament vooral door de manier waarop God ingrijpt in de geschiedenis van het volk Israël:

In het boek Hosea wordt Gods liefde voor Israël vergeleken met de liefde van een man voor zijn vrouw (Hosea 3:1).

Liefde van mensen voor God

In het boek Deuteronomium krijgt het volk Israël verschillende keren de opdracht om God lief te hebben (onder andere in Deuteronomium 6:5). De basis daarvoor is Gods verbond met Israël: Omdat God van zijn volk houdt, zijn volk trouw is en genade bewijst, wordt het volk op zijn beurt aangemoedigd om van God houden (zie Psalm 31:24).
Liefde voor God impliceert in het Oude Testament: leven zoals God het wil (Deuteronomium 10:12) en zich houden aan zijn geboden (Deuteronomium 5:10).

Liefde in het Nieuwe Testament

In het Nieuwe Testament laat God zijn liefde voor de mensen in de eerste plaats zien in het offer van zijn Zoon. Uit het geloof in Christus vloeit voort dat mensen ook elkaar moeten liefhebben.

Het belangrijkste woord voor ‘liefde’ in het Nieuwe Testament is agapè. Dat staat voor onbaatzuchtige liefde, waarin het passionele, seksuele aspect ontbreekt.

Liefde in de synoptische evangeliën

In Marcus 12:30-31 noemt Jezus als de twee belangrijkste geboden het liefhebben van God en het liefhebben van de naaste. Jezus maakt het tweede gebod zelfs nog zwaarder door te benadrukken dat iemand ook zijn vijanden moet liefhebben (Matteüs 5:43-47).

Liefde in het evangelie volgens Johannes

Vaker dan in de synoptische evangeliën komen we het onderwerp liefde tegen in het evangelie volgens Johannes. Eén van de beroemdste bijbelverzen over de liefde is Johannes 3:16. Jezus zegt daar tegen zijn leerlingen:

‘Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.’

Als antwoord op de liefde van God moeten mensen ook elkaar liefhebben: ‘Zoals ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben. Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn’ (Johannes 13:34-35).
Ook de liefde tussen de Vader en de Zoon wordt belicht in het Johannes-evangelie (onder andere in Johannes 14:31).

Liefde volgens Paulus

Liefde vormt een centraal onderdeel in de leer van Paulus. God heeft zijn liefde aan de mensen geopenbaard doordat Christus voor onze zonden gestorven is (Romeinen 5:8). Dankzij dit offer kunnen gelovigen ontkomen aan Gods straf. Paulus spoort gelovigen aan om ook elkaar lief te hebben (Romeinen 13:8). Hij noemt liefde een vrucht van de heilige Geest (Galaten 5:22).
De waardigheid en grootsheid van de liefde komen op een indrukwekkende manier tot uiting in het loflied op de liefde in 1 Korintiërs 13. Hierin wordt liefde zelfs verheven boven geloof en hoop.

Liefde in de brieven van Johannes

In de drie brieven van Johannes komt de liefde verhoudingsgewijs het meest aan bod. Liefde vormt daarin het uitgangspunt van het geloof: God is liefde. Hij heeft zijn liefde aan de mensen laten zien door zijn enige Zoon naar de wereld te sturen. Door zijn Zoon worden onze zonden vergeven. Omdat God zo veel van ons houdt, moeten ook wij als gelovigen van elkaar houden (onder andere 1 Johannes 4:8-11).

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.24.4
Volg ons