Handelingen 1:1-12 – Preekinspiratie


Klik hier om dit gedeelte te lezen in de NBV21
Waar gaat het om in dit gedeelte?
Bekijk de video
met ds. Wilbert Dekker, predikant in Kampen (PKN)
Lees hier de tekst van de video
Handelingen 1:1-2 – Wilbert Dekker – Het begin van Handelingen
Ik ga iets vertellen over Handelingen 1 vers 1 en 2, de verzen waarmee het tweede boek van Lucas opent.
Ik realiseer me dat waarschijnlijk niemand een aparte preek gaat houden over precies deze twee verzen. Als we gaan preken over het begin van Handelingen, pakken we meestal meteen de verzen 1 tot en met 11, op of rond Hemelvaart.
Dat is helemaal niet erg, en eigenlijk precies de bedoeling van Lucas. Want aan het begin van het Lucasevangelie opent Lucas met een aparte proloog, en begint dan pas met zijn verhaal. Maar in Handelingen is de opening van het Bijbelboek helemaal verweven met het verhaal dat hij in dit tweede boek verder vertelt. De zinnen van vers 1 en 2 vloeien zo over in vers 3 en verder. De twee eerste verzen van Handelingen zijn dus nauwelijks apart van de rest van het verhaal te lezen.
Maar nu we dan toch die eerste twee verzen los bekijken, kan ik misschien gewoon een paar algemene dingen zeggen als inleiding tot het héle boek Handelingen.
We hebben het over de Bijbelschrijver Lucas. Wat opvalt, is dat hij zichzelf niet identificeert in de tekst. Paulus begint zijn brieven vaak met de inleiding: ‘Van Paulus, apostel van de Heer, Jezus Christus.’ Maar nóch in het Lucas-evangelie, nóch in Handelingen noemt Lucas zijn eigen naam.
Toch is de traditie om deze Bijbelboeken aan Lucas toe te schrijven al heel oud, en er is eigenlijk geen goede reden om deze traditie los te laten.
Lucas is al met al een belangrijke schrijver binnen het Nieuwe Testament. Zijn evangelie en Handelingen vormen samen ongeveer een kwart van de tekst van het Nieuwe Testament.
Als je Lucas vergelijkt met de andere schrijvers van het Nieuwe Testament, dan valt op dat hij opvallend goed Grieks schrijft en vooral ook dat hij de Griekse klassieke teksten goed kent. Daar grijpt hij voortdurend op terug. Daaruit kun je afleiden dat Lucas een gedegen opleiding heeft gehad. Wij zouden zeggen: hij is hoger opgeleid.
Dat geldt ook voor Theofilus, aan wie Lucas het boek opdraagt, want Lucas spreekt hem heel formeel aan als ‘hooggeachte Theofilus’, in Lucas 1.
Dat Lucas zijn boek aan Theofilus opdraagt, wil trouwens niet zeggen dat Lucas ervan uitging dat Theofilus de énige lezer zou zijn. Lucas schrijft voor een breder publiek. Maar hij draagt het boek in eerste instantie aan Theofilus op. Het is heel waarschijnlijk dat Theofilus aan Lucas heeft gevraagd om deze twee boeken te schrijven, en dat hij ook de middelen beschikbaar heeft gesteld aan Lucas om deze boeken te kunnen schrijven.
Als ik dan kijk naar wat Lucas eigenlijk doet in het boek Handelingen, dan zie ik dat hij vooral bezig is om drie denkwerelden, drie leefwerelden met elkaar te verbinden. De Joodse, de Griekse en de Romeinse leefwereld. Hij laat zien dat de nieuwe leer van de christenen zich frank en vrij kan bewegen in al deze drie contexten. Sterker nog, dat de nieuwe leer van christenen aangaande Jezus in staat is om de verschillen te overbruggen in een nieuwe dynamische beweging.
Menselijkerwijs gezien zijn de apostelen de dragers van deze nieuwe beweging. Van God uit gezien is dat de Heilige Geest, terwijl de opstanding van Jezus het bewijs is dat niets deze nieuwe beweging kan tegenhouden.
Daarom is de opening van Handelingen 1, daarom zijn die eerste twee verzen ook zo pregnant: eigenlijk alles zit erin vervat. In vers twee zegt Lucas: ‘tot aan de dag waarop Hij in de hemel werd opgenomen, nadat Hij de apostelen die Hij door de heilige Geest had uitgekozen, had gezegd wat hun opdracht was.’
De apostelen zijn belangrijk, omdat zij getuigen zijn. ‘Getuigen’ is een kernwoord in Handelingen. Het heeft drie lagen. In de eerste plaats betekent het dat de apostelen ‘ooggetuigen’ zijn. Zij hebben alles wat Jezus heeft gedaan en geleerd (zoals Lucas zegt in vers 1), met eigen ogen gezien en met eigen oren gehoord.
In de tweede plaats betekent dit ook dat de apostelen getuigen worden in de rechtszaal. Grote delen van Handelingen gaan over rechtszaken. De apostelen zijn hierin betrouwbare getuigen, juist omdat zij ooggetuige zijn. Daarom is de verschijning van de opgestane Heer Jezus aan Saulus ook zo belangrijk in Handelingen: vanaf dat moment is ook Saulus ooggetuige.
En in de derde plaats kunnen de apostelen van ooggetuigen, van getuigen in de rechtszaal, ook martelaren worden, en zo door hun dood getuigen van de standvastigheid van hun geloof. Daarom zijn de apostelen in hun rol als getuigen zo belangrijk in Lucas.
Je kunt deze eerste verzen van Handelingen dan ook goed verbinden met het laatste vers, Handelingen 28 vers 31, waar de nadruk wordt gelegd op de vrijmoedigheid waarmee Paulus van Jezus getuigt, en dat hem niets in de weg wordt gelegd: niets kan de verkondiging van het evangelie stoppen. Want ook na de dood van Jezus ging het tóch verder, omdat God Jezus uit de dood heeft opgewekt.
Deze vaste overtuiging die Lucas in dit slotvers onder woorden brengt, zit al vanaf het begin in het boek Handelingen, en geeft het wat Lucas ons in Handelingen vertellen wil een ongekende dynamiek.
Ter inspiratie: Geduldig getuigen
In Handelingen 1:1-12 lezen we over Jezus’ laatste woorden op aarde voordat Hij opgenomen wordt naar de hemel. De leerlingen hopen dat de opgestane Jezus nu spoedig het koningschap over Israël zal herstellen. Die wens van de leerlingen is een begrijpelijk verlangen naar bevrijding en verandering. Jezus bekritiseert die vraag niet, maar laat wel zien dat de prioriteit nu eerst elders ligt: van Hem getuigen over de hele wereld. Zijn koninkrijk is niet als een aards koninkrijk, dat opkomt, dan blinkt en tot slot weer verdwijnt. Jezus’ koningschap is een eeuwig koningschap, van een hemelse orde. Op aarde begint dat met geduld en vertrouwen, omdat Gods timing voor ons niet bekend is.
Jezus laat zijn leerlingen achter met de belofte van de Geest, want hun rol zal fundamenteel veranderen. Waar ze eerst toeschouwers waren van Jezus’ bediening, worden ze nu opgeroepen om getuigen te zijn. Daarbij zullen ze het werk van Jezus voortzetten. Dat is een grote opgave. Daarom zullen ze ondersteund worden door de kracht van de Geest. Daaruit blijkt tevens dat Jezus zijn leerlingen niet alleen achterlaat, maar in de Geest bij hen blijft.
Kort, haast alsof het niet belangrijk is, beschrijft Lucas Jezus’ hemelvaart: een wolk—teken van Gods aanwezigheid en luister—neemt Hem weg, zodat ze Hem niet meer zien. De engelen geven duiding: de apostelen hoeven niet te blijven kijken alsof dit voor Jezus het eindstation is, maar mogen weten dat Hij net zo terugkomt als Hij heenging. Juist de manier waarop Jezus vertrekt wijst op zijn terugkomst. Dat schept perspectief om terug te keren naar Jeruzalem en biddend de komst van de Geest te verwachten.
Te midden van het verlangen naar spoedige en definitieve verandering klinkt de belofte van de Geest, wordt om geduld gevraagd, en mogen de leerlingen getuigen van het evangelie in de wetenschap dat hun Heer terugkomt zoals Hij heenging. In onze tijd die gekenmerkt wordt door het verlangen naar directe resultaten en snelle oplossingen, herinnert deze tekst ons eraan dat Gods werk tijd neemt, getuigenis vraagt, en vertrouwen op wat we niet zien.
Uitgelicht
In dit gedeelte wordt de opzet van het boek Handelingen en het belang van de doop met de heilige Geest duidelijk. Hoewel de hemelvaart tot de verbeelding blijft spreken, besteedt Lucas er maar kort aandacht aan. Het is Lucas er eerder om te doen dat de hemelvaart een keerpunt is. Van Jezus verschuift de aandacht naar de apostelen, die nu Jezus werk moeten gaan voortzetten over de hele wereld.
Meer weten?
Wil je op het gebied van exegese gelijk meer weten over deze passage?
Op deze pagina
Hier
En wanneer je een Plus-account hebt, vind je hier
Bijbel Basics
Een bijpassend Bijbel Basics item vind je hier
