Context en aantekeningen bij Handelingen 1:1-12
Hier vind je informatie over de context van Handelingen 1:1-12 en aantekeningen bij de tekst.
Het boek Handelingen als geheel
Het boek ‘De handelingen van de apostelen’ is een boek over het begin en de ontwikkeling van de christelijke kerk. Lees hier meer over de inhoud en de opbouw van het boek.
Wilbert Dekker schreef een verdiepend artikel bij het boek Handelingen: De geloofwaardigheid van het evangelie en zijn verkondigers als sleutel tot het boek Handelingen
Cor Hoogerwerf schreef een verdiepend artikel bij dit gedeelte over Jezus' hemelvaart: Waarom Lucas de hemelvaart twee keer vertelt
Plek van deze passage in het geheel
Deze passage is de tegenhanger van het einde van Lucas’ vorige boek (Luc. 24:13-52) en de opmaat voor zijn tweede boek, dat gaat over de verspreiding van het evangelie in Jeruzalem, Judea en Samaria, richting de uiteinden van de aarde (Hand. 1:8). Deze locaties representeren de geografische richting die door de verkondigers in het boek Handelingen gevolgd wordt (Hand. 1-7 beschrijft Jeruzalem, 8-9 Judea en Samaria en 10-28 de beweging naar de uiteinden van de aarde). De belofte van de Geest (Hand. 1:8) zal in Handelingen 2 vervuld worden met de komst van de Geest.
Opbouw en kern van de passage
Lucas herneemt in deze passage zijn evangelie en vooral het slot ervan. Het nieuwe dat hij vertelt presenteert het perspectief van waaruit het boek Handelingen is geschreven. Dit heeft met name betrekking op de geografische uitbreiding van het evangelie en de tijd tussen Jezus’ hemelvaart en zijn terugkomst, die de apostelen moeten gebruiken om van Jezus te getuigen.
In Handelingen 1:1-2 herinnert Lucas Theofilus aan de inhoud van zijn eerste boek over ‘de daden en het onderricht van Jezus’. Het bericht in vers 3 vestigt de aandacht op een periode van veertig dagen na Jezus’ dood, waarin de apostelen ooggetuigen zijn van Jezus’ daden en onderricht. In vers 4-11 wordt het bericht van vers 3 omgezet in een concrete vertelling. Hierbij komt eerst het onderwijs van Jezus aan de orde (vers 4-8) en daarna de hemelvaart (vers 9-11). Ten slotte vertelt vers 12 hoe de leerlingen teruggingen naar Jeruzalem.
Doordat duidelijke overgangen in tijd en plaats ontbreken, structureren uitleggers dit gedeelte op verschillende manieren. Sommige zien in vers 6-11 de kern van de passage, waarbij de hemelvaart in het centrum staat, voorafgegaan en gevolgd door iets wat de apostelen doen en een correctie daarop door Jezus of de engelen. Andere delen Handelingen 1:1-14 in in vier blokken waarin de overdracht van Jezus naar de apostelen plaatsvindt (1:1-3 Jezus, 1:4-8 laatste instructies, 1:9-11 hemelvaart, 1:12-14 de apostelen).
Hoewel de hemelvaart in het midden van het verhaal staat, beslaat het slechts één vers en lijkt Lucas vooral de nadruk te willen leggen op de hemelvaart als keerpunt, waarbij hij het perspectief van waaruit zijn tweede boek geschreven is, uit de doeken doet. De hemelvaart luidt een nieuwe periode in waarin niet Jezus maar de Geest te midden van de gelovigen verkeert en waarin zijn leerlingen het evangelie gaan verbreiden naar de hele wereld.
De hemelvaart roept vragen op in het licht van ons wereldbeeld. Lees hierover dit artikel uit de ‘Wetenschapsbijbel’
Uitgelicht
In dit gedeelte wordt de opzet van het boek Handelingen en het belang van de doop met de heilige Geest duidelijk. Hoewel de hemelvaart tot de verbeelding blijft spreken, besteedt Lucas er maar kort aandacht aan. Het is Lucas er eerder om te doen dat de hemelvaart een keerpunt is. Van Jezus verschuift de aandacht naar de apostelen, die nu Jezus werk moeten gaan voortzetten over de hele wereld.
Aantekeningen
Bij vers 1
Jezus opgenomen in de hemel
- Theofilus: Theofilus (‘vriend van God’) wordt hier aangesproken zoals de gouverneurs Felix en Festus in Handelingen 23:26; 24:3; 26:25. Daarom is wel gedacht dat Theofilus een hoge Romeinse functionaris is. Een andere mogelijkheid is dat Theofilus een lid is van de gemeente en door het boek van Lucas bevestigd wordt in het geloof. Mogelijk heeft hij de schrijver van Lucas en Handelingen gesponsord.
Bij vers 2
- De verzen 2-4 bevatten de kernthema’s van het evangelie: de heilige Geest, de opstanding, het koninkrijk van God, Jeruzalem, en Gods beloften.
- in de hemel werd opgenomen: Letterlijk ‘werd opgenomen’. De NBV21 voegt ‘in de hemel’ toe, omdat in het Nederlands ‘opgenomen worden’ andere associaties heeft (bijvoorbeeld in het ziekenhuis). In de hemel opgenomen worden is een beloning die was weggelegd voor hen die trouw zijn aan God (2 Kon. 2:9-11; 1 Mak. 2:58).
- apostelen: D.w.z. de twaalf (Luc. 6:13; 9:10) (op dat moment eigenlijk elf!), getuigen van het optreden van Jezus en van zijn opstanding (Hand. 1:21-22).
- die hij door de heilige Geest had uitgekozen: Grammaticaal gezien kan het zinsdeel ‘door de heilige Geest’ zowel horen bij het ‘opdracht geven’ als bij het ‘uitkiezen’. Mede op grond van Lucas 6:12-13, waar Jezus na gebed zijn apostelen uitkiest, en van Handelingen 13:2 en 20:28, waar de Geest mensen aanstelt, ligt een verbinding met ‘uitkiezen’ in deze context dan meer voor de hand. Aan de andere kant is in Lucas 6 geen sprake van de Geest. Jezus zelf is wel vervuld van de Geest (Luc. 4:1, 14, 18; Hand. 10:38) waarmee Hij kan onderrichten.
Bij vers 3
- Na zijn lijden en dood: De brontekst heeft op deze plaats alleen het werkwoord paschō, dat meestal ‘lijden’ betekent maar in een enkel geval ook ‘sterven’. In het gebruik van dit werkwoord op deze plaats ligt impliciet de notie van Jezus’ dood verborgen. In de NBV21 zijn de beide aspecten ‘lijden’ en ‘sterven’ expliciet weergegeven.
- veertig dagen: Veertig dagen is in de Bijbel vaak een symbolisch getal dat naar volheid verwijst, zoals bijvoorbeeld bij Mozes’ veertigdaagse verblijf op de berg (Ex. 24:18) of bij de veertig dagen waarin Jezus in de woestijn op de proef wordt gesteld (Luc. 4:1). De veertig dagen kunnen dus slaan op de volledigheid van het onderricht waarmee Jezus de apostelen voorbereidt op de toekomst. In Lucas 24 is geen sprake van veertig dagen: daar lijkt Jezus’ hemelvaart zelfs op de eerste dag van de week plaats te vinden, op de dag van zijn opstanding. Maar dat is niet strikt uit het verhaal af te leiden. Traditioneel worden de veertig dagen ingelezen tussen Lucas 24:49 en 50. Een minderheidsopvatting is dat dit vers een flash-forward is en Handelingen 1:4 weer teruggaat naar de dag van de opstanding. Zie hiervoor dit artikel uit het blad Met Andere Woorden
. - over het koninkrijk van God: De boodschap waarmee Jezus zijn publieke optreden was begonnen en die na hem door de apostelen werd gepredikt (Luc. 4:43; Hand. 8:12; 19:8; 20:25; 28:23, 31).
Bij vers 4
- Terwijl Hij met hen at: Ook mogelijk is de vertaling ‘toen Hij bij hen was’, vgl. Lucas 24:41-43, 49.
- gaf Hij hun deze opdracht: ‘Ga niet weg: De indirecte rede gaat in de brontekst plotseling over in de directe rede. Deze kunstgreep wordt door Lucas wel vaker toegepast (bijv. in Hand. 17:3) om het gebeuren levendig te kunnen vertellen.
- Vader: Geen algemene benaming voor God in de Hebreeuwse Bijbel, maar wel een die vaker voorkomt in latere Joodse bronnen; zie bijv. Jeremia 3:19; Psalm 89:27; Sirach 23:1.
Bij vers 5
- met de heilige Geest: Zie Matteüs 3:11. Deze aankondiging weerspiegelt de hoop van teksten uit het Oude Testament, zoals Ezechiël 36:25-27; 37:9, 14; 39:29; Joël 3:1.
Bij vers 6
- koningschap: De traditionele Joodse verwachting was dat de messias de vrijheid van Israël zou herstellen (zoals te lezen bij de Emmaüsgangers, Luc. 24:21). Vgl. Luc. 19:21.
- gaat u (…) herstellen: Deze vraag komt voort uit de verwachting dat de messias bij zijn komst het koninkrijk van David zou herstellen. Jezus benadrukt in zijn antwoord dat het moment nog niet gekomen is (vs. 7), maar dat God het volk van het koninkrijk bijeen zal brengen, eerst uit Jeruzalem en vervolgens uit de hele wereld (vs. 8).
Bij vers 7-8
- kracht: Die zichtbaar wordt in bovennatuurlijke gaven (zie het spreken in alle talen, Hand. 2:4), in de overtuiging die de apostelen ontvangen voor hun getuigenis en hun prediking (Hand. 2:40; 4:13, 31; 5:28-29, 41-42) en in de aanwijzingen die de gelovigen krijgen (Hand. 8:29, 39; 10:19; 13:2-4; 16:7; 19:21).
- getuigen in (…) aarde: Zie Lucas 24:46-49. Dit geeft in grote lijnen de indeling van Handelingen aan: getuigenissen in Jeruzalem (Hand. 1-7), in Judea en Samaria (Hand. 8-9) en vervolgens richting de uiteinden van de aarde (Hand. 10-28). Hier wordt bovendien een van de hoofdmotieven van het boek aangekondigd: het getuigenis van de apostelen in de hele wereld, door de kracht van de heilige Geest.
- getuigen: ‘Getuigen’ is een belangrijk onderwerp in Handelingen. Door te getuigen worden gelovigen een levend bewijs van Jezus’ grote daden en zijn opstanding.
- uiteinden van de aarde: Verwijst naar Gods universele heerschappij (Jes. 40:28; 49:6; 52:10; Zach. 9:10; Ps. 2:8; 19:5) en kan ook verwijzen naar de etnische uitbreiding van Gods belofte van de Joden naar de heidense volken (zie Luc. 24:47-48). Er is discussie over de vraag of dit doel in het boek Handelingen gehaald wordt en Rome dus aan ‘de uiteinden van de aarde’ ligt. Dat lijkt niet het geval, maar Rome ligt voor de schrijver van Handelingen wel in de periferie. Meer hierover is te lezen in dit MAW-artikel
van Peter-Ben Smit.
Bij vers 9
- voor hun ogen (…) zagen (…) staarden (…) te kijken (…) zien gaan: Met wel vijf woorden die met zicht te maken hebben benadrukt Lucas in de verzen 9-11 dat de apostelen precies zagen wat er gebeurde. Lucas gebruikt in vers 3 hetzelfde Griekse werkwoord voor ‘opnemen’ als 2 Koningen 2:9-12 LXX bij Elia. Elisa, zijn opvolger, vraagt daar of de geest van Elia dubbel op hem mag rusten. Dat gebeurt alleen als Elisa de hemelvaart ziet gebeuren, en dat gebeurt ook. In Handelingen is het zien van de apostelen verbonden aan hun getuigenis over Jezus, waarvoor ze de kracht van de heilige Geest zullen ontvangen.
- wolk: De wolk is in de Bijbel een teken van Gods aanwezigheid, kracht en glorie (Ex. 16:10; 19:9; 2 Kon. 2:11; Ezech. 10:3-4; Ps. 18:11; Dan. 7:13; Luc. 9:34-35; Op. 11:12). Jezus komt op of met de wolken (Luc. 21:27; 1 Tes. 4:17; Op. 1:7). Op die manier zijn Jezus’ (weder)komst en hemelvaart elkaars tegenhangers.
- omhooggeheven: Zie ook Lucas 24:51. Jezus’ hemelvaart doet denken aan die van Henoch (Gen. 5:24) en Elia (2 Kon. 2:1-18) en zal in de Oudheid vele hoorders van Handelingen ook herinnerd hebben aan destijds bekende verhalen over de hemelvaart van heersers en helden als Augustus en Herakles. Met de hemelvaart (waar Lucas in Luc. 9:51 al naar vooruitblikt) is Jezus' aardse bediening beëindigd en is het tijd voor de uitgieting van de Geest op de leerlingen (Hand. 2).
Bij vers 10
- twee mannen in witte gewaden: Engelen (vgl. 2 Mak. 3:26; Luc. 24:4; Hand. 10:30).
Bij vers 11
- Galileeërs: Jezus' metgezellen zijn vanuit Galilea met hem meegetrokken, vergelijk Handelingen 2:7 en 13:31.
- zal op dezelfde wijze terugkomen: Zie Lucas 21:27 over de komst van de Mensenzoon op een wolk.
- 1. Veel vertalingen (behalve de Statenvertaling) hebben hier ‘terugkomen’, terwijl het Griekse werkwoord gewoon ‘komen’ betekent. De keuze voor ‘terugkomen’ in de vertaling berust echter op de overweging dat ‘weggaan’ (Hand. 1:10) geen ‘komst’ maar een ‘terugkomst’ vereist.
- 2. Jezus is niet meer op aarde en zal vanaf nu tot aan zijn terugkomst vanuit de hemel regeren. De apostelen zijn hiervan ooggetuigen (zie de aantekening bij vers 9 ‘voor hun ogen’). De hemelvaart voor de ogen van de apostelen waarborgt Jezus’ terugkomst, die op dezelfde manier zal plaatsvinden. Hierbij dient bedacht te worden, dat de opstanding en de bijbehorende hemelvaart gezien werd als Jezus’ aanstelling tot rechter over levenden en doden (Hand. 10:42; 17:31).
- 3. Het is opvallend dat de engelen over Jezus’ terugkomst beginnen en niet over de komst van de Geest (Hand. 1:5). Zoals Jezus in Handelingen 1:8 een ruimtelijk bereik geeft voor de kerk, geven de engelen een temporeel bereik voor de kerk, namelijk tot aan zijn terugkomst. Er is nu een nieuwe tijd aangebroken, waarbij de leerlingen een taak te wachten staat, namelijk getuigen tot de uiteinden van de aarde.
Bij vers 12
- Olijfberg: Zie Zacharia 14:4. In Lucas 24:50 vermeldt hij Betanië, dat volgens zijn geografie op de Olijfberg ligt.
- op een sabbatsreis afstand: Een sabbatsreis was de afstand die de Joden op een sabbat mochten afleggen, namelijk 2000 el of 880 meter. De vermelding van de sabbatsreis specificeert dat de Olijfberg vlak bij de stad ligt.
Bron: Studiebijbel in Perspectief
Bron: Studiebijbel in Perspectief, aangepast
Bron: Het Nieuwe Testament met Joodse Toelichtingen
Bron: Het Nieuwe Testament met Joodse Toelichtingen, aangepast
Bron: Willibrodvertaling 2012, aangepast
Bron: Willibrodvertaling 2012
Achtergrondinformatie
Bijbel Basics
Een bijpassend Bijbel Basics item vind je hier
Toelichting bij kernwoorden en begrippen
Verdieping bij thema’s
- De geloofwaardigheid van het evangelie en zijn verkondigers als sleutel tot het boek Handelingen
| Wilbert Dekker - Waarom Lucas de hemelvaart twee keer vertelt
| Cor Hoogerwerf - De opstanding van Christus (Wetenschapsbijbel)
- De hemelvaart van Christus (Wetenschapsbijbel)
- In deze editie van Met Andere Woorden (sept. 2006)
staat een artikel ‘De hemelvaart van Jezus op de dag van zijn opstanding’ van H.J. de Jonge
Ga op deze pagina direct naar:
- het boek Handelingen als geheel
- de plek van deze passage in dit geheel
- aantekeningen bij de verzen
- achtergrondinformatie bij kernwoorden en begrippen
