Context en aantekeningen bij Lucas 21:5-19
Hier vind je informatie over de context van Lucas 21:5-19 en aantekeningen bij de tekst.
Het evangelie volgens Lucas als geheel
Meer over de opbouw, stijl, centrale thema’s en andere achtergrond bij het Evangelie volgens Lucas vind je in deze Inleiding op het Evangelie volgens Lucas
Dit evangelie is opgebouwd in vier hoofdgedeeltes:
Jezus’ geboorte en kinderjaren | |
Jezus’ optreden in het Judese land | |
Jezus’ reis naar Jeruzalem | |
Jezus in Jeruzalem |
Lucas schreef volgens veel uitleggers tegen het einde van de eerste eeuw, in de periode dat de verwoesting van Jeruzalem nog nadreunde en tot grote spanningen leidde in en rond Joodse gemeenschappen. Hij wil met Lucas-Handelingen uitleggen dat Jezus Christus de vervulling is van Gods belofte aan Israël, maar ook hoe het komt dat de meeste Joden Hem niet hebben aanvaard en het evangelie juist veel niet-Joodse aanhangers in de hele wereld heeft gekregen. Lucas’ werkwijze is dat hij zijn verhaal vormgeeft rond hem bekende overleveringen, maar daar een eigen ordening aan geeft. Het doel is om de boodschap van het evangelie te versterken (zie Luc. 1:1-4).
Voor een beschouwing over het Evangelie volgens Lucas als geheel, zie dit artikel van Arco den Heijer, ‘Het Evangelie volgens Lucas in het Jubeljaar van de Hoop’
Voor aanvullende exegetische notities bij deze passage zie dit MAW-artikel van Matthijs de Jong uit 2010: artikel volgt.
Plek van deze passage in het geheel
Lucas 21:5-19 is onderdeel van een grotere rede van Jezus over de toekomst (vs. 5-36), ook wel ‘de kleine apocalyps’ genoemd, naar de apocalyptische inhoud. Jezus is in de tempel en geeft onderricht (Luc. 20-21), vlak voor het lijdensverhaal. Vlak hiervoor heeft Jezus een vraag van de sadduceeën gehad over de opstanding (20:27-38), daarna stelt Jezus nog een vraag en onderwijst Hij zijn leerlingen terwijl de menigte luistert (20:45-21:4). De passage sluit aan op de observatie van de schoonheid van de tempel (21:5), waarop Jezus reageert met een profetie over de verwoesting ervan. Deze redevoering markeert het einde van Jezus’ publieke optreden en gaat over in het lijdensverhaal.
De passage vanaf Lucas 21:20 vormt het tweede deel van Jezus’ redevoering over de toekomst, en kan worden getypeerd als een profetie over de verwoesting van Jeruzalem. Het is zowel een waarschuwing als een troost en een theologische duiding van de gebeurtenissen rondom de vernietiging van Jeruzalem.
Opbouw en kern van de passage
De redevoering in het geheel kent twee delen, waarvan Lucas 21:5-19 het eerste deel is. De passage start met de aankondiging dat de tempel vernietigd zal worden (vs. 5-6). De leerlingen vragen wanneer dat zal gebeuren (vs. 7), waarop Jezus waarschuwt tegen misleiding en paniek (vs. 8-9) en spreekt van ‘verschrikkelijke’ tekenen die moeten plaatsvinden. Jezus spreekt dan over vervolgingen door overheden (vs. 12) en de opdracht om in die situatie te getuigen en dat aan hen woorden van wijsheid zullen worden geschonken (vs. 13-15). Ook vanuit familie en vrienden zal er tegenstand ontstaan, wat zelfs tot de dood kan leiden (vs. 16-17). De passage sluit af met de oproep om standvastig te blijven, want zo blijf je als leerling leven.
De kern van deze passage is dat God nabij is ten tijde van al de ‘verschrikkelijke’ tekenen die moeten gebeuren. Het volgen van Jezus kan zelfs tot je dood leiden, maar toch zal geen haar van je hoofd gekrenkt worden. Op de een of andere manier behoudt God het leven van de standvastige.
Uitgelicht: Bemoedigende insteek
Lucas’ eigen accenten bij de ‘kleine apocalyps’ laten een pastorale en bemoedigende insteek zien. Blijf getuigen en wees standvastig: God houdt je vast.
Eigen accenten Lucas, in vergelijking met Matteüs en Marcus
Delen van de redevoering uit Lucas 21:5-19 vinden we ook terug in Marcus 13 en Matteüs 24. Lucas lijkt de redevoering uit Marcus 13 als bron te hebben gebruikt en behoorlijk te hebben bewerkt. De structuur van de redevoering is gehandhaafd. Eerst is er een verwijzing naar de vernietiging van de tempel, waarop de leerlingen vragen wanneer die dingen (meervoud! Zie onder) zullen gebeuren. Jezus’ antwoord is een aankondiging van tekenen en vervolging met als afsluiting een oproep tot standvastigheid.
Verder zijn er een aantal verschillen:
- Matteüs heeft een meer uitgesproken eschatologische en apocalyptische toon, met nadruk op de komst van de Mensenzoon en het oordeel.
- In Lucas is de toon minder apocalyptisch dan bij Marcus of Matteüs. Zo mist Lucas bijvoorbeeld de term ‘verwoestende gruwel’ – een verwijzing naar een apocalyptisch visioen in het Bijbelboek Daniël.
- Lucas is ook voorzichtiger dan Matteüs en Marcus. Hij zegt: ‘Maar dat is nog niet meteen het einde’ (21:9), terwijl Marcus en Matteüs benadrukken dat het einde nabij is.
- De toon van de passage in Lucas is er een van troost en vertrouwen. Lucas voegt de volgende elementen toe:
- ‘Dit zal voor jullie aanleiding zijn om te getuigen’ (vs. 13). Dit is een positieve duiding van vervolging.
- ‘Want Ik zal jullie woorden van wijsheid schenken’ (vs. 15). Deze belofte ontbreekt in Marcus en Matteüs, hoewel Marcus expliciet de rol van de heilige Geest benoemt (Marc. 13:13).
- ‘Maar geen haar van je hoofd zal verloren gaan’ (vs. 18). Deze lucaanse bemoediging legt de nadruk op Gods zorg.
Aantekeningen
Bij vers 5
De komst van de Mensenzoon
- Toen er gesproken werd: Jezus is in het verhaal van Lucas nog steeds in de tempel. Al het onderwijs in Jeruzalem vindt plaats op de plek die Hij eerder heeft gereinigd met dit doel: onderwijs geven (19:47).
- de tempel: Dit is de tweede tempel. Salomo’s tempel was vernietigd door Nebukadnessar in 586 voor Christus onder leiding van Zerubbabel, maar was minder indrukwekkend. Herodes de Grote (ca. 73-4 v.Chr.) liet zich overtuigen om de tempel te herstellen en mooier te maken in 20-19 voor Christus.
- mooie stenen en wijgeschenken: De Joodse geschiedschrijver Josephus schrijft erover: ‘Het exterieur (…) was aan alle kanten bekleed met dikke platen goud. Zodra de zon opging, werd het licht als een vuurgloed weerkaatst. Als iemand ertegenin probeerde te kijken, was het net alsof hij tegen de stralen van de zon in keek: hij moest zijn ogen afwenden. In de verte zag het, als men er vanuit den vreemde naar toe reisde, [eruit?] als een besneeuwde bergtop. Alles wat niet met goud bedekt was, was namelijk sneeuwwit’ (Joodse Oorlogen 5.222-223, Meijer en Wes, 391). Wijgeschenken bestonden bijvoorbeeld uit gouden schalen en offergerei die door rijken aan de tempel werden geschonken. Volgens Judit 16:18 gaf Judit bij haar bezoek aan de tempel de bezittingen van Holofernes, die door haar een kopje kleiner was gemaakt, en het gordijn uit zijn slaapvertrek als wijgeschenk aan God.
Bij vers 6
- geen steen op de andere zal blijven; alles zal worden afgebroken: De vernietiging van de tempel is zo compleet dat er niets overbleef, behalve de Westmuur. Voor de profetische traditie over de vernietiging van de tempel, zie Jeremia 7:1-14 en 22:5.
Bij vers 7
- Meester: Jezus blijft voor de toehoorders een schriftgeleerde.
- wanneer zal dat allemaal gebeuren: De vraag doelt voornamelijk op de vernietiging van de tempel, in tegenstelling tot Marcus 13:4b, waar de leerlingen vragen: ‘Wanneer zullen al deze dingen gebeuren?’
- teken: De leerlingen zoeken houvast. Een teken (Grieks: sēmeion) impliceert een zichtbaar, herkenbaar fenomeen dat hun zekerheid kan geven over de timing van iets groots en ingrijpends.
Bij vers 8
- Let op, laat je niet misleiden: Jezus doelt op valse profeten en bedriegers. Josephus vertelt dat een valse profeet het volk aanmoedigde zich in de tempel te verzamelen, met de belofte dat God hun tekenen van bevrijding zou geven. Toen de Romeinen het heiligdom in brand staken, kwamen daar zesduizend mensen om (Joodse Oorlogen 6.285).
- mijn naam gebruiken: Het gaat niet alleen om mensen die zich christelijk voordoen, maar ook om messiaanse bedriegers die zich voordoen als Jezus zelf of als zijn vertegenwoordigers.
- Ik ben het: Dit veronderstelt dat Jezus is weggegaan en er mensen zijn die de identiteit van Christus claimen.
- De tijd is gekomen: Dit was een typische apocalyptische uitspraak, zie Daniël 7:22; Openbaring 1:3; 22:10.
Bij vers 9
- berichten over oorlog en opstand: Vaak wordt gedacht dat dit verwijst naar de politieke en militaire onrust voorafgaand aan de verwoesting van Jeruzalem in 70 na Christus. Er waren inderdaad opstanden tegen Rome, interne Joodse conflicten, en bredere spanningen in het rijk. Jezus bereidt zijn volgelingen voor op deze turbulente periode. De uitdrukking past binnen het genre van apocalyptische literatuur, waarin rampen en conflicten vaak voorafgaan aan een goddelijke ingreep of oordeel.
- Die dingen moeten (…) niet meteen het einde: Jezus maakt duidelijk dat hoewel oorlogen en opstanden indrukwekkend en verontrustend zijn, ze niet het directe teken van het einde zijn. Het Griekse dei drukt uit dat deze gebeurtenissen deel uitmaken van een goddelijk plan, maar dat gelovigen geduld en onderscheidingsvermogen moeten hebben. Het vers corrigeert apocalyptische overhaasting: het einde komt, maar niet onmiddellijk.
Bij vers 10
- ene volk zal tegen het andere ten strijde trekken: Dit is een typisch apocalyptische formule. Zie ook 2 Kronieken 15:6, waar de profeet Azarja koning Asa bemoedigt om vol te houden te midden van onrust. Lucas kan hiermee ook verwijzen naar de Romeinse burgeroorlogen of andere opstanden in de eerste eeuw.
Bij vers 11
- aardbevingen (…) hongersnoden en epidemieën (…): taal die vaak voorkomt in apocalyptische literatuur, zie bijvoorbeeld de boeken Openbaring en 4 Ezra.
- aan de hemel grote en verschrikkelijke tekenen: De tekenen verwijzen niet per se naar concrete astronomische verschijnselen, maar symboliseren kosmische ontregeling: een teken dat de schepping zelf betrokken is bij Gods oordeel en ingrijpen in de geschiedenis. Zie ook Jesaja 13:10, Joël 2:1-11 en Daniël 7, waar hemelverschijnselen duiden op het naderen van de ‘dag van de Heer’. Voorafgaand aan de vernietiging van de tempel zouden volgens Josephus wel astronomische verschijnselen gezien geweest zijn zoals een ster in de vorm van een zwaard en strijdwagens in de lucht (Joodse Oorlogen 6.310, 315).
Bij vers 12
- Maar eerst: Wat volgt, speelt zich af vóór de vernietiging van de tempel, anders dan bij Marcus of Matteüs.
- mishandeld: Het Grieks heeft ‘zij zullen hun handen op jullie leggen’, wat ook gebruikt wordt in Lucas 20:19, waar de schriftgeleerden en hogepriesters Jezus wilden grijpen. Lucas lijkt te zeggen: zoals men met de meester om wil gaan, zo gaat men met de leerling om.
- uitgeleverd aan de synagogen (…): Wat hier volgt zijn beelden van vervolging. In het Bijbelboek Handelingen vinden we hier concreet voorbeelden van. We vinden in dat Bijbelboek voorbeelden van vervolging door de Joodse gemeenschap (denk aan Stefanus, Petrus, Jakobus, Paulus); het voorleiden voor koningen (bijv. Herodes Agrippa) en aan gouverneurs (hēgemones) zoals Felix en Porcius Festus. Tot slot kennen we uit andere bronnen de lokale christenvervolging in 64 na Christus in Rome op instigatie van keizer Nero.
- omwille van mijn naam: Deze dingen zullen gebeuren precies omdat de leerlingen zich met Jezus hebben verbonden. Vervolging omwille van Jezus vindt nog altijd (veelvuldig) plaats over de hele wereld.
Bij vers 13
- Dan zullen jullie moeten getuigen: Het werkwoord (apobainō) betekent ‘uitkomen op’ of ‘resulteren in’: het zal voor jullie uitlopen op getuigenis. Vervolging is geen zinloos lijden, maar een door God gegeven gelegenheid om te getuigen.
Bij vers 14
- Bedenk wel dat jullie: Jezus vraagt een bewuste innerlijke houding om op God te vertrouwen en niet op het eigen kunnen.
- je verdediging niet moeten voorbereiden: Dit lijkt vooral bedoeld voor juridische contexten waarbij teksten of speeches vooraf woorden voorbereid en geoefend. Dit verwijst naar het voorkomen bij synagogen, koningen en gouverneurs (vers 12).
Bij vers 15
- Ik zal jullie (…) geven: Jezus belooft persoonlijke bijstand wanneer volgelingen zich moeten verantwoorden. Opvallend is dat Lucas de rol van de heilige Geest weglaat (vgl. Marc. 13:11), maar zie Lucas 12:11-12 voor de Geest.
- woorden van wijsheid: In het Grieks staat ‘mond en wijsheid’, dat wil zeggen een mond die wijsheid spreekt.
- geen (…) tegenstanders kunnen worden weerstaan of weersproken: Het is niet zozeer dat de woorden van wijsheid retorisch iedereen overtuigen, maar dit betreft meer het succes van de boodschap van het evangelie dat zich over de hele wereld verspreidt (zie Hand. 1:8).
Bij vers 16
- Zelfs je ouders en broers (…): De vervolging zal dwars door allerlei soorten relaties gaan en zorgen voor scheiding. Getuigen voor Jezus zal vijandschap opleveren van degenen die het dichtstbij zijn. Ook vandaag zien we dit bij bekeerlingen tot het christendom.
Bij vers 17
- worden gehaat omwille van mijn naam: Het werkwoord miseō betekent niet alleen ‘een hekel hebben aan’, maar duidt hier op een bewuste, vijandige afwijzing, in dit geval een diepe religieuze en maatschappelijke weerstand. Zie voor de concrete acties die hierbij horen Lucas 6:22.
Bij vers 18
- Maar geen haar van je hoofd zal verloren gaan: Een uitdrukking die veronderstelt dat God voor de vervolgde zal zorgen. Dit staat enigszins in spanning met vers 16b, dat sommigen ter dood worden gebracht. In de parallelversie in Lucas 12:7 staat: ‘Zelfs de haren op jullie hoofd zijn alle geteld.’ Vers 18 moet ook in dit licht gezien worden: niets gaat buiten God om, ook de vervolging niet; bovendien is de dood niet het einde voor de gelovige.
Bij vers 19
- Red je leven door standvastigheid: Voorwaarde voor redding is standvastigheid. Redding legt de nadruk op de uitkomst, maar ktaomai kan ook de betekenis van ‘verkrijgen’, ‘verwerven’ of ‘in bezit nemen’ hebben, wat het proces van volharding en het eschatologische bezit van het leven benadrukt.
Achtergrondinformatie
Toelichting bij kernwoorden en begrippen
De achtergronden en ontwikkelingen in de eindtijdverwachtingen, ook wel apocalyptiek en eschatologie genoemd, worden besproken in onderstaande artikelen:
Overige achtergronden:
Verdieping bij thema’s
Ga op deze pagina naar:
- het Evangelie volgens Lucas als geheel
- de plek van deze passage in dit geheel
- opbouw en kern van deze passage
- de eigen accenten van Lucas in vergelijking met Matteüs en Marcus
- aantekeningen bij de verzen
- achtergrondinformatie bij kernwoorden en begrippen
