Wat is dorsen?

Bij het dorsen werden de graankorrels gescheiden van de aren. Dat gebeurde met een dorsslede, of door dieren over het graan heen te laten lopen. De plaats waar gedorst werd, werd de dorsvloer genoemd.

De dorsslede was een brede houten plank, of een aantal planken die aan elkaar vast gemaakt waren. Aan de onderkant van die plank waren kleine gaten gemaakt waarin scherpe steentjes of stukjes metaal geklemd waren.

Bij het dorsen werd de plank over de aren getrokken door een ezel of os. Vaak zat of stond de boer zelf op de dorsslede, zodat deze nog steviger op de aren drukte. Door de scherpe stenen of stukken metaal over de aren te trekken, werden de graankorrels losgesneden van de aren en gescheiden van het kaf. Tegelijkertijd werd ook het stro, de halmen die overbleven, fijn gesneden.

De dorsvloer was een vlakke ronde ruimte van ongeveer zeven tot twaalf meter in doorsnede. De ondergrond bestond uit rots of stevig aangestampte aarde. Vaak waren langs de rand van de dorsvloer stenen gelegd, om te voorkomen dat de graankorrels buiten de dorsvloer vielen.
Meestal lag de dorsvloer dicht bij het veld, liefst op een wat hoger gelegen plek. Daar was voldoende wind was, die nodig was bij het wannen.

Dit filmpje laat zien hoe het dorsen van graan in zijn werk ging.