Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Context en aantekeningen bij Lucas 6:39-49

Hier vind je informatie over de context van Lucas 6:39-49 en aantekeningen bij de tekst.

Het Evangelie volgens Lucas als geheel

Meer over de opbouw, stijl, centrale thema's en andere achtergrond bij het Evangelie volgens Lucas vind je in deze Inleiding op het Evangelie volgens Lucas. Dit evangelie is opgebouwd in vier hoofdgedeeltes:

1:1-2:52

Jezus’ geboorte en kinderjaren

3:1-9:50

Jezus’ optreden in het Judese land

9:51-19:28 

Jezus’ reis naar Jeruzalem

19:29-24:53 

Jezus in Jeruzalem

hand-swipe-horizontalSwipe om alle gegevens te zien

Lucas schreef volgens veel uitleggers tegen het einde van de eerste eeuw, in de periode dat de verwoesting van Jeruzalem nog nadreunde en tot grote spanningen leidde in en rond Joodse gemeenschappen. Hij wil met Lucas-Handelingen uitleggen dat Jezus Christus de vervulling is van Gods belofte aan Israël, maar ook hoe het komt dat de meeste Joden Hem niet hebben aanvaard en het evangelie juist veel niet-Joodse aanhangers in de hele wereld heeft gekregen. Lucas’ werkwijze is dat hij zijn verhaal vormgeeft rond hem bekende overleveringen, maar daar een eigen ordening aan geeft. Het doel is om de boodschap van het evangelie te versterken (zie Luc. 1:1-4).

Voor een beschouwing over het Evangelie volgens Lucas als geheel, zie dit artikel van Arco den Heijer, ‘Het Evangelie volgens Lucas in het Jubeljaar van de Hoop’.

Plek van deze passage in het geheel

Deze passage is het laatste deel van de vlakterede in Lucas 6. Voor de opbouw van deze rede en de samenhang in dit derde deel van de rede, zie het achtergrondartikel ‘God wil deze wereld omgekeerd: Jezus’ eerste grote redevoering in Lucas 6’.

Eigen accenten Lucas, in vergelijking met Matteüs en Marcus

Deze passage bevat woorden die ook in Matteüs voorkomen, maar niet allemaal in de bergrede:

  • Het woord over de blinde leider (Luc. 6:39) wordt bij Matteüs gebruikt als verwijt aan de farizeeën (Mat. 15:14).

  • Het woord over de verhouding tussen leerling en leermeester (Luc. 6:40) staat bij Matteüs in de context van verdrukking: leerlingen moeten niet verwachten dat ze er beter afkomen dan hun leermeester (Mat. 10:24-25).

  • Het woord over de splinter en de balk (Luc. 6:41-42) heeft een parallel in Mateüs 7:3-5.

  • Het woord over goede en slechte vruchten (Luc. 6:43-44) heeft een parallel in Matteüs 7:16-20, waar het betrekking heeft op valse profeten, en in Matteüs 12:33-35 in een confrontatie met farizeeën.

  • De gelijkenis van de twee huizenbouwers komt ook voor in Matteüs 7:21, 24-27. Waar het verschil bij Matteüs zit in de ondergrond (rotsgrond of zand), zit het bij Lucas in de diepte van het fundament.

Aantekeningen

Bij vers 39-40

39Hij sprak ook in gelijkenissen tegen hen: ‘Kan de ene blinde de andere blinde leiden? Vallen ze dan niet samen in een kuil? 40Een leerling staat niet boven zijn leermeester; pas als iemand zich alles heeft eigen gemaakt, zal hij de gelijke zijn van zijn leermeester.

Lucas 6:39-40NBV21Open in de Bijbel

  • gelijkenissen: Of ‘vergelijkingen’. In het Nieuwe Testament kan ‘gelijkenis’ op een verhaal duiden, maar ook eenvoudigweg op een beeldspraak, een spreuk of woorden van wijsheid.

  • blinde (…) leerling: De strekking en samenhang van de woorden over de blinde en de leerling zijn niet eenvoudig vast te stellen. De blinde wegwijzer is een beeld dat destijds vaak in samenhang met onderwijs geven gebruikt wordt. In dit evangelie staat blind zijn symbool voor een gebrek aan inzicht en onderscheidingsvermogen (9:45; 18:34; 19:42; 24:16). Bovendien is er in dit evangelie van geen andere leermeester en leerlingen sprake geweest dan Jezus en zijn leerlingen. Voor een uitleg met het oog op Jezus’ leer spreekt dat met deze spreuken het laatste deel van de vlakterede geopend wordt, waarin de gehoorzaamheid aan Jezus’ onderwijs centraal staat. Misschien betekenen deze twee spreuken dan het volgende: De volgelingen van Jezus hebben leraren nodig; die leraren mogen niets anders doen dan zich de leer van Jezus eigen maken. Of, precies omgekeerd: De leerlingen van Jezus moeten zich niet inbeelden de leermeester van medeleerlingen te zijn; het enige doel voor de leerlingen is zich de leer van Jezus eigen maken.

Bij vers 41-42

41Waarom kijk je naar de splinter in het oog van je broeder of zuster, terwijl je de balk in je eigen oog niet opmerkt? 42Hoe kun je tegen hen zeggen: “Laat mij de splinter uit je oog verwijderen,” terwijl je de balk in je eigen oog niet ziet? Huichelaar, verwijder eerst de balk uit je eigen oog, pas dan zul je scherp genoeg zien om de splinter uit het oog van je broeder of zuster te verwijderen.

Lucas 6:41-42NBV21Open in de Bijbel

  • Deze vergelijking knoopt aan bij het voorafgaande met het motief van blindheid. De verbindende gedachte is dat het van belang is om eerst kritisch naar je eigen doen en laten te kijken in het licht van wat Jezus leert, voor je iemand anders de les zou willen lezen.

  • splinter: De vertaling 'splinter' is ingeburgerd, maar niet de accuraatste vertaling. Het Griekse woord duidt een klein stukje droog, organisch materiaal aan, bijvoorbeeld een zaagselkorreltje of een stukje kaf. Het gaat om iets onbeduidends dat het zicht belemmert. Het probleem van de vertaling 'splinter' is dat een splinter in het oog gevaarlijk is. De spreekwoordelijke status van de splinter maakt het echter moeilijk een andere vertaalkeuze te maken, bijvoorbeeld 'vuiltje' of 'korreltje'. Lees hier meer over deze kwestie.

  • huichelaar: In dit deel van de vlakterede gaat het steeds om het verschil tussen mensen die wel en niet doen wat Jezus zegt. Je kunt een broeder of zuster alleen van zijn of haar fouten afhelpen als je zelf je foute gedrag achter je hebt gelaten.

  • balk in je eigen oog: Een vergelijkbare gedachte komt voor in rabbijnse bronnen: ‘Als de rechter tegen een man zou zeggen: “Haal de splinter tussen je tanden vandaan”, zou die antwoorden: “Haal zelf de balk maar tussen je ogen vandaan.”

Bij vers 43-45

43Een goede boom brengt geen slechte vruchten voort, en evenmin brengt een slechte boom goede vruchten voort. 44Elke boom kun je aan zijn vruchten kennen, want van distels pluk je geen vijgen en van doornstruiken geen druiven. 45Een goed mens brengt uit de goede schatkamer van zijn hart het goede voort, maar een slecht mens brengt uit zijn slechte schatkamer het kwade voort; want waar het hart vol van is, daar loopt de mond van over.

Lucas 6:43-45NBV21Open in de Bijbel

  • Mogelijk volgt dit woord op het voorafgaande omdat ‘splinter’ en ‘vrucht’ in het Grieks op elkaar lijken: karphos en karpos. Inhoudelijk gaat het om de samenhang tussen wie je als mens bent en je daden.

  • vruchten: In deze context gaat het in het bijzonder de gehoorzaamheid aan het onderwijs van Jezus (zie vers 46-47). Vergelijk Jakobus 3:12.

  • waar het hart (…) over: Zie Marcus 7:21-23. Het hart is in de klassieke tijd de plek van het denken en willen dat het handelen en spreken bepaalt (bijv. Gen. 8:21; Deut. 6:5‑6). Voor de relatie tussen het hart en de lippen zie Psalm 19:15. In het voorafgaande ging het om de samenhang tussen het wezen van mensen en hun daden, hier om de samenhang tussen het innerlijk en het spreken. Zoals uit vers 46 blijkt, is er geen automatische samenhang tussen woorden en iemands werkelijke gesteldheid. De spreuk kan daarom het beste opgevat worden als: vroeg of laat komt in iemands woorden naar buiten wat er van binnen leeft.

Bij vers 46

46Waarom roepen jullie “Heer, Heer” tegen Mij, maar doen jullie niet wat Ik zeg?

Lucas 6:46NBV21Open in de Bijbel

  • Heer, Heer: Zie Matteüs 7:21 en Jakobus 1:22‑25. Een belijdenis die niet samengaat met daden is betekenisloos. Voor de aanroeping zie Exodus 34:6.

Bij vers 47-49

47Ik zal jullie vertellen op wie degene lijkt die bij Me komt, naar mijn woorden luistert en ernaar handelt: 48hij lijkt op iemand die bij het bouwen van zijn huis een diep gat groef en het fundament op rotsgrond legde. Toen er een overstroming kwam, beukte het water tegen het huis, maar het stortte niet in omdat het degelijk gebouwd was. 49Wie wel naar mijn woorden luistert maar niet doet wat Ik zeg, lijkt op iemand die een huis bouwde zonder fundament, zodat het meteen instortte toen het water ertegen beukte en er alleen een bouwval overbleef.’

Lucas 6:47-49NBV21Open in de Bijbel

  • Deze gelijkenis aan het einde van de vlakterede dient ertoe om het belang en de geldigheid van Jezus’ woorden duidelijk voor ogen te stellen en te waarschuwen tegen het veronachtzamen ervan. Vergelijk wat rabbi Eleazar ben Azarja zegt over over bomen met sterke of zwakke wortels: ‘Hij zou zeggen: “Eenieder wiens wijsheid groter is dan zijn daden – waarmee moet hij vergeleken worden? Met een boom met een uitbundige bladerentooi, maar weinig wortels […].”

Achtergrondinformatie

Toelichting bij kernwoorden en begrippen

Verdieping bij thema’s

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.39.0
Volg ons