Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
21 juli 2025Hetty Lalleman

Jaar van hoop?

Aan het begin van dit jaar kocht ik de Engelse vertaling van het boek dat paus Franciscus had geschreven voor het speciale jaar in de rooms-katholieke kerk dat het ‘Jubeljaar 2025’ heet. Het thema van dit jaar is: Pelgrims van de Hoop. Het boek heet A Gift of Joy and Hope. We zijn nu net over de helft van dit jaar heen. Is er wel reden voor hoop en blijdschap?

Hoe werkt een jubeljaar?

In Leviticus 25 wordt uitvoerig stilgestaan bij de regels voor het jubeljaar. Dat is bedoeld om elk vijftigste jaar gevierd te worden. Lees maar:

10Elk vijftigste jaar zal voor jullie een heilig jaar zijn, waarin kwijtschelding wordt afgekondigd voor alle inwoners van het land. Dit is het jubeljaar, waarin ieder naar zijn eigen grond en zijn eigen familie kan terugkeren. 11Elk vijftigste jaar zal voor jullie een jubeljaar zijn. Je mag dan niet zaaien, het koren dat vanzelf opkomt niet als oogst binnenhalen en niet de druiven oogsten van je ongesnoeide wijnstokken. 12Het is een jubeljaar, dat als heilig beschouwd moet worden. Jullie zullen dat jaar leven van wat er vanzelf opkomt.

Leviticus 25:10-12NBV21Open in de Bijbel

Een jaar van rust voor het land en voor de mensen, 365 dagen lang sabbat/zondag.

Het land en de oogst ervan waren enorm belangrijk in een agrarische samenleving zoals Israël. Van de vruchtbaarheid van het land was je afhankelijk om als mens en als familie te kunnen leven. Maar soms lukte dat niet en moest je in dienst treden van een ander die land bezat. De bedoeling in Israël was echter dat iedereen zijn eigen stuk land zou kunnen behouden. Landbezit werd gezien als deel van de erfenis die God aan zijn volk had gegeven: ieder lid van het verbondsvolk had recht op een stukje.

Als je vanwege schulden bij een ander in dienst moest treden, mocht je in het jubeljaar terugkeren naar je eigen land. Het resultaat van deze regel zou moeten zijn dat er in Israël niet aan de ene kant grootgrondbezitters waren, terwijl aan de andere kant mensen in armoede moesten leven. In de praktijk kwam daar niet veel van terecht.

In Cambridge is een instituut dat zich bezighoudt met de concrete betekenis van dit soort regels in onze moderne samenleving: The Jubilee Centre. Daar kijken christenen vanuit hun vakgebied naar de politieke en economische consequenties als je naar de regels van Gods rechtvaardige idealen wilt leven. Niet door te suggereren dat we die regels op een fundamentalistische manier letterlijk gaan toepassen, maar door er principes uit te halen voor de eenentwintigste eeuw.

Pelgrims van hoop

In het jubeljaar van de rooms-katholieke kerk is gekozen voor een andere invalshoek, die van ‘pelgrims van de hoop’. Pelgrim is iedereen die de weg van God wil ontdekken in zijn of haar leven. ‘Pelgrim’ geeft een beweging aan: je bent op weg van het een naar het ander. Je kijkt uit naar wat nog komen gaat, maar je zet wel concreet stappen en gaat er niet werkeloos bij zitten kijken en afwachten.

Jezus houdt zijn leerlingen deze weg voor in de Bergrede, in Matteüs 5-7.

Hierin zet Hij van alles op z’n kop wat in onze samenleving zo vanzelfsprekend is: geld, aanzien, omgang met andere mensen (aan wie je een hekel hebt bijvoorbeeld ...), gebed, bezorgdheid om allerlei aardse zaken, enzovoorts. Heel radicaal en heel relevant, voor welke tijd dan ook.

In Jezus’ leven zelf zien we dat het mogelijk is ‘anders’ te leven. Wij kunnen dat niet zonder dicht bij Hem te blijven. En door de Heilige Geest die in ons werkt wordt ons dat ‘anders leven’ steeds meer eigen.

Vreugde en hoop

Toen Jezus op aarde in de openbaarheid trad, paste Hij het jubeljaar dat al in Jesaja 61:1-2a wordt voorzegd, toe op zijn eigen leven en optreden. Met Hem breekt een nieuwe tijd aan en dat is een tijd van hoop en van vreugde voor iedereen die gevangen zit in zijn eigen denkpatronen, in zonden, in allerlei soorten verslavingen. In het boek van de paus, A Gift of Joy and Hope, staat het zo:

‘De vreugde van het evangelie vervult de harten en levens van iedereen die een ontmoeting met Jezus heeft. Zij die zich door Hem laten redden worden bevrijd van zonde, verdriet (‘sorrow’), innerlijke leegte en eenzaamheid’ (p. 85, mijn vertaling).

In dit boek ontkent Franciscus beslist niet dat zich in het leven van een gelovige problemen voordoen. Maar in de levende Christus, die altijd met zijn volgelingen meetrekt, is echte, authentieke hoop en vreugde te vinden, zelfs in een wereld vol onrust.

In deze tijd, in deze wereld, zijn er pelgrims als dragers van hoop. In de politiek, in de samenleving, in families, in buurten, overal is wel een ‘hoopdrager’ te vinden. Zoek elkaar op, als pelgrims van de hoop, en bemoedig elkaar zodat je samen verder kunt.

Hetty Lalleman is theoloog en schrijver.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.38.0
Volg ons