Moderne bijbelvertalingen maken een onderscheid tussen prozateksten en poëtische teksten. Proza wordt weergegeven in doorlopende tekst, poëzie in versregels. Op die manier kan de lezer meteen zien of de vertalers een bepaalde tekst als proza of als poëzie hebben opgevat.
In het boek Prediker is het onderscheid tussen proza en poëzie niet zo duidelijk. Prediker wordt meestal voornamelijk als een prozatekst weergegeven, met alleen Prediker 1:2-11, Prediker 3:1-8 en Prediker 12:2-8 als poëzie. Toch zou bijvoorbeeld in Prediker 10 een poëtische weergave ook goed mogelijk zijn. Proza met poëtische kenmerken (zoals bijvoorbeeld parallellisme) en proza-achtige poëzie liggen namelijk soms dicht bij elkaar.