Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Slavernij in de Grieks-Romeinse tijd

In de Hellenistische wereld werd er anders over slavernij gedacht dan later in de Romeinse wereld. Aristoteles spreekt bijvoorbeeld over slaven als ‘sprekend gereedschap’ (Aristoteles in Politica 1.1-7): slaven zijn slaaf van nature.
In de Romeinse tijd worden slaven en vrije mensen in principe gelijkwaardig genoemd: slaaf zijn is geen natuurlijke zaak, maar een kwestie van het lot dat je treft. Toch werd ook in de Romeinse wereld slavernij volledig legitiem en moreel verantwoord gevonden.

Slavenmaatschappij

In het Romeinse rijk waren slaven overal aanwezig. Er werden steeds nieuwe slaven geboren, maar er werden ook nieuwe slaven ingevoerd na de verovering van gebieden. Slaven werden vaak op markten bij opbod verkocht. Naar schatting bestond de bevolking van stedelijke gebieden voor 15-35 procent uit slaven. Slaven waren dan ook volledig geïntegreerd in de samenleving, al hadden ze er geen rechten.

Het oneervolle leven van een slaaf

Slaven waren bezit van hun meester. Maar vrouwen en kinderen waren in zekere zin ook bezit van hun man of vader. Het onderscheid was de oneer die slavernij met zich meebracht. Slaven konden soms beter geschoold zijn dan hun meester en ze konden belangrijke functies vervullen in het rijk, maar altijd werd er op slaven neergekeken.
Een belangrijk ander onderscheid is het recht om slaven lichamelijk te mishandelen. In sommige situaties was dat zelfs juridisch verplicht. Niet iedere meester had de tijd of de wil om zelf slaven te mishandelen. Daarom was het ook mogelijk om het mishandelen en doden van slaven uit te besteden tegen een vast tarief.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons