Lucas 16:19-31 – Preekinspiratie


Klik om deze passage te lezen in de NBV21
Waar gaat het om in dit gedeelte?
Bekijk de video
met Dr. Rieuwerd Buitenwerf, directeur Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
Lees hier de tekst van de video
Verhalen komen soms harder aan dan een feitelijke beschrijving. Jezus weet dat, de evangelieschrijver ook. Daarom staan de evangeliën – zelf verhalen – vol gelijkenissen. Hoe doe je zo’n krachtig verhaal nou recht in een preek? Spreekt het verhaal zelf niet krachtiger dan de uitleg ervan?
Laten we ons voorstellen dat Jezus in onze tijd dít verhaal aan ons vertelt. Wat doet dat verhaal dan met ons als hoorders? Met wie in het verhaal identificeer je je?
Ben jij de rijke man, die de arme links laat liggen? Wat is dan je reactie op dit verhaal? Ga je je verdedigen? Je hebt er hard voor gewerkt, jij kunt niet de hele wereld redden… Je mag toch ook genieten van wat je voor elkaar gekregen hebt… Jezus, je bent wel érg radicaal! Wat wil je van me?
Of ben je juist de arme Lazarus, die zich genegeerd en vermorzeld voelt door mensen die alleen maar uit zijn op hun eigen rijkdom? En ben je blij dat iemand voor je opkomt – al is het verhaal ook schrijnend: de genoegdoening moet wachten tot het dodenrijk. Terwijl je nú tekort komt. Jezus, kun je niet iets doen wat mij nú helpt?
Of denk je: dit verhaal is zo ongenuanceerd, ik kan er niet zoveel mee. Ja, ik leef in een maatschappij die rijk is, maar ik doe mijn best om ook te delen met anderen. En ik weet, het kan altijd beter, het kan altijd meer, maar op een gegeven moment kan ik ook niet meer doen dan ik al doe. En dan hoor ik dit verhaal, en denk ik: waarom is het evangelie zo ontmoedigend?
Toen ik het verhaal nog eens goed doorlas, dacht ik: ja, het is heel radicaal. Het gesprek tussen Abraham en de rijke man in het dodenrijk is erg onbarmhartig voor de rijke man. Geen vingertopje met verkoelend water kan hij krijgen…
Maar we moeten ook op de details letten. Het gaat in dit verhaal niet om ‘alle armen’ – het gaat om Lazarus. Lazarus lag voor de poort van het huis van de rijke man. De rijke man droeg prachtige dure kleding, Lazarus was overdekt met zweren. De rijke man vierde dagelijks feest, Lazarus kreeg niet eens de restjes van zijn eten.
Misschien is dít wel het meest saillante detail uit het verhaal: de rijke man ziet in het dodenrijk Lazarus zitten bij Abraham. En dan blijkt die rijke man zijn naam te kennen. “Stuur Lazarus naar mij toe”. Hij wéét dat het Lazarus is. Hij kende hem dus al die tijd. En hij denkt nog steeds dat hij met Lazarus kan doen wat hij maar wil. Hij is immers de rijke man, die kan beslissen over het lot van de arme man in zijn poort.
In het Nieuwe Testament komen we heel vaak tegen dat we in Christus één zijn, wie we ook zijn, en wat we maatschappelijk ook voorstellen. Ons geloof in Christus maakt dat de wereldse verschillen niet meer tellen – al zijn ze er in het dagelijks leven natuurlijk nog wel. En Paulus legt uit dat we door ons geloof in Christus nieuwe mensen zijn geworden. Gedrag is daarvoor geen voorwaarde, maar wel een gevolg. Aan een persoon die ‘in Christus is’, merk je dat in zijn of haar doen en laten.
Nu terug naar de rijke man en de arme Lazarus. Lazarus bedelt in zijn poort om de restjes van het feestmaal. Niets krijgt hij, al kent de rijke feestvierder hem zelfs bij name. Voor ons is de vraag: wie is de Lazarus in onze poort? En wat doen we voor hem of haar? Nergens staat dat het feest niet meer door mag gaan, dat je niet mag genieten van wat je gekregen hebt. Maar er zit wel een grens aan. Als je de ander die jou nodig heeft, negeert, ben je alleen nog maar bezig met je eigen bezit en rijkdom. Dus doe wat je kunt voor de mensen op je weg!
Ter inspiratie: Overbrug de kloof terwijl het nog kan
Het verhaal van de rijke man en Lazarus is gericht aan rijke mensen. Maar wie zijn dat? Mensen met heel veel geld en bezit, natuurlijk. Maar vergeleken met de rest van de wereld heeft de meerderheid het in Nederland erg goed. Tegelijk heb je daar niet veel aan als je hier woont en niet rond kan komen. Dan herken je je meer in Lazarus en kun je Jezus’ kritiek op geldzucht bijvallen.
De gelijkenis houdt rijke mensen een spiegel voor. In de rijke met zijn purperen kleding en fijn linnen kunnen we onze westerse wereld van luxe, status en overconsumptie herkennen. Tegenover hem staat Lazarus – opvallend genoeg de enige figuur in Jezus’ gelijkenissen met een naam. Zijn naam betekent ‘God heeft geholpen’. Als die betekenis meespeelt, schuurt dat met zijn situatie. Liggend bij de poort maakt Lazarus de scheiding tussen twee werelden zichtbaar.
Zoals later blijkt, kent de rijke Lazarus' naam. Hij was zich bewust van zijn bestaan, maar koos ervoor hem niet te zien. Hij was onverschillig. Hij was gewend geraakt aan de arme bij zijn poort.
Dan volgt de radicale omkering die Lucas door zijn hele evangelie benadrukt. Na de dood vindt Lazarus rust ‘aan Abrahams hart’, terwijl de rijke in de onderwereld gekweld wordt. De poort die een overkomelijke scheiding tussen hem en Lazarus vormde, is een onoverbrugbare kloof geworden.
‘Stuur Lazarus,’ smeekt de rijke, nog steeds vanuit een houding die Lazarus als ondergeschikte ziet. Maar de economie van Gods koninkrijk werkt anders. Het is de omkering waar Maria al over zong: ‘Heersers stoot Hij van hun troon, en wie gering is geeft Hij aanzien’ (Luc. 1:52).
De kloof tussen rijk en arm is nog steeds actueel. De rijke in deze gelijkenis is niet per se een eendimensionaal monster, maar ook een product van zijn systeem. Zo zitten ook wij vast in een economisch systeem, waarin de een te veel krijgt en de ander te weinig. De rijke man slaagde er niet in de barrières te doorbreken die hem scheidden van de nood aan zijn poort. Hij bleef doof voor het appel dat van de situatie van Lazarus uitging.
Horen wij, als wij ons bij de rijken rekenen, dat wel? Herkennen wij de ‘Lazarussen’ aan onze poorten? En bovenal: gaan we doen wat God wil, de naaste liefhebben en de behoeftigen ruimhartig steunen? Jezus Sirach zegt: ‘Water blust een laaiend vuur, mededogen [of: ‘aalmoezen geven’] verzoent je zonden’ (Sir. 3:30). Zullen er in het laatste oordeel armen zijn die kunnen getuigen dat wij onze rijkdom niet voor onszelf gehouden hebben?
God vindt het niet goed dat mensen rijkdom voor zichzelf houden. In Gods nieuwe wereld is er geen strijd om het bestaan, maar rust ‘aan Abrahams hart’. Delen staat centraal. Of je arm of rijk bent doet er niet meer toe, iedereen krijgt genoeg. Hoe kan Gods nieuwe wereld gestalte krijgen in onze geloofsgemeenschappen?
Uitgelicht
De rijke man kent Lazarus’ naam, maar kiest ervoor hem niet te zien en voorbij te gaan aan zijn lijden. Rijkdom voor jezelf houden in plaats van vrijgevig delen met wie het nodig hebben, is bewuste onverschilligheid.
Meer weten?
Wil je op het gebied van exegese gelijk meer weten over deze passage?
Op deze pagina
Hier
En wanneer je een Plus-account hebt, vind je hier
Op deze pagina:
... vind je in video-vorm en tekst inspiratie voor een preek verbonden aan de kern van dit Bijbelgedeelte.
Jezus zet in dit gedeelte de arme Lazarus centraal. Die blijkt in dit leven onzichtbaar voor de rijke man, maar wordt in Gods Koninkrijk juist troostrijk opgevangen.
Je vindt op deze pagina ook links naar meer achtergrondinformatie bij deze passage. Dit alles helpt je om een goed onderbouwde en inspirerende preek te maken die ingaat op actuele vragen.
