Lucas 15:11-32 – Preekinspiratie


Klik om deze passage te lezen in de NBV21
Waar gaat het om in dit gedeelte?
Bekijk de video
met ds. Rachelle van Andel, predikant van Vrijburg Amsterdam
Lees hier de tekst van de video
Stel je voor, je komt vanavond thuis, gooit je jas op de kapstok en dan zegt je dochter: “Mam, ik wil mijn erfenis nu.” Dat gebeurde dus in onze kerkelijke vrouwengroep. Één van mijn collega’s had het verhaal van de verloren zoon geregenderd. De vader werd de moeder en de zonen werden dochters. En ineens was alles anders. Kwam het verhaal ook onze levens binnen.
Want we kennen dit verhaal allemaal wel toch? De rebelse zoon die wegloopt met de erfenis terwijl zijn pa nog leeft, zijn geld er doorheen jaagt en dan als een geslagen hond terugkomt naar huis. En pa die rent hem tegemoet, slacht een kalf, organiseert één groot feest. Eind goed al goed. Mooi verhaal, bekering, omkeer, Gods grenzeloze ontferming en misschien wel vergeving.
Maar wacht even, lees het nog eens. Zin voor zin. Die jongste zoon komt hij eigenlijk wel terug om om vergeving te vragen. Nergens staat dat. Zijn geld is op. Hij heeft honger en denkt: “De dagloners bij mijn vader hebben het beter dan ik hier.” Dat klinkt niet als berouw. Dat klinkt als opportunisme.
En de vader, hij ziet zijn zoon van ver, rent op hem af, kust hem, organiseert een mega feest, een prachtig gebaar, maar ook wel impulsief, want hij vergeet wel even zijn oudste zoon uit te nodigen. Die hoort de muziek vanaf het veld en denkt: “Wat is hier aan de hand?”
Wat is hier aan de hand? De Joodse bijbelwetenschapper en nieuw-testamenticus Amy Levine opent een fris perspectief op dit verhaal. Juist door terug te gaan naar de Joodse toehoorders van de tijd waarin het evangelie geschreven is. Dit is geen verhaal over vergeving. En God is niet automatisch de Vader hier. God gaat namelijk toch wel met je mee. Ook in je diepste dal. Ook als het duister is.
Interessanter wordt het om het verhaal te lezen als een dysfunctionele familie. Een vader die zijn aandacht niet eerlijk kan verdelen. Een jongste kind dat denkt dat de wereld om hem draait. Een oudste kind dat zich niet gezien voelt. Hoe hard hij ook werkt.
Herkenbaar? We zijn misschien allemaal wel eens die vergeten oudste dochter geweest. Degene die altijd braaf is, die altijd doet wat er van haar verwacht wordt, maar nooit de aandacht krijgt. We zijn ook wel eens de jongste geweest. Egoïstisch denken dat alles ons toekomt. En als ouder dan weet je hoe moeilijk het is om eerlijk te zijn naar al je kinderen. Hoe de één die meer aandacht vraagt die ook krijgt. Niet expres, niet uit onwil, maar gewoon omdat je ook maar een mens bent.
Misschien weet die vader het ook niet precies. Misschien doet hij gewoon wat hij op dit moment kan. Maar hij vergeet wel iemand. En hier wordt het interessant, want dit verhaal gaat eigenlijk over één vraag. Wie telt? De vader telt zijn oudste zoon niet mee bij het feest. Hij ziet alleen de teruggekeerde zoon.
En die vraag “wie telt” is brandend actueel. In onze politiek tellen sommige mensen meer dan andere. Vluchtelingen worden tweederangs gemaakt. In onze kerk hebben we het over inclusiviteit. Maar zijn we dat ook echt? Tellen de mensen die niet op ons lijken ook mee? En hoe zit dat in onze familie, in onze vriendschappen? Wie krijgt onze aandacht? En wie laten we links liggen?
Het mooie van dit verhaal is: geeft geen oplossing. Het eindigt midden in de ruzie tussen vader en oudste zoon. Alsof Jezus zegt: “En nu?” Wat zou jij doen? Want misschien zijn we allemaal wel een beetje verloren in dit verhaal. De vader die zijn oudste zoon vergeet. De jongste zoon verloren in zijn eigen ego. De oudste verloren in zijn loyaliteit en frustratie.
Verloren in onze eigen behoeftes, onze eigen pijn, onze eigen blinde vlekken. Maar misschien is dat de plek waar God ons vindt. Niet als perfecte mensen die alles op een rijtje hebben, maar als mensen die worstelen met wie telt en hoe jij de ander ontmoet in relatie tot jouzelf. De vraag is dus wie tel jij mee en ben jij bereid om je blik te verruimen elke dag opnieuw?
Webinar over de gelijkenis van de verloren zoon
Bij dit gedeelte bieden we ook een webinar aan, dat je hier kunt terugkijken:
Ter inspiratie: De vader die zijn zoons ziet staan
De gelijkenis van de verloren zoon spreekt tot de verbeelding. De vader en de beide zoons zijn alle drie personages met wie je je kunt identificeren. Hun optreden is verrassend, en het verhaal laat ruimte voor allerlei invalshoeken. Dit zijn er vier:
- Uitlegkundig gezien ligt het zwaartepunt van de gelijkenis bij het uitbundige feest ter gelegenheid van de terugkeer van de zoon. De vader geeft twee keer een reden dat zo’n groots feest gepast is: ‘[W]ant deze zoon van mij was dood en is weer tot leven gekomen, hij was verloren en is teruggevonden’ (Luc. 15:24). En tegenover de oudste zoon: ‘We kunnen toch alleen maar feestvieren en blij zijn? Want je broer was dood en is weer tot leven gekomen, hij was verloren en is teruggevonden’ (Luc. 15:32). In Lucas 15 gaat het steeds over getallen: als er al feest is over één van de honderd en één van de tien, dan zeker over één van de twee. Het perspectief van de vader (beeld voor God) is doorslaggevend. Voor hem is niet de levensloop van zijn zoons bepalend voor de waardering die hij heeft, maar of iemand bij hem is of naar hem is teruggekeerd. Als iemand naar hem terugkeert en zich in zijn ontfermende armen laat sluiten, is dat reden voor feest
- Het keerpunt in de gelijkenis is de zelfreflectie van de jongste zoon: ‘Toen kwam hij tot zichzelf’ (Luc. 15:17a). Pas wie beseft dat hij verloren is, kan zich laten redden. Nu is volgens Lucas 15 niet iedereen een verloren zondaar: er zijn genoeg rechtvaardigen (die geen speciale aandacht van de hemel nodig hebben). Toch is verlorenheid een complex iets, dat op allerlei manieren tot uiting komt in het leven van mensen. Om dit te onderzoeken, kun je nagaan hoe de zoon zich in zijn verlorenheid gedraagt: hij leeft losbandig, verkwistend, en komt uiteindelijk in de macht van een vreemde. Waar raakt dit aan onze ervaring? Hebben wij onszelf losgemaakt van een levensverband? Hebben wij ons uitgeleverd aan vreemde machten? Kan jezelf losmaken ook niet bevrijdend en emanciperend zijn? De zelfreflectie van de jongste zoon zet aan om na te denken over waar je bent terechtgekomen en wat er van je geworden is. Zeker is, dat wie bereid is zich te laten redden tegemoetgekomen wordt door een bereidwillige en ontfermende hemelse Vader.
Het laatste deel van de gelijkenis brengt het perspectief van de oudste zoon in. De oudste zoon heeft er misschien niet zozeer een probleem mee dat de jongste weer meetelt, maar wel dat hij zo zwaar mee lijkt te tellen, zwaarder dan hijzelf. Het enorme feest is al begonnen voordat hij erbij is. Dat gevoel is herkenbaar: je niet gezien voelen. Of het gevoel dat anderen die minder gedaan hebben, meer krijgen. De vader wil echter geen score bijhouden; voor hem is belangrijk dat zijn zoons bij hem zijn.
Uitgelicht
Vaak focussen preken op de jongste of de oudste zoon. Vanuit de context van het hoofdstuk ligt het voor de hand om aandacht te besteden aan de blijdschap van de vader, die zijn jongste zoon met medelijden en liefde ontvangt daarom een feestmaal aanricht.
Meer weten?
Wil je op het gebied van exegese gelijk meer weten over deze passage?
Op deze pagina
Hier
En wanneer je een Plus-account hebt, vind je hier
Op deze pagina:
... vind je in video-vorm en tekst inspiratie voor de preek verbonden aan de kern van dit Bijbelgedeelte.
De gelijkenis van de verloren zoon spreekt tot de verbeelding en geeft veel aanknopingspunten tot reflectie. Een belangrijk punt is dat de vader zijn beide zoons bij zich wil hebben en een groots feest aanricht als de verloren zoon terugkeert.
Je vindt op deze pagina ook links naar meer achtergrondinformatie bij deze passage. Dit alles helpt je om een goed onderbouwde en inspirerende preek te maken die ingaat op actuele vragen.
