Lucas 10:25-37 – Preekinspiratie


Klik om deze passage te lezen in de NBV21
Waar gaat het om in dit gedeelte?
Bekijk de video
met ds Gert van de Meeberg, protestantse gemeente De Rank, Nieuw-Vennep
Lees hier de tekst van de video
Een wetgeleerde wil Jezus op de proef stellen en vraagt: “Meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?” Ik denk dan meteen aan de hemel. Maar eeuwig leven betekent ook een eindeloos leven in de zin van oneindig goed. Met die betekenis van eeuwig leven klinkt zijn vraag zo: “Wat moet ik doen om deel te krijgen aan een leven dat oneindig goed is?”
Jezus geeft geen antwoord, maar stelt deze vraag terug. Wat staat er in de wet geschreven? Natuurlijk kent de wetgeleerde het antwoord. Hij weet wat je moet doen om een oneindig goed leven te hebben. En zonder aarzelen zegt hij: “Heb de Heer uw God lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw kracht en met heel uw verstand en uw naaste als uzelf.”
Eerlijk gezegd voelt deze regel om mijn naaste lief te hebben als mezelf – dus écht iedereen die op mijn pad komt – als een haast onmogelijke opdracht. Kunnen we dat wel? En wat wordt er eigenlijk met dat liefhebben bedoeld? Bij liefhebben denken we al snel aan houden van en vaak ook nog in romantische zin. Maar liefhebben in de Bijbel is niet alleen een gevoel, maar vooral een daad van toewijding en zorg voor je medemens. Dat is dus wat anders dan houden van.
We gaan terug naar het verhaal. Jezus geeft de wetgeleerde een compliment voor zijn juiste antwoord en zegt tegen hem: “Doe dat en u zult leven.” Daarmee lijkt het gesprek voorbij. Maar voor de wetgeleerde niet. Hij wil laten zien dat hij de wet beter kent dan Jezus en vraagt: “Wie is mijn naaste?”
Ook dit is een vraag waar hij zelf al lang het antwoord op wist. Want je naaste, zo leerde men toen, was iemand van het eigen Joodse volk en de vreemdeling die in het eigen gebied woonde. Jezus heeft vast geweten wie volgens de regels tot naaste wordt gerekend. Maar hij wil daartegenover een ruimere blik laten zien. Gebaseerd op barmhartigheid of beter gezegd warmhartigheid vanuit een warm hart voor je medemens.
En daarom vertelt hij deze gelijkenis met juist iemand in de hoofdrol die zeker weten niet als naaste werd gezien. Een Samaritaan. Uitgerekend hem voert Jezus in het verhaal op als medemens voor de gewonde man. Geheel tegen de regels in, totaal onverwacht. En om zijn punt extra duidelijk te maken, eindigt hij het verhaal met deze vraag aan de wetgeleerde: “Wie van deze drie is volgens u de naaste geworden van het slachtoffer van de rovers?”
De wetgeleerde geeft met tegenzin het juiste antwoord, maar vermijdt de naam Samaritaan. “De man die hem barmhartigheid heeft getoond.” Het is niet in regels vast te leggen wie je naaste is. Je kunt alleen zelf naast worden door medemenselijk te zijn voor iedereen. Warmhartigheid dus. Dat is het vernieuwende aan de boodschap van Jezus.
In onze wereld waarin zo vaak vanuit een koud hart gehandeld wordt, leert deze gelijkenis ons om juist een warm hart te hebben voor onze medemens, ongeacht wie die ander is en zonder er zelf beter van te worden.
Ook wij worden opgeroepen om zelf medemens te zijn door het goede te doen. En dat is heel wat anders dan dat je van iedereen moet houden als van jezelf. Dat kun je als mens niet en dat hoeft ook niet. Begin eens met de ander te behandelen zoals je zelf behandeld wil worden. En bedenk daarbij dat we allemaal die gewonde mens langs de kant van de weg kunnen zijn en elkaars barmhartigheid nodig hebben.
Wees een warmhartig medemens met ogen die niet alleen kijken, maar ook kunnen aanzien. Met oren die niet alleen horen, maar ook kunnen luisteren. Met een mond die niet alleen praat, maar ook kan spreken. En met een hart dat niet alleen klopt maar ook bewogen kan zijn. Want zo zijn wij gezegend en elkaar tot zegen.
Ter inspiratie: De overvallen man en de vraag naar het eeuwige leven
In Lucas 10:25-37 stelt een wetgeleerde de vraag naar het eeuwige leven. Het is geen oprechte vraag maar een test. Toch gebruikt Jezus deze gelegenheid om een dieper inzicht te geven in wat het betekent om God en de naaste lief te hebben. In een wereld vol polarisatie en sociale bubbels confronteert dit verhaal ons met een radicale boodschap. Een man ligt hulpeloos langs de weg als slachtoffer van bruut geweld. De priester en de Leviet, representanten van het religieuze establishment, passeren hem zonder te helpen. Dan komt er hulp uit een onverwachte hoek: een Samaritaan, iemand uit een bevolkingsgroep waarmee men niet omging vanwege sociale en religieuze spanningen. In onze huidige maatschappij, waar sociale media ons vaak verder van elkaar verwijderen en waar politieke en religieuze tegenstellingen steeds scherper worden, daagt dit verhaal ons uit. Jezus laat zien dat het niet gaat om wie iemand is of tot welke groep iemand behoort, maar om wat iemand doet. De vraag "Wie is mijn naaste?" trekt grenzen. Jezus keert de vraag om naar "Wie heeft zich als naaste gedragen?"
In een tijd van groeiende onverschilligheid en xenofobie nodigt dit verhaal ons uit om opnieuw na te denken over wie onze naasten zijn. Zijn het alleen mensen zoals wij, die onze taal spreken, onze waarden delen, of tot onze religieuze gemeenschap behoren? Of durven we, zoals de Samaritaan, de grenzen van onze comfortzone te overschrijden en barmhartigheid te tonen aan wie hulp nodig heeft, ongeacht afkomst of achtergrond? De slotwoorden ‘Doet u dan voortaan net zo’ vatten de boodschap samen. Het eeuwige leven is geen kwestie van theoretische kennis of religieuze etiketten, maar van praktische naastenliefde. Niet onze positie in de samenleving of religieuze status bepaalt wie we zijn voor God, maar of we liefde betonen aan wie op onze weg komt.
Uitgelicht
Soms wordt gezegd dat de priester en de Leviet uit angst voor rituele onreinheid om de gewonde man heenlopen. Maar dat klopt niet. Zelfs de hogepriester mocht zich volgens rabbijnse bronnen verontreinigen door een lijk te begraven als niemand anders dat kon doen. Bovendien kwam de priester uit Jeruzalem, hij ging er niet naartoe. Het risico om door opgelopen onreinheid niet in de tempel dienst te kunnen doen, speelt hier dus geen rol. Hun nalatigheid kwam voort uit onverschilligheid of uit angst om zelf overvallen te worden.
Meer weten?
Wil je op het gebied van exegese gelijk meer weten over deze passage?
Op deze pagina
Hier
En wanneer je een Plus-account hebt, vind je hier
Op deze pagina:
... vind je in video-vorm en tekst inspiratie voor de preek verbonden aan de kern van dit Bijbelgedeelte.
Met zijn vraag ‘Wie is mijn naaste?’ probeert de wetgeleerde Jezus een grens te laten trekken. Maar Jezus laat de vraag kantelen: ‘Wie is een naaste geweest?’ Dát is een vraag die tot handelen aanzet. Een naaste word je door concrete daden van barmhartigheid.
Je vindt op deze pagina ook links naar meer achtergrondinformatie bij deze passage. Dit alles helpt je om een goed onderbouwde en inspirerende preek te maken die ingaat op actuele vragen.
