Jakobus 3:13-4:10 – Preekinspiratie
Klik om 3:13-18 en 4:1-10 te lezen in de NBV21
Waar gaat het om in dit gedeelte?
Bekijk de video
met met Dr. Rieuwerd Buitenwerf, directeur Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
Lees hier de tekst van de video
Het is een delicate balans geloof en doen voor gemeenteleden maar ook voor voorgangers. We weten heus wel dat we allemaal mensen zijn en het echt niet altijd goed kunnen doen, maar dat is geen excuus om je in je doen en laten niks aan te trekken van het geloof. Vandaag hebben we het over een gedeelte uit Jakobus dat we als spiegel kunnen zien. De tekst vraagt van alle lezers: zien we je geloof in wat je doet en hoe zie je dat dan?
Jakobus noemt vredelievendheid, mildheid, meegaandheid, ontferming, onpartijdigheid, en oprechtheid als voorbeelden van hoe je dat aan mensen kunt zien. Stevige begrippen, zeker ook voor de hedendaagse mens binnen en buiten de kerk.
In onze tijd zie je grote verschillen tussen kerken. In de ene kerk ligt veel nadruk op goed doen binnen de gemeente, maar vaak ook voor de wijk of voor het milieu. In andere kerken ligt veel nadruk op geloof op het geestelijke, op het gebed. Soms zelfs op succes voor jezelf of voor de gemeente door geloof en gebed.
Het is wel duidelijk bij het lezen van de brief dat Jakobus vooral te maken had met gemeenten die dachten het geestelijk wel voor elkaar te hebben, maar die zelfs onderling aan het ruzie maken waren. En Jakobus is hard. Hij zegt: Het komt doordat jullie niet bidden en als je wel bidt dan bid je verkeerd. Je bidt voor jezelf voor wat je zelf graag wilt hebben, vanuit je aardse verlangens.
Je kunt in je preek misschien nog even kijken naar het Onze Vader in Mattheus 6. In de introductie maakt Jezus een onderscheid tussen bidden op een verkeerde manier en bidden op een goede manier. Hij geeft ons ook de woorden en in die woorden staan de principes van Gods koninkrijk centraal: vergeving, voedsel voor iedereen, rechtvaardigheid en niet je eigen verlangens.
Als je nou voorganger bent in een gemeente waarin vooral veel nadruk ligt op de geestelijke kant van het christen zijn, is het denk ik goed om deze tekst aan te grijpen om die andere kant aandacht te geven. De kant van het doen die dus net zo belangrijk is als de geestelijke kant. Ze vormen een twee-eenheid. Als je in het dagelijks leven binnen en buiten de kerk niet aan iemand kunt merken dat hij of zij gelooft dan gaat er iets niet goed.
Maar misschien ben je voorganger in een gemeente waar juist dat doen heel erg centraal staat. En dan lijkt op het eerste gezicht deze tekst uit Jakobus vooral een bevestiging: ‘Jullie zijn goed bezig!’ Maar ik denk dat je niet te gemakkelijk moet vergeten dat de tekst een spiegel wil zijn. Is dan dat wat we doen inderdaad een uiting van geloof? De tekst die heeft het over vriendschap met de wereld. Oftewel in de greep zijn van wat slecht en kwaad is in de wereld. Ook al doen we in onze ogen veel goede dingen, we moeten wel steeds weer terug naar de wijsheid van boven, uit Jakobus 3 vers 17. Want zoals gezegd vormen geloof en doen een twee-eenheid. Komt wat wij doen echt voort uit de wijsheid van boven of dienen we met ons doen voor al de wereld?
Ik denk dat deze tekst dus voor iedereen en voor elke gemeente een spiegel kan zijn, een toets. Zit ik op het goede spoor? Combineer ik een gezond geloof met bijpassend doen? De tekst roept dus op tot zelfonderzoek, maar de vraag is natuurlijk ook wat moet er dan na dat zelfonderzoek gebeuren. Het slot van ons gedeelte helpt ons hierbij. Je vindt daar een vers dat voor veel mensen van onze tijd wat lastig te begrijpen zal zijn.
We lezen in 4 vers 9: ‘Weeklaag. Wees treurig en laat uw tranen vloeien. Laat uw lachen veranderen in droefheid en uw vreugde in somberheid.’ De meeste mensen associëren geloof met bevrijding en vreugde en niet met droefheid. Het is goed om te weten dat in het Oude Testament woorden als weeklagen en droefheid vaak gebruikt worden om aan te geven dat mensen berouw hebben en hun leven willen veranderen. Daar gaat het hier ook om. Als je dan in die spiegel kijkt en je ziet dat het toch niet goed zit met jouw combinatie van geloven en doen, dan is berouw op zijn plaats. Je gaat nederig naar God toe en erkent dat het anders moet in je leven.
Al met al is dit best wel een strenge tekst. Het zit zo en niet anders. En het lijkt niet gemakkelijk om het goed te doen volgens de principes van Jakobus. Om te leven zoals God het wil. Je kunt in je verkondiging dan ook nog even stilstaan bij het genre van een vermanende brief uit de Bijbelse tijd. Zo’n brief als die van Jakobus werd voorgelezen in de gemeente. De toon was helder en streng en wilde de mensen aan het denken zetten.
Anders dan wij waren mensen toen gewend aan dit type teksten. Ze wisten dat het allemaal extra aangezet werd om maar te zorgen dat de boodschap echt serieus genomen werd. De schrijver begreep heus ook wel dat het allemaal niet zo gemakkelijk is. De brief is dan ook niet voor eenmalig gebruik. Je moet keer op keer weer in die spiegel kijken en je afvragen hoe het ervoor staat. God vraagt van mensen: Heb geloof heb vertrouwen in Mij en laat in je daden zien wat dat betekent. Dat is in een nutshell de boodschap van de Brief van Jakobus en het hoofdstuk van vandaag is het hoofdstuk dat ons in de spiegel laat kijken.
Ter inspiratie: De vruchten van Gods wijsheid
Jakobus maakt zich zorgen om de gemeenten waar hij aan schrijft. Ze worden verscheurd door onderlinge conflicten. Daardoor komen ze tot niets. Dat wil zeggen: er gebeurt misschien wel van alles, maar het leidt allemaal nergens toe. Ze komen tot niets dat er werkelijk toe doet in het licht van Gods koninkrijk. En dat is jammer, of beter gezegd: dat is zonde.
Deze conflicten zijn er omdat de mensen aan wie Jakobus schrijft meer bezig zijn met wat ze zelf willen, dan met wat God wil. Die twee vallen namelijk niet zomaar samen. Sterker nog: wat God wil staat regelmatig lijnrecht tegenover wat mensen normaal vinden, als in: “Maar dat doet iedereen toch?”
Dus roept Jakobus zijn lezers op om kritisch naar zichzelf te kijken. Je af te vragen: Wat wil ik nu echt? Wat vind ik nu écht belangrijk? En waarom wil ik dat? Is dat omdat iedereen (wat Jakobus ‘de wereld’ noemt) het wil? Of is het verbonden met wat God wil, zoals bijvoorbeeld naar voren komt in hoe Jezus leefde en wat Hij leerde?
Het is goed voorstelbaar dat dat een confronterende vraag is. Mogelijk zie je ineens dat je op een verkeerd spoor zit. Dat kan best schrikken zijn. Tegelijk is die schrik juist heilzaam, want dat inzicht is de eerste stap naar inkeer. En, zo maakt Jakobus duidelijk, bij God is altijd ruimte voor inkeer.
Jakobus gaat uitgebreid in op verkeerde gedrag, maar benoemt daarnaast ook wat de basis is voor een andere koers in je leven: een levende relatie met God (‘Kom nader tot God, dan komt Hij nader tot u’, 4:8). Wie Gods nabijheid zoekt en ervaart, vindt daarin de basis voor een ander leven.
Door zijn lezers zo uit te nodigen kritisch naar zichzelf te kijken, hoopt Jakobus de bastions van het eigen gelijk te doorbreken. Dan ontstaat er namelijk ruimte voor Gods wijsheid om te stromen en vrucht te dragen, in een gemeenschap waarin men bereid is naar elkaar te luisteren en van elkaar te leren, zonder aanzien des persoons, en levend tot eer van Gods naam.
Meer weten?
Wil je op het gebied van exegese gelijk meer weten over deze passage?
Op deze pagina
In dit verdiepend artikel
Hier
En wanneer je een Plus-account hebt, vind je hier
Op deze pagina:
... vind je in video-vorm, podcast en tekst inspiratie voor de preek verbonden aan de kern van dit Bijbelgedeelte.
In deze passage zet Jakobus het volgen van Gods wijsheid tegenover het volgen van wat hij “aardse wijsheid” noemt, dat wil zeggen: het vooropzetten van je eigen verlangens en belangen.
Je vindt op deze pagina ook links naar meer achtergrondinformatie bij deze passage. Dit alles helpt je om een goed onderbouwde en inspirerende preek te maken die ingaat op actuele vragen.


