Jakobus 1:16-27 – Preekinspiratie
Klik om deze passage te lezen in de NBV21
Geloven en doen
Waar gaat het om in dit gedeelte?
Bekijk de video
NB: Het geluid van deze video kan af en toe wat kraken. Dit ligt niet aan het apparaat waarop het wordt afgespeeld maar zit in de opname.
Lees hier de tekst van de video
Ik zal maar met een bekentenis beginnen. Ik kende de Jakobus-brief niet zo heel erg goed. Ik kende de brief vooral als een probleem voor Luther. Luther die zo de nadruk legt op gered worden door geloof alleen. En dan schrijft Jakobus: ‘Vergis u niet: alleen horen is níet genoeg, u moet wat u gehoord hebt ook dóen!’ Luther wilde naar verluid om die reden de Jakobus-brief liever uit de Bijbel schrappen. Gelukkig is dat niet gebeurt! Want als je er in duikt en kijkt wat Jakobus zelf schrijft, blijkt hij hele boeiende dingen te schrijven, die juist nu relevant zijn.
Als ik dan toch met bekentenissen bezig ben, kan ik ook wel eerlijk zeggen dat mensen die ik spreek niet zo bezig zijn met de vraag of ze gered zullen worden. Met de vraag of ze zogezegd hun plekje in de hemel moeten verdienen, ja of nee. Veel meer krijg ik als vraag – zeker van mensen die zichzelf niet-gelovig noemen: ‘Wat merk ik er nu van, dat iemand gelooft?’
Dat is een vraag die goed aansluit bij waar Jakobus over schrijft. Het gaat hem erom dat geloven en doen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Hij gebruikt daarvoor een beeld dat mij aanspreekt, namelijk dat van groei en bloei. Hij schrijft aan het begin van zijn brief over ‘de eerste opbrengst’ en over ‘de boodschap die in u is geplant’. Zo geeft hij aan: geloof wil tot bloei komen in levens van mensen. Zoals uitgezaaide zaadjes tot bloei willen komen. Eigenlijk heeft dat met verdienen weinig te maken.
Mij spreekt dat beeld van groei en bloei zo aan omdat het een zekere ontspanning geeft. God zaait het goede uit en het mag in ons leven tot bloei komen. En zoals je gras niet uit de grond omhoog kan trekken, vraagt dit beeld om geduld – geduld ook als christenen onderling, met elkaar. Wees traag in het spreken en traag in kwaad worden, schrijft Jakobus. Zoals met alle onderwerpen in dit eerste hoofdstuk van de brief, komt hij daar later op terug. Dan blijkt dat het hem te doen is om elkaar niet snel en hard te veroordelen, maar open te staan voor wat een ander te zeggen heeft.
Jakobus is er helder over dat de echte oogst iets is dat nog komen zal. Die echte oogst is zeg maar het volledig doorbreken van Gods Koninkrijk. Ook dat geeft mij een zekere ontspanning: we hoeven als christenen niet de hemel op aarde voor elkaar te boksen. Gelukkig maar, want het zou ons niet lukken. Maar christenen mogen in alle vrijheid zich wél al oefenen in waar het in dat Koninkrijk om gaat. Jakobus sluit wat dat oefenen betreft aan bij onderwerpen die Jezus ook in zijn Bergrede noemt: Laat je woede niet de vrije loop; heb oog en oor voor elkaar, zeker voor wie kwetsbaar is; laat rijkdom of armoede niet bepalen hoe je met mensen omgaat; en let op wat je zegt, want woorden kunnen veel opbouwen, maar zeker ook veel afbreken. Wat mij betreft aansprekende voorbeelden die juist in onze tijd heel heilzaam kunnen zijn.
Ik zeg: kunnen, maar hier is Jakobus zelf eigenlijk scherper. Hij spreekt over ‘moeten’. Dat is in onze tijd niet zo’n populair werkwoord. ‘Ik moet helemaal niks!’ komt er ook bij mijzelf op als ik dat ‘moeten’ hoor. Tegelijkertijd reikt Jakobus een mooi beeld aan bij dat ‘moeten’. Dat is het beeld van de spiegel. Hij schrijft dat ‘Wie de boodschap hoort, maar er niets mee doet’ als iemand is die even zijn of haar gezicht in de spiegel bekijkt. Je ziet jezelf dan even, maar bent als je wegloopt gelijk weer vergeten hoe je eruitzag. Hij wijst met dat spiegel-voorbeeld op de noodzaak van oefening. Die oefening bevordert zogezegd de groei. Dat gebeurt wanneer we wat we horen serieus nemen, door het in de praktijk te brengen.
Dat in praktijk brengen gebeurt overigens met vallen en opstaan. Ook daarvan is Jakobus zich bewust. Verderop in zijn brief blijkt dat hij niet verwacht dat gelovigen zonder ooit te struikelen door het leven zullen gaan. Maar ze kunnen wel altijd en in alle vrijheid blijven proberen Gods regels serieus te nemen.
Kunnen – ja, móeten dus. Want anders blijft het zo vluchtig. Zoals jezelf even in de spiegel bekijken en daarna gelijk vergeten hoe je er ook alweer uit ziet. En dat zou toch eigenlijk zonde zijn van het goede dat God uitdeelt?
Ter inspiratie: Geloof wil tot bloei komen
Wat maakt het leven goed? Voor Jakobus is het antwoord op deze vraag helder: het leven wordt goed, het leven wordt écht leven, dankzij de goede gaven van God, bovenal dankzij ‘de verkondiging van de waarheid’ (vers 18) en ‘de boodschap die in mensen is geplant’ (vers 21). Die verkondiging en boodschap vallen samen met Gods wijsheid, zoals die door Jezus in lijn met de Thora geleerd en geleefd is. Die wijsheid maakt het leven écht leven.
Net als Jezus gebruikt Jakobus beelden van groei en bloei. Het initiatief tot het uitzaaien en planten van het goede nieuws ligt nadrukkelijk bij God, maar de houding van mensen ten opzichte van die boodschap draagt wel bij aan het uitgroeien ervan. Mensen kunnen als het ware de grond klaar maken en het zaaisel goed verzorgen, door blijvend te oefenen in het handen en voeten geven aan de boodschap die uitgezaaid is. Want ze zijn zélf de eerste opbrengst van Gods nieuwe schepping.
Het helemaal tot bloei komen van het goede en de volle oogst is iets dat nog komen zal, met Christus’ wederkomst. Tegelijk is er ook in het huidige leven al iets van dat goede en die bloei te zien. Jakobus wijst op aansprekende voorbeelden en sluit daarbij aan bij Jezus’ leer, met name de Bergrede: zorg voor kwetsbare medemensen, laat woede niet met je op de loop gaan, wees je bewust van wat woorden uit kunnen werken en spreek dus opbouwend of weet te zwijgen wanneer nodig. Hij werkt die voorbeelden in de rest van zijn brief uit, terwijl hij zijn lezers en dus ook ons voorhoudt: zo spiegelt je leven je geloof!
Meer weten?
Wil je op het gebied van exegese gelijk meer weten over deze passage?
Op deze pagina
In dit verdiepend artikel
Hier
En wanneer je een Plus-account hebt, vind je hier
Op deze pagina:
... vind je in video-vorm en tekst inspiratie voor de preek verbonden aan de kern van dit Bijbelgedeelte.
In deze passage zet Jakobus de kerngedachte van zijn brief neer: het goede nieuws dat God gezaaid heeft in mensen, wil tot bloei komen in hun leven.
Je vindt op deze pagina ook links naar meer achtergrondinformatie bij deze passage. Dit alles helpt je om een goed onderbouwde en inspirerende preek te maken die ingaat op actuele vragen.


