Context en aantekeningen bij Jesaja 8:23b-9:6
Hier vind je informatie over de context van Jesaja 8:23b-9:6 en aantekeningen bij de tekst.
Jesaja als geheel
Meer over de opbouw, stijl, centrale thema’s en andere achtergrond bij Jesaja vind je in deze inleiding op Jesaja
Hoe kun je recht doen aan de gelaagdheid van deze profetieën in de preken voor Advent en Kerst? Lees hier
Plek van deze passage in het geheel
De tekst bevindt zich in het gedeelte dat door geleerden vaak getypeerd wordt als het Jesaja Memoir, teksten die in de eerste persoon geschreven zijn en de ervaringen van de profeet beschrijven. De paragraaf vertelt over een periode van herstel en een nieuw begin die zullen aanbreken, thema’s die voornamelijk in Deutero- en Trito-Jesaja (40-66) aan bod komen.
De tekst gaat over de blijdschap van het volk omdat God hen heeft bevrijd van onderdrukking. De passage spreekt over herstel en over Gods vurige liefde als de drijfveer daarachter. Een koning uit Davids familie zal vrede brengen, door toedoen van God.
Opbouw en kern van de passage
De passage begint met het laatste vers van hoofdstuk 8. Dit vers functioneert als een scharniervers: aan de ene kant kijkt het terug op het oordeel uit hoofdstuk 8, aan de andere kant blikt het vooruit op de profetie die vanaf hoofdstuk 9 uit de doeken gedaan wordt. De vroegere tijden waarnaar de tekst verwijst, zijn de tijden onder de heerschappij van koning Achaz waarin het volk in onderdrukking onder Assyrische heerschappij leefde. De nieuwe tijden die eraan zitten te komen, luiden de regeerperiode van Hizkia in die door voorspoed en vrede gekenmerkt wordt. Echter, binnen de context van het gehele boek Jesaja kan dit vers ook begrepen worden als de periode voor en van de ballingschap enerzijds, en de periode van herstel en terugkeer anderzijds.
Vanaf vers 1 van hoofdstuk 9 start het profetische orakel, dat in dichterlijke stijl geschreven is. Het vers beschrijft een volk dat in duisternis beschenen werd door een helder licht. De duisternis beschrijft de moeilijke situatie waarin het volk verkeerde onder het juk van de Assyriërs. Het licht staat voor de redding uit deze precaire situatie, die wordt bewerkstelligd door God. God heeft het volk de overwinning geschonken waardoor ze opnieuw met vreugde vervuld zijn (vs. 2).
In verzen 3 en 4 gebruikt de dichter militair taalgebruik om de macht en (gewelddadige) overwinning van God op de Assyriërs te beschrijven.
Daarna wordt in vers 5 melding gemaakt van een zoon die geboren is die meerdere titels toebedeeld krijgt. Deze titels liggen in lijn met wat van een ideale koning verwacht wordt: buitengewoon wijs, rechtvaardig en krachtdadig. Deze persoon zal afstammen uit het koningshuis van David.
Tot slot benadrukt het laatste vers dat het door God en zijn liefde voor zijn volk is dat dit alles tot stand gebracht wordt.
Uitgelicht: Betekenis van het licht
De profeet Jesaja voorzegt de komst van een licht dat op het volk zal schijnen en het uit de duisternis zal brengen. Dit licht is de messiaanse heerschappij van recht en vrede die door de komst van een nieuwe koning en bovenal door Gods liefde voor zijn volk bewerkstelligd zal worden.
Aantekeningen
Bij vers 23 (hoofdstuk 8)
Licht in de duisternis
- … het land van Zebulon en Naftali: Dit slaat op de plaats waar de afstammelingen van Zebulon en Naftali wonen. Dit land bevond zich in het noorden van Israël.
- … in het verleden: Een zinspeling op het optreden van Assur of Assyrië in het noorden van het land Israël in 733-732 voor Christus. Tijdens dit bewind leefde het volk Israël in onderdrukking.
Bij vers 1
- Licht: Jesaja duidt het heil dikwijls aan met: ‘licht’. Het licht wordt vaak gelinkt aan de heerschappij, pracht en majesteit van God (zie, bijvoorbeeld, Jes. 58:8 en 60). In dit vers gaat het om de messiaanse heerschappij van recht en vrede. Jesaja 8:23-9:1 wordt geciteerd in Matteüs 4:15-16 (zie ook deels Luc. 1:78-79). Matteüs identificeert dit schitterende licht dus met Jezus’ optreden in Galilea.
Bij vers 2
- Dit vers vergelijkt de vreugde van het volk met twee momenten van, in die tijd, kenmerkende grote vreugde: bij de oogst en bij een klinkende overwinning op de vijand. In beide gevallen is er een situatie van overvloed waarin iedereen kan delen, en dat is een reden tot feest.
Bij vers 3
- Het juk dat op hen drukte: Dit wijst op de onderdrukking door Assyrië. Het ‘juk’ is een metafoor voor politieke overheersing (zie ook Jes. 10:27 en 14:25). In de inscripties van de Assyrische koningen wordt die metafoor van het ‘juk’ vaak gebruikt.
- … zoals Midjan destijds: Waarschijnlijk wordt hiermee verwezen naar de wonderlijke manier waarop God door middel van Gideon het volk Israël bevrijdt van de onderdrukking door de Midjanieten (zie Recht. 7
en 8 ). Midjan wordt ook genoemd als voorbeeld uit het verleden waaruit het volk troost kan putten voor het heden. Net zo zal God afrekenen met Assyrië.
Bij vers 4
- Het is een terugkerend patroon in de Jesaja-teksten dat de komst van de nieuwe koning wordt voorafgegaan door Gods vernietiging van de vijandelijke overheersers. Zoals in Jesaja 9 de verzen over de koning (vs. 5-6) worden voorafgegaan door Gods uitschakeling van Assyrië (vs. 3-4), zo gebeurt dat ook in 10:33-34, waarna de nieuwe koning beschreven wordt in 11:1-5, en in 31:8-9, waarna de nieuwe koning wordt beschreven in 32:1-2.
Bij vers 5
- Sommige uitleggers wijzen op het verband tussen de bijzondere namen in Jesaja 9:5 en het Egyptische kroningsritueel waarbij de farao zijn bijzondere ‘troonnamen’ ontvangt. De parallel is echter niet zo evident: de farao’s kregen vijf troonnamen in vaste categorieën, namelijk Horus, Beide Meesteressen, Gouden Horus, Koning van Opper- en Neder-Egypte, Zoon van Ra. In Jesaja 9:5 zien we vier namen, die ook niet direct passen bij de Egyptische categorieën. Wel kun je zeggen dat de namen de koning typeren als de ideale koning, die op een totaal andere manier zal regeren dan de Assyrische overheersers van die tijd.
- Wonderbare raadsman: Het kind zal over uitzonderlijke wijsheid beschikken voor de uitoefening van het koningschap, net zoals Salomo.
- Sterke God: Sommige vertalingen opteren ervoor om het Hebreeuwse ’eel gibor met Goddelijke held te vertalen. Deze titel komt echter ook nog voor in Jesaja 10:21 en daar is het op God betrokken. Sommige uitleggers wijzen erop dat de koning in die tijd ‘god’ kon worden genoemd (zie Ps. 45:7). Die titel had niet de bedoeling om een goddelijke status op te eisen en op de macht die noodzakelijk is om op een gedegen manier te kunnen regeren.
- Eeuwige vader: ‘Vader’ was een koninklijke titel. Zo sprak David Saul aan met vader in 1 Samuel 24:12. De uitdrukking in dit vers wil aanduiden dat deze afstammeling van David een eeuwig koningschap zal bekleden.
- Vredevorst: Deze titel benadrukt het vermogen van deze koning om tijdens zijn regering een duurzame vrede te vestigen. Vers 6 bevestigt het uitzonderlijk karakter van de regering van deze koning.
Bron: Studiebijbel in Perspectief, aangepast
Bron: Studiebijbel in Perspectief, aangepast
Bron: Studiebijbel in Perspectief, aangepast
Bij vers 6
- De HEER van de hemelse machten / brengt dit in zijn vurige liefde tot stand: Het slot van vers 6, waarmee deze passage besluit, wijst op Gods motivatie achter alles wat Hij tot stand brengt. Met ‘dit’ wordt waarschijnlijk alles bedoeld wat in deze passage genoemd is: herstel van het volk, vernietiging van de vijandelijke overheersers en een nieuwe koning die geheel volgens Gods waarden zal heersen. De achterliggende drijfveer is Gods qinʾâ, in de NBV21 vertaald met ‘vurige liefde’. Het typeert Gods diepe betrokkenheid bij zijn volk. Soms duidt dit woord op de alles opeisende liefde van God voor zijn volk (zie bijv. Ex. 20:5, God duldt geen ontrouw); soms, zoals hier, duidt het op de alles schenkende liefde voor zijn volk.
Achtergrondinformatie
Toelichting bij kernwoorden en begrippen
Verdieping bij thema’s
Ga op deze pagina naar:
- Jesaja als geheel
- de plek van deze passage in dit geheel
- opbouw en kern van deze passage
- aantekeningen bij de verzen
- achtergrondinformatie bij kernwoorden en begrippen
