Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Context en aantekeningen bij Jesaja 2:1-5

Hier vind je informatie over de context van Jesaja 2:1-5 en aantekeningen bij de tekst.

Jesaja als geheel

Hoe kun je recht doen aan de gelaagdheid van deze profetieën in de preken voor advent? Lees hier wat Henk Bakker hierover schrijft.

Plek van deze passage in het geheel

Jesaja 2:1-5 neemt een sleutelpositie in binnen het boek Jesaja. Deze passage introduceert het universele heilsperspectief dat in de rest van het boek terugkomt. De passage legt het fundament voor de boodschap van Deutero- en Tritojesaja aan de volkeren (42:1-4; 49:1-6) waarbij Sion fungeert als centrum van Gods gerechtigheid. Ook de verbinding met Gods onderricht en licht komt eveneens later terug (9:1; 42:6; 60:1-3).

Zeer opvallend is dat Jesaja 2:2-4 bijna woordelijk overeenkomt met Micha 4:1-3. Of het visioen oorspronkelijk teruggaat op een van beide boeken of op een oudere bron, is niet hard te maken op basis van de tekst. Het lijkt in ieder geval beter op zijn plaats te zijn in Jesaja: verschillende thema’s komen later in Jesaja terug, en ook Micha’s afsluitende titel voor God (‘de HEER van de hemelse machten’, Micha 4:4) lijkt aan Jesaja te zijn ontleend.

Opbouw en kern van de passage

Vers 1 bevat een opschrift, vergelijkbaar met Jesaja 1:1. Vers 2-4 beschrijft Gods komende heil in een hechte compositie met twee reeksen. De eerste reeks (vers 2-3a) toont de kosmische verhevenheid van Gods berg en de trek van volkeren naar de berg. De tweede reeks (vers 3b-4) beschrijft Gods rechtsspraak en de resulterende wereldvrede. Centraal staat de directe rede van de volkeren (vers 3a): ‘Laten we optrekken naar de berg van de HEER’.

In dit gedeelte zie je hoe het ene initiatief volgt op het andere: het begint met een aankondiging door God (vs. 2), dan komen de volkeren in beweging (vs. 3a), waarbij zij anderen (of elkaar) uitnodigen (‘Laten we optrekken’), en tenslotte krijgt Israël de oproep om zich bij deze beweging aan te sluiten (vs. 5). De kern is dat Gods heil toegankelijk is voor iedereen – voor alle volkeren – en dat dit heil merkbaar wordt door Gods onderricht (tôrâ) dat tot vrede leidt. Gods berg functioneert hier niet als triomf van Israël over de volkeren, maar als Gods centrum waar gerechtigheid en vrede voor alle volken bereikbaar zijn.

Uitgelicht: Een omkering van rollen

De rollen zijn in deze passage omgedraaid: niet Israël brengt de volkeren tot God, maar de volkeren komen als eerste naar Sion.

Aantekeningen

Bij vers 1

De dag van de HEER

1Dit zijn de woorden van Jesaja, de zoon van Amos; het visioen dat hij zag over Juda en Jeruzalem.

Jesaja 2:1NBV21Open in de Bijbel

  • Dit zijn de woorden van Jesaja (…) het visioen dat hij zag: In dit vers staat het tweede opschrift van het boek Jesaja (vergelijk 1:1). Misschien was het oorspronkelijk het opschrift van een eerdere versie van het boek. Een andere verklaring, gelet op het feit dat Jesaja 2:2-4 en Micha 4:1-3 nagenoeg identiek zijn, is dat het opschrift aangeeft dat dit visioen van Jesaja stamt. Uitleggers verschillen van mening over de vraag hoever dit visioen strekt; binnen het huidige boek Jesaja kan men dit opschrift het beste betrekken op 2:2-4:6.

Bij vers 2

2Eens komt de dag

dat de berg met de tempel van de HEER rotsvast zal staan,

verheven boven de heuvels, hoger dan alle bergen.

Alle volken zullen daar samenstromen,

Jesaja 2:2NBV21Open in de Bijbel

  • Dit vers kondigt aan dat alle volken op aarde zich tot de HEER zullen wenden. Massaal stromen ze toe naar Jeruzalem om onderricht te krijgen in de dienst aan God. Deze stellige belofte keert steeds terug in het boek Jesaja (11:10; 18:7; 19:18-25; 44:5; 45:14; 49:22; 56:3-8; 65:1).
  • de berg met de tempel van de HEER: De berg Sion (vgl. Jes. 1:8) is qua hoogte niet meer dan een heuvel (Jes. 10:32), maar wekt door steile hellingen aan drie kanten de indruk een hoge berg te zijn. De berg Sion wordt vaak de woonplaats van God genoemd (Jes. 4:5; 8:18; 10:12, 32; 18:7; 24:23; 37:32). Bergen werden in die tijd vaak als verbinding tussen hemel en aarde gezien. In het boek Jesaja kunnen ‘bergen’ ook de weerstand tegen Gods gezag symboliseren (Jes. 2:14; 40:4; 41:15; 65:7) of juist Gods bevrijding erkennen (Jes. 55:12).
  • verheven boven de heuvels, hoger dan alle bergen: Het gaat hier om de verhevenheid van Sion: de tempel zal uitrijzen boven alle heuvels en bergen en vormt het hoogste punt van de hele aarde.
  • samenstromen: Het hier gebruikte Hebreeuws werkwoord (nāhar) betekent onder andere ‘stromen’. Daar kiezen bijna alle vertalingen voor. Het kan ook ‘stralen’ betekenen en dan in deze context ‘blij staren’ naar de Sion als de verheven berg. De vreugdevolle blik van de volken kennen we ook uit andere passages (vgl. Jes. 60:5; Jer. 31:12; Ps. 34:6).

Bij vers 3

3machtige naties zullen zeggen:

‘Laten we optrekken naar de berg van de HEER,

naar de tempel van Jakobs God.

Hij zal ons onderrichten, ons de weg wijzen,

en wij zullen zijn paden bewandelen.’

Vanaf de Sion klinkt zijn onderricht,

vanuit Jeruzalem spreekt de HEER.

Jesaja 2:3NBV21Open in de Bijbel

  • ‘Laten we optrekken (…)’: In het visioen trekken de volken uit eigen beweging op naar de Sion, dat op hen een onweerstaanbare aantrekkingskracht uitoefent.
  • onderricht: Hier wordt in het Hebreeuws het woord tôrâ gebruikt, dat ‘onderricht’ betekent. Gods onderricht bestaat uit rechtspreken over de volken en een einde maken aan alle oorlogsvoering.

Bij vers 4

4Hij zal rechtspreken tussen de volken,

over machtige naties een oordeel vellen.

Zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegijzers

en hun speren tot snoeimessen.

Geen volk zal meer het zwaard trekken tegen een ander volk,

geen mens zal nog de wapens leren hanteren.

Jesaja 2:4NBV21Open in de Bijbel

  • Omdat de HEER regeert, is er geen oorlog meer. Hij zal de vrede brengen, die hier beeldend beschreven wordt (vgl. Joël 4:10; zie ook Hos. 2:20; Zach. 9:10; Ps. 46:10). Opvallend is dat er niet alleen geen oorlog meer gevoerd wordt, maar dat oorlog volledig wordt uitgebannen: wapens worden omgesmeed tot landbouwwerktuigen en niemand zal nog getraind worden om met wapens om te gaan.

Bij vers 5

5Nakomelingen van Jakob, kom mee,

laten wij leven in het licht van de HEER.

Jesaja 2:5NBV21Open in de Bijbel

  • Dit vers – dat volgens veel uitleggers waarschijnlijk van later datum is dan de voorgaande – verbindt door een directe oproep het voorgaande visioen met de hierop volgende afkeurende beschrijving van de wandaden van Jakobs nakomelingen (vs. 6). De schrijver roept het volk in vers 5 op om net als de volken op te trekken naar Gods heilige berg.
  • licht: Het licht van de HEER staat hier voor de redding die God geeft. De afwezigheid ervan is het oordeel, dat zowel voor Israël als voor de volken kan zijn (Jes. 5:30; 9:1; 42:16; 58:8; 60:3).

Achtergrondinformatie

Toelichting bij kernwoorden en begrippen

Verdieping bij thema’s 

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.39.0
Volg ons