Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Context en aantekeningen bij Lucas 19:41-48

Het evangelie volgens Lucas als geheel

Meer over de opbouw, stijl, centrale thema’s en andere achtergrond bij het Evangelie volgens Lucas vind je in deze Inleiding op het Evangelie volgens Lucas.

Dit evangelie is opgebouwd in vier hoofdgedeeltes:

1:1-2:52

Jezus’ geboorte en kinderjaren

3:1-9:50

Jezus’ optreden in het Judese land

9:51-19:28

Jezus’ reis naar Jeruzalem

19:29-24:53

Jezus in Jeruzalem

hand-swipe-horizontalSwipe om alle gegevens te zien

Lucas schreef volgens veel uitleggers tegen het einde van de eerste eeuw, in de periode dat de verwoesting van Jeruzalem nog nadreunde en tot grote spanningen leidde in en rond Joodse gemeenschappen. Hij wil met Lucas-Handelingen uitleggen dat Jezus Christus de vervulling is van Gods belofte aan Israël, maar ook hoe het komt dat de meeste Joden Hem niet hebben aanvaard en het evangelie juist veel niet-Joodse aanhangers in de hele wereld heeft gekregen. Lucas’ werkwijze is dat hij zijn verhaal vormgeeft rond hem bekende overleveringen, maar daar een eigen ordening aan geeft. Het doel is om de boodschap van het evangelie te versterken (zie Luc. 1:1-4).

Voor een beschouwing over het Evangelie volgens Lucas als geheel, zie dit artikel van Arco den Heijer, ‘Het Evangelie volgens Lucas in het Jubeljaar van de Hoop’.

Plek van deze passage in het geheel

Lucas 19:41-48 gaat over Jezus’ bewogenheid en oordeel over Jeruzalem. De stad heeft de vrede niet herkend. De profetische zuivering van de tempel is een aanklacht tegen religieus misbruik. In de verzen direct vóór deze passage (Lucas 19:28–40) vindt de intocht in Jeruzalem plaats. Jezus wordt daar verwelkomd als koning, terwijl zijn volgelingen roepen: ‘Gezegend hij die komt als koning, in de naam van de Heer!’ (vers 38). Het is een moment van vreugde en verwachting, maar ook van miskenning: de leerlingen huldigen Jezus als een bevrijder en brenger van vrede, maar Jeruzalem gaat daar niet in mee. Het is een scharnierpunt in het evangelie, want in Jeruzalem begint de beslissende fase van Jezus’ optreden. Lucas beschrijft Jezus als een koninklijke profeet die richting Jeruzalem gaat, maar in Jeruzalem wordt hij niet erkend en daar vinden de confrontaties met de leiders van Jeruzalem plaats (Lucas 19:47; 20:19). Die leiden uiteindelijk tot zijn dood.

Opbouw en kern van de passage

De passage is opgebouwd in twee gedeelten:

(1) Vers 41-44: Jezus is vlakbij Jeruzalem gekomen, ziet de stad voor zich en spreekt een klaagzang uit die uitmondt in een oordeelsprofetie over Jeruzalem.

(2) Vers 45-48: Jezus maakt de tempel gereed voor de ware bedoeling van de tempel: een huis van gebed voor alle mensen. Als de rust is wedergekeerd kan zijn onderwijs beginnen (vers 47-48).

De kern van de passage is: Jezus huilt over Jeruzalem dat de weg van vrede niet herkent. Ook al zal daarom het oordeel over de stad komen, houdt dat Jezus niet tegen om ruimte te maken voor zijn onderwijs. Dat iseen laatste oproep om tot inkeer te komen, maar toont ook dat ná de verwoesting van Jeruzalem en de tempel de weg van de vrede nog steeds een begaanbaar pad is. Want Jezus’ onderwijs blijft.

Uitgelicht: beweging in de tekst

De tempelreiniging bij Lucas is geen eindpunt, maar een begin: Jezus zuivert de tempel om vervolgens daar zijn onderwijs te laten klinken. Dat gebeurt direct na zijn tranen over Jeruzalem, dat de vrede niet herkent.

Eigen accenten Lucas, in vergelijking met Matteüs en Marcus

Lucas 19:41-44 is niet in de andere evangeliën te vinden (vergelijk Marcus 11:1-19 en Matteüs 21:1-13). Opvallend is dat de tempelreiniging veel korter is beschreven dan in de andere evangeliën.

Opvallend is dat Lucas de kortste weergave van de tempelreiniging geeft. Verder zijn er opvallende verschillen:

  • Bij Marcus vindt de tempelreiniging niet op dezelfde dag als de intocht plaats zoals bij Matteüs en Lucas, maar op de volgende dag (Marcus 11:11 en verder).
  • Na de tempelreiniging lees je bij Matteüs over wonderen en verontwaardigde hogepriesters en schriftgeleerden (Matteüs 21:14-17), bij Marcus alleen over de hogepriesters en schriftgeleerden die Jezus willen ombrengen en bij Lucas over Jezus’ onderwijs in de tempel en hoe Jezus’ onderwijs ervoor zorgt dat de hogepriesters en schriftgeleerden Jezus niet kunnen grijpen.
  • Johannes’ tempelreiniging vindt plaats aan het begin van het evangelie en Jezus’ bediening (Johannes 2:13-22). Johannes’ focus is ook geen kritiek op religieus misbruik, zoals in de synoptici, maar richt zich op het afbreken en herbouwen van de tempel.

Aantekeningen

Bij vers 41

41Toen Hij Jeruzalem voor zich zag liggen, begon Hij te huilen om de stad.

Lucas 19:41NBV21Open in de Bijbel

  • Toen hij Jeruzalem voor zich zag liggen: Hoewel boven dit hele gedeelte ‘intocht in Jeruzalem’ staat, laat de NBV21 goed zien dat het daadwerkelijk binnengaan van de stad niet genoemd wordt. Jezus daalt de Olijfberg af (vers 37), komt daarna dichtbij (vers 41), maar in vers 45 is Jezus al in de stad. De daadwerkelijke intocht wordt door Lucas niet benoemd, in tegenstelling tot de evangeliën van Marcus (11:15) en Matteüs (21:10). Volgens het patroon van een intocht van een hoogwaardigheidsbekleder zou Lucas moeten vertellen over de glorieuze begroeting door de stad. In plaats daarvan vertelt hij over Jezus’ tranen en oordeelsspreuk. Pas bij de opstanding gaat Jezus zijn glorie binnen (Luc. 24:26).
  • Begon hij te huilen: Naast Johannes 11:35 is dit de enige passage waar Jezus huilt. Het Grieks voor ‘huilen’ in Joh 11:35 duidt een meer ingetogen vorm van huilen uit bij een persoonlijke situatie, terwijl het Griekse werkwoord klaiō meer in publieke settingen wordt gebruikt (zie Lucas 7:13; 8:52; 19:41; Handelingen 20:37). Jezus’ huilen over Jeruzalem roept zijn weeklacht in Lucas 13:34 in herinnering. 

Bij vers 42

42Hij zei: ‘Had ook jij op deze dag maar geweten wat vrede kan brengen! Maar dat blijft voor je verborgen, ook nu.

Lucas 19:42NBV21Open in de Bijbel

  • Had ook jij (…) maar geweten: Het gaat hier om een wens die niet meer vervuld kan worden. Dat is de grond voor het verdriet van Jezus.
  • vrede: Het woord ‘vrede’ in Lucas is meer dan de afwezigheid van conflict. Het verwijst naar de messiaanse vrede, de sjalom van God die Jezus brengt (Lucas 1:79).
  • deze dag: De dag van Gods oordeel, namelijk het moment waarop God in Christus nabijkomt.
  • maar dat blijft voor je verborgen: Gods heil blijft verborgen voor wie het niet wil ontvangen. In Lucas 10:21 zegt Jezus door de heilige Geest dat God zijn wijsheid voor wijzen en verstandigen heeft verborgen, maar ze aan eenvoudige mensen heeft onthuld.

Bij vers 43

43Want er zal een tijd komen dat je vijanden belegeringswerken tegen je oprichten, je omsingelen en je van alle kanten insluiten.

Lucas 19:43NBV21Open in de Bijbel

  • Want er zal een tijd komen: De letterlijke formulering (‘de dagen zullen over jou komen’) is ook te vinden bij de profeten in hun profetieën tegen Israël, zie bijvoorbeeld Jesaja 39:6.
  • Dat je vijanden belegeringswerken tegen je oprichten: Lucas denkt hier ongetwijfeld aan de belegering en inname van Jeruzalem door de Romeinen in het jaar 70 n.Chr. Jezus’ weeklacht herinnert aan de woorden in Jeremia 6:6-7; 8:13, 23. De Joodse geschiedschrijver Josephus vertelt ook dat de stad tijdens de belegering in drie dagen tijd omwald werd met een muur van 39 stadia (ruim 7 kilometer lang) en dertien forten.

Bij vers 44

44Ze zullen je met de grond gelijkmaken en je kinderen verdelgen, en ze zullen geen steen op de andere laten, omdat je de tijd van Gods ontferming niet hebt herkend.’

Lucas 19:44NBV21Open in de Bijbel

  • Ze zullen je met de grond gelijkmaken en je kinderen verdelgen: In het Oude Testament komt vergelijkbare taal voor om de gruwelen van de oorlog aan te duiden (zie Hos. 10:14; Nah. 3:10; Ps. 137:9). Het is een ironische omkering van Zacharia 8:5, waar God belooft dat in het herstelde Jeruzalem ‘de straten zullen krioelen van de spelende jongens en meisjes.’
  • geen steen op de andere laten: Na de val van Jeruzalem in 70 n.Chr is alleen de Kotel (de Westmuur) overeind blijven staan.
  • Gods ontferming: Het Griekse woord is een kernwoord in het Evangelie volgens Lucas. Zie hierover dit artikel van Arco den Heijer over Lucas.

Bij vers 45

45Hij ging naar de tempel, waar Hij de handelaars begon weg te jagen,

Lucas 19:45NBV21Open in de Bijbel

  • Hij ging naar de tempel waar Hij: Hij ging naar het voorhof van de heidenen aan de buitenste randen van de tempel, niet naar het heiligdom zelf.
  • begon weg te jagen: Lucas gebruikt hier het Griekse werkwoord ekballō, dat elders in het evangelie gebruikt wordt om het uitwerpen van demonen mee aan te duiden (9:40,49; 11:14-20; 13:32).

Bij vers 46

46met de woorden: ‘Er staat geschreven: “Mijn huis moet een huis van gebed zijn,” maar jullie hebben er een rovershol van gemaakt!’

Lucas 19:46NBV21Open in de Bijbel

  • terwijl hij hun toevoegde: Jezus handelt en spreekt tegelijkertijd.
  • Er staat geschreven: Inleiding van een schriftwoord, vaak een profeet.
  • Mijn huis moet een huis van gebed zijn: Met deze symbolische handeling herinnert Jezus aan de profetische traditie die de authenticiteit van de eredienst benadrukt (Jesaja 56:7; Jeremia 7:1-15).
  • maar jullie hebben er een rovershol van gemaakt: Een verwijzing naar Jeremia 7:11. Een rovershol is een plaats waar dieven naartoe gaan met hun buit. Het draait hier niet zozeer om corruptie of het vragen van te hoge prijzen, maar om rituelen zonder het berouw en de goede daden die daarmee gepaard gaan.

Bij vers 47

47Dagelijks gaf Hij onderricht in de tempel. De hogepriesters, de schriftgeleerden en de leiders van het volk wilden Hem uit de weg ruimen,

Lucas 19:47NBV21Open in de Bijbel

  • Dagelijks gaf Hij onderricht: Met dit samenvattend bericht schetst Lucas het optreden van Jezus in de tempel. Hij denkt kennelijk aan een langere periode dan Matteüs en Marcus, die het over enkele dagen hebben.
  • De hogepriesters, de schriftgeleerden en de leiders van het volk: Opvallend aan deze opsomming is dat de farizeeën niet genoemd worden (voor het laatst genoemd in 19:39). In Lucas zijn het alleen de Jeruzalemse autoriteiten die Jezus naar het leven staan. In 20:19; 22:2; 23:10 vinden we de hogepriesters en de schriftgeleerden, en in 22:4, 52 de hogepriesters en de tempelwachters.
  • wilden Hem uit de weg ruimen: Dit is de eerste keer dat het uit de weg ruimen van Jezus zo expliciet aan bod komt. Er zijn wel eerdere aanwijzingen, maar daar gaat het nog niet over plannen om Jezus te doden (Lucas 6:3; 11:53-54). Dit is relatief laat in het evangelie, vergelijk bijvoorbeeld Marcus 3:6.

Bij vers 48

48maar ze wisten niet hoe ze dat moesten doen, want het hele volk hing aan zijn lippen.

Lucas 19:48NBV21Open in de Bijbel

  • het hele volk hing aan zijn lippen: Het volk, in tegenstelling tot de Jeruzalemse leiders, is wél ontvankelijk voor Jezus’ onderwijs. Hiermee wordt wederom duidelijk dat in Lucas de Jeruzalemse leiders de tegenstanders zijn. Opvallend is daarbij dat Lucas het woord laos (volk) gebruikt, dat ook een meer universele betekenis heeft dan bijvoorbeeld Marcus’ ochlos (menigte). Des te dramatischer is de verandering in de houding van ‘het volk’ ten opzichte van Jezus: eerst hangen ze aan Jezus’ lippen (19:48) en in de scene voor Pilatus kiezen ze voor de machthebbers en tegen Jezus (23:13-23).

Achtergrondinformatie

Toelichting bij kernwoorden en begrippen

Verdieping bij thema’s

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.39.0
Volg ons