Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Een briefwisseling over homoseksualiteit (1)

Respectvol luisteren naar de ander, ook als die met een open Bijbel tot een andere visie komt dan jij – kunnen we dat nog, nu de conflicten vaak zo hoog oplopen? We vroegen twee mensen om het te proberen. Mariecke van den Berg, bijzonder hoogleraar Feminisme en christendom, opent deze briefwisseling over homoseksualiteit en homoseksuele liefdesrelaties. Theoloog en docent semitische talen Wolter Rose reageert.

Homoseksualiteit en de andere Bijbel

Mariecke van den Berg

Beste Wolter,

‘Neem d’r maar es mee, Mariecke.’ Dat zei wijlen mijn opa toen ik hem, toch wel met lood in de schoenen, belde om te vertellen dat ik een vriendin had. In de twintig was ik en ik had gewacht met dit nieuws tot mijn oma, die nog wat zwaarder op de hand was, was overleden.

We mochten bij hem langskomen. Mijn confessioneel Hervormde opa had zijn hele leven op het Utrechtse platteland gewoond. Voor mijn gevoel was dat ver verwijderd van de openheid in de stad Utrecht, waar ik studeerde. Zijn uitnodiging verbaasde me wel, en dat zei ik hem ook. Mijn opa citeerde Job. Hoofdstuk 31, vers 32, uit de Statenvertaling: ‘de vreemdeling overnachtte niet op de straat; mijn deuren opende ik naar den weg.’

Exegetische lucht

Ik denk vaak terug aan dat moment. Ik weet niet of mijn opa besefte hoeveel lucht hij mij gaf, op verschillende vlakken. Allereerst vanwege het feit dat we koffie mochten komen drinken. Ik voelde de opluchting van de acceptatie of tenminste berusting die daaruit sprak. En ik vond het belangrijk dat mijn vriendin mijn opa zou leren kennen, hem aan tafel zou zien zitten op zijn kenmerkende manier, tussen stapels boeken, mappen en krantenknipsels.

Maar opa gaf me ook, in zekere zin, ‘exegetische lucht’. Hij citeerde niet de overbekende teksten die altijd naar voren worden geschoven in gesprekken over geloof en homoseksualiteit. Teksten die hij ongetwijfeld kende. Voor mijn opa was gastvrijheid leidend. Gastvrijheid overrulede als het ware al het andere. Ik weet vrij zeker dat hij mijn relatie principieel afkeurde – maar het lukte hem om op dat moment in de Bijbel ruimte te vinden die lucht gaf aan ons tweeën, aan ons drieën zelfs.

Queer theologie

Na deze gebeurtenis verdiepte ik me in queer theologie. Queer is een oud Engels woord dat ooit aanduidde wat bijzonder, opvallend, of ongewoon was. Later werd het een scheldwoord voor homoseksuele mannen, tot die het als een geuzennaam gingen gebruiken, zelfverzekerd en met trots. Tegenwoordig is queer een verzamelnaam voor mensen die lesbisch, homoseksueel, biseksueel of transgender (LHBT) zijn. Ook is het een wetenschappelijke discipline. Queer theorie onderzoekt hoe het ‘normale’ en het ‘vreemde’ tot stand komen. Hoe wordt een norm een norm? Wie moet daarvoor worden aangewezen als ‘vreemd’, als degene die hier niet thuishoort?

Zo’n queer benadering kun je ook meenemen als je de Bijbel leest en in gesprek bent over homoseksualiteit en geloof. Je doet een stap terug en vraagt: Welke norm wordt hier gevormd? Via welke teksten en interpretaties? Welk ‘normaal’ wordt er vastgesteld? Kunnen we er ook anders, queer, naar kijken? Zien we opties over het hoofd? Wat en wie valt buiten ons blikveld?

Voor mij betekent die benadering een blijvende zoektocht in de Bijbel naar plekken die lucht geven. Daar is volgens mij voor nodig dat we kritisch kijken naar de vanzelfsprekende selectie van ‘homoteksten’ en afscheid nemen van het idee dat die selectie alleen ons verder gaat brengen. Zoals teksten over tempelprostitutie en knapenschenders, of zoals Romeinen 1:26-27 en Genesis 1-3. Die teksten geven veel te smal weer van wat de Bijbel aanreikt en werken daardoor verstikkend, zeker voor mensen die hun seksualiteit of genderidentiteit anders ervaren dan wat wij lang de standaard hebben genoemd.

Open deuren

Een queer benadering betekent dat je je openstelt voor de ‘andere Bijbel’. Voor teksten die verrassen, omdat ze je anders laten kijken naar (homo)seksualiteit en het gesprek daarover. Zoals bijvoorbeeld de Bijbeltekst uit Job 31 die mijn opa aanhaalde. Ik wil hem geen standpunten toeschrijven waarin hij zich niet zou herkennen. Maar vaak bekruipt mij het gevoel dat hij meer queer was dan hij en ik in eerste instantie dachten. Hij zette veel van mijn vanzelfsprekendheden en vooroordelen op z’n kop. Bijvoorbeeld mijn verwachting dat ouderen conservatief en star zijn. Of dat het platteland een plek van uitsluiting is. Bovenal sprak uit zijn citaat een groot vertrouwen in de ander en de moed om een echte ontmoeting aan te gaan. De vreemdeling, het vreemde, dat wat queer is, hoeft niet buiten te blijven. De deuren naar de weg, naar de wereld, staan wijd open. Om dat te kunnen zeggen en het te leven, zoals mijn opa deed, moet je kwetsbaar durven zijn. De ander is niet voor niets anders: je weet niet wat je binnenhaalt. Toch stond daar dat kopje koffie klaar, op het dikke tafelkleed.

Misschien is geloof wel juist dát: een constante oefening in de omgang met de ander. Het opengooien van de deuren naar de weg.

Beste Wolter, met deze blik heb ik leren kijken naar homoseksualiteit en homoseksuele liefdesrelaties. Ik ben benieuwd hoe jij dit ziet en waar jij de Bijbel opent.

Prof.dr. Mariecke van den Berg is universitair hoofddocent aan de faculteit Religie en Theologie van de VU in Amsterdam en bijzonder hoogleraar Feminisme en christendom aan de Radboud Universiteit in Nijmegen.

De bevrijdende kracht van de vroegchristelijke seksuele moraal

Wolter Rose

Beste Mariecke,

Het voelt vreemd: een briefwisseling met iemand die ik nog nooit in levende lijve ontmoet heb. En dan het onderwerp! ‘Homoseksualiteit en de ruimte voor homoseksuele liefdesrelaties’. Laat ik in deze eerste brief iets vertellen over mijn droom.

In seculiere Westerse samenlevingen wordt de klassieke christelijke seksuele moraal vaak gezien als verouderd of zelfs middeleeuws. Politicoloog Matthew Franck is het daar niet mee eens:

Met andere woorden: wat nu vaak als beknellend en achterhaald wordt weggezet, zou wel eens ten diepste bevrijdend kunnen zijn. Zo’n perspectief had me een extra reden kunnen geven, toen ik in mijn studententijd een vriendschap met een mannelijke student verbrak. Dat betekende een eind aan een conflict in mijzelf tussen trouw aan het Evangelie en de innerlijke drang om aan deze vriendschap een seksuele dimensie te geven. Terugkijkend had ik destijds idealistische trekjes: ik werd vegetariër, dronk geen alcohol, en koos dus ook voor een leven zonder seksuele partner. Van geen van die beslissingen heb ik later spijt gekregen.

De verborgen schat

Soms vragen mensen mij: waarom kies jij als homo ervoor alleen te blijven? Mijn antwoord begint met het levensverhaal van Jezus Christus. In een interview zei ik het zo: ‘Als je beseft dat Jezus de dierbare Zoon van God is, als het waar is dat Hij uit de dood is opgestaan, dan is Hij volstrekt uniek, dan vallen dingen op hun plek.

Wanneer Jezus Christus (of een van zijn apostelen) iets zegt dat raakt aan mijn seksueel gedrag, dan wil ik dat de doorslag laten geven. En dan begint een existentiële worsteling — misschien wel het meest realistisch verwoord in een gedicht van John Donne, met de prachtige regels:

Ik noem mijn hermeneutiek soms een ‘hermeneutiek van de verborgen schat’. Ik denk daarbij aan woorden van Dietrich Bonhoeffer over kostbare genade als ‘de verborgen schat in de akker […] de koningsheerschappij van Christus, ter wille waarvan de mens zich het oog dat hem ergert, uitrukt; de roepstem van Jezus Christus, waarop de discipel zijn netten verlaat en navolgt. Over die Christus dichtte Paul Gerhardt woorden die me uit het hart gegrepen zijn: Die Sonne die mir lachet / Ist mein Herr Jesus Christ.

De Schepper

Wanneer Christus iets zegt over mijn seksueel gedrag begint dat in mijn geval bij een gesprek dat hij had met religieuze specialisten over wat een goede grond voor echtscheiding is (Matteüs 19:1–12; Marcus 10:1–12). Klopt, het gaat helemaal niet over homoseksualiteit! Toch biedt dit stof tot nadenken als christenen zich bezinnen over gelijkgeslachtelijke seksuele relaties. Ik kan hier slechts enkele exegetische conclusies formuleren, zonder veel onderbouwing. Christus vindt het nodig terug te gaan naar het begin. Hij vraagt aandacht voor het feit ‘dat de schepper de mens bij het begin mannelijk en vrouwelijk heeft gemaakt’. Voor mij is dat belangrijk. Terug naar het begin: dat principe neem ik mee bij mijn ethische bezinning op gelijkgeslachtelijke seksuele relaties. De Schepper heeft de mens mannelijk en vrouwelijk gemaakt. Geslacht maakt verschil. Na deze uitweiding legt Jezus de lat voor echtscheiding zo hoog dat zijn leerlingen concluderen: ‘Als het met de verhouding tussen man en vrouw zo gesteld is, kun je maar beter niet trouwen.’

Een positief licht

Dan volgt een verrassende wending. Jezus keurt hun conclusie niet af. Hij laat zelfs positief licht schijnen over ongetrouwd zijn. Dat geldt niet alleen voor mensen die daarvoor kiezen, maar net zo goed over mensen — Jezus noemt verschillende groepen — die daar niet bewust voor gekozen hebben. Dat ontroert mij. Destijds was zo’n waardering voor het ongetrouwd zijn op zijn minst tegendraads. En in de wereld van het Romeinse rijk grensde het aan burgerlijke ongehoorzaamheid. Keizer Augustus had in 18 v.Chr. nieuwe wetgeving ingevoerd die bepaalde dat ongetrouwd blijven, en ook wel trouwen maar geen kinderen krijgen voortaan voor Romeinse burgers strafbaar was.

De apostel Paulus bracht het Evangelie van de Zoon van God de wijde wereld in. In die nieuwe context bouwt bij voort op het principe ‘geslacht maakt verschil’ dat we bij Jezus tegenkwamen. Meteen de eerste woorden over gelijkgeslachtelijk seksueel verkeer in zijn brief aan christenen in Rome wijzen daarop. Het is een klein detail, dat in vertalingen helaas vaak verloren gaat (mijn excuses aan het NBG), ook in de NBV21. Die spreekt van: ‘De vrouwen (…) de mannen (…)’. Het doet misschien wat vreemd aan, maar voor Paulus’ lezers klonk dit anders: ‘De vrouwelijken (…) de mannelijken (…)’. Die combinatie van de woorden vrouwelijk en mannelijk (i.p.v. ‘vrouw’ en ‘man’) kom je in het Nieuwe Testament heel weinig tegen. Het is een opvallende woordkeus. Het zijn dezelfde woorden die Jezus gebruikte in zijn gesprek met de religieuze deskundigen. Bedoeld of onbedoeld ligt hier een verbinding met wat Jezus onderwees in Matteüs 19, toen Hij bewust een link legde met het scheppingsverhaal in Genesis 1. In de gebruikelijke vertaling in Romeinen 1 gaat die link zomaar verloren. De Schepper maakte de mens mannelijk en vrouwelijk. Geslacht maakt verschil. Jezus vond het belangrijk daarmee te beginnen. Paulus nam dit principe over en gaf het een sleutelrol in zijn oordeel over gelijkgeslachtelijk seksueel verkeer.

Mijn droom

De vroege kerk sloot het onderwijs van Jezus en de apostelen over huwelijk en seksuele relaties in haar hart en ontwikkelde zich als een contrastgemeenschap in de Grieks-Romeinse wereld. Zo leverde de kerk — misschien zonder dat ze het beseften — een essentiële bijdrage aan het ondergraven van de dubbele seksuele moraal van die wereld, waarin mannen zich weinig hoefden te ontzeggen terwijl vrouwen, minderjarigen, slaven en slavinnen gemakkelijk het slachtoffer werden. Een paar eeuwen later had die dominante seksuele moraal aanzienlijk aan macht ingeboet: een teken van de bevrijdende kracht van de vroegchristelijke seksuele moraal.

Met mijn keuze te buigen voor de koningsheerschappij van Christus en daarom als homo zonder seksuele partner te leven sluit ik me aan bij mijn geloofsgenoten uit de vroege kerk. Mijn droom is dat we als leden van christelijke geloofsgemeenschappen in de eenentwintigste eeuw — oud en jong, man en vrouw, getrouwd of ongetrouwd, welke seksuele oriëntatie ook — elkaar de hand reiken, ons verwarmen aan de zon die ons toelacht en samen het bevrijdende karakter van de christelijke seksuele moraal opnieuw ontdekken en belichamen.

Mariecke,  ik voel in dit stadium van de briefwisseling niet zo’n behoefte jou allerlei vragen te stellen. Dat komt later wel. Goed, één vraag dan: wat is jouw droom?

Een hartelijke groet,

Wolter Rose

Dr. Wolter Rose is hoofddocent semitische talen en culturen aan de Theologische Universiteit Kampen|Utrecht.

Bronvermelding

Mariecke van den Berg, 'Homoseksualiteit en de andere Bijbel' in: Met Andere Woorden 42/online (15 februari 2023).

Wolter Rose, 'De bevrijdende kracht van de vroegchristelijke seksuele moraal' in: Met Andere Woorden 42/online (15 februari 2023).

Deze blog is geplaatst op 15 februari 2023.

Vakblad Met andere woorden

Met Andere woorden is hét tijdschrift dat je up-to-date houdt over het vertalen van de Bijbel. Ook biedt Met Andere Woorden inspirerende artikelen op het snijvlak van vertalen en Bijbeluitleg.

Lees meer

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.18.14
Volg ons