Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

De boodschap van een martelaarstestament (2 Timoteüs)

De brief die wij kennen als de Tweede brief aan Timoteüs, schrijft Paulus vlak voor zijn martelaarsdood: ‘Mijn bloed wordt al als een offer uitgegoten, het moment waarop ik heenga nadert’ (2 Tim. 4:6). Deze brief is als het ware Paulus' testament. Paulus blikt terug op zijn leven en stelt dat ten voorbeeld. Hij bemoedigt, waarschuwt en adviseert zijn geestelijke kind Timoteüs. Wat is de boodschap van deze brief? Wat zijn de thema’s die in dit testament in het oog springen?

Afbeelding: Mozaïek van St. Paulus uit de aartsbisschoppelijke kapel van Ravenna, met dank aan Opera di Religione della Diocesi di Ravenna.

Preekinspiratie over 2 Timoteüs

Dit is een achtergrondartikel bij de Preekinspiratie-serie over 2 Timoteüs: de waarheid volhouden. De serie gaat over volhouden in het geloof

1. met behulp van de heilige Geest

2. met Jezus Christus in gedachten

3. met een bruikbaar kompas

4. met het oog op Gods redding.

Trouw aan het evangelie

Het overkoepelende thema wordt na het opschrift van de brief direct duidelijk. Timoteüs moet ‘het vuur brandend (…) houden’, ‘houd vast aan het geloof’, ‘[b]ewaar (…) het goede’ (1 Tim. 1:6, 13, 14). Het gaat om trouw aan het evangelie zoals Paulus dat verkondigde.

Dat evangelie staat onder druk. Volgens Paulus heeft iedereen in Asia zich van hem afgekeerd. In Efeze en omstreken zijn dwaalleraren actief die de waarheid verdraaien. Paulus geeft aanwijzingen hoe Timoteüs daarmee om moet gaan en staande kan blijven.

De brief heeft drie onderling samenhangende thema’s die met deze situatie verbonden zijn:

  1. Het beeld van Paulus en de inhoud van het evangelie dat hij verkondigde
  2. De dwaalleer en de omgang daarmee
  3. Morele aanwijzingen voor Timoteüs en voor de kerk in deze situatie

Hieronder gaan we op deze thema’s in.

In dit artikel noemen we de auteur van de brief steeds Paulus, zoals de brief dat ook doet. In het derde deel van dit artikel laten we zien waarom de daadwerkelijke auteur waarschijnlijk een leerling van Paulus was die een of twee generaties later leefde.

I. Paulus als martelaar voor het evangelie

Paulus presenteert zich in deze brief als iemand die door God is aangesteld als verkondiger, apostel en leraar van het evangelie (2 Tim. 1:11). Deze heilige taak hield ook in dat hij heilzaam onderwijs aan Timoteüs gaf en het geloof en de liefde met hem deelde (1:13). Hij is een effectief voorbeeld voor Timoteüs geweest in leer, levenswijze, streven, geloof, geduld liefde en volharding (3:10). Terugkijkend kan Paulus zeggen dat hij heeft volgehouden en trouw is gebleven aan God (4:7).

Paulus schrijft dit niet om Timoteüs bij te praten, maar om hem te steunen in een moeilijke situatie. Zo kan Timoteüs het vuur brandend houden. Paulus’ leer en leven is een voorbeeld waaraan Timoteüs en alle gelovigen zich kunnen vasthouden (3:10-12).

Paulus’ voorbeeld is effectief omdat hieruit blijkt dat lijden onlosmakelijk bij het evangelie hoort. Het blijkt dat je je daarvoor niet hoeft te schamen, maar dat het juist hoort bij deze heilige taak (1:8-11). Tegenwerking van mensen hoort erbij (3:12). Zowel in Asia als in Rome hoefde Paulus niet te rekenen op steun van anderen (1:15-16; 4:10-16). Paulus heeft lijden, vervolging en gevangenschap doorstaan (1:12; 2:9-10; 3:11; 4:7). Ten slotte offert hij zijn leven op, trouw tot in de dood.

Voor Timoteüs en allen die in een vergelijkbare moeilijke situatie zitten helpt dit om het geloof vast te houden. Impopulair zijn en tegengewerkt worden zijn het gevolg van trouw aan de waarheid. Ze hoeven je dus niet aan het wankelen te brengen en je lafhartig te maken.

Wat is die waarheid waarvoor Paulus zijn leven geeft? De kern van het evangelie komt in een aantal passages aan de orde (1:10; 2:8-13). Die kern is: Christus is opgestaan en heeft de dood vernietigd. Die boodschap heeft drie aspecten:

  1. Christus heeft geleden en is gestorven. Daarom zal een ‘soldaat van Christus’ (2:3) ook delen in het lijden. Net als Christus zal een gelovige in deze wereld moeten sterven, volharden en trouw zijn. Maar omdat Christus is opgestaan, is het een sterven ‘met Hem’ (2:11), waarbij Hij kracht geeft in het lijden (1:8).
  2. Christus is opgestaan. Daardoor heeft Hij redding gebracht en het onvergankelijke leven doen oplichten (1:9-10). Het evangelie kan daarom niet worden gevangengezet en zal verkondigd worden aan alle volken (2:9-10; 4:17). Voor ieder die in Christus is, ligt redding en eeuwige luister in het verschiet.
  3. Christus zal komen om zijn heerschappij te stichten (4:1). De ware gelovigen leven in de verwachting van die komst (4:8). Want zoals Christus is opgestaan, zo zullen zij ‘met Hem’ leven (2:8-11). Het kwaad zal niet het laatste woord hebben.

II. Bezonnen omgang met dwaalleer

De dwaalleer

Voor een brief die zo duidelijk tegen dwaalleraren ageert, staat er teleurstellend weinig in over de inhoud van die dwaalleer. Het enige dat Paulus er in deze brief over schrijft, is dat deze mensen beweren dat de opstanding al heeft plaatsgevonden (2:18). Volgens deze dwaalleer komt er geen redding aan het einde van de tijd, maar zijn de gelovigen al volledig verheven tot een hemels bestaan.

Uit Paulus’ woorden kun je opmaken dat deze dwaalleer tot drie problemen leidde.

  1. Ten eerste leidde het tot een devaluatie van deze wereld. Als je als gelovige al tot een hemels bestaan bent opgestegen, dan kun je alleen nog maar neerkijken op deze wereld. Daar sta je dan ver boven. Dat heeft als gevolg dat je je ver houdt van alles wat aards is (ascese) of juist dat het niet meer uitmaakt wat je doet.
  2. Ten tweede leidde het ook tot een devaluatie van de gemeenschap. Want de verlichte, geestelijke gelovigen keken neer op anderen die nog niet tot dieper inzicht waren gekomen. Ook aan iemands lijden lazen ze vermoedelijk af dat diegene niet aan de goede kant stond.
  3. Ten derde leidde deze leer tot een devaluatie van de verwachte komst van het koninkrijk. In plaats van hoop voor de wereld kwam de huidige verlossing van het individu centraal te staan.

In het vroege christendom waren er verschillende visies op de verhouding tussen deze wereld en de komende wereld. Is de wereld onderdeel van Gods goede schepping? Of is ze verdorven en gaat ze voorbij? Moeten mensen hun bestaan afstemmen op deze wereld of zich volledig onttrekken aan de wereld (ascese)?

In de pastorale brieven (1-2 Timoteüs en Titus) is het een belangrijk punt dat God schepper is. De huidige wereld mag daarom ervaren worden als een gift van God. Een vroom leven wordt zichtbaar in de ‘gewone’ gang van zaken. Het vrome leven is in deze wereld. Deze nadruk op het leven in de huidige schepping staat tegenover de dwaalleer. Paulus zet zijn hakken ook in het zand met betrekking tot de ervaring van de opstanding. In andere brieven van Paulus spreekt hij expliciet van ‘opgestaan zijn’ met Christus als beeld van het nieuwe leven van de gelovigen. In deze brief staat centraal dat Christus’ opstanding al wel heeft plaatsgevonden, maar dat de redding van de gelovigen in de toekomst zal plaatsvinden. Het criterium voor ware gelovigen is dan ook of zij verlangen naar het toekomstige moment van Christus’ komst.

Hoe moet Timoteüs omgaan met de dwaalleraren?

Paulus is overduidelijk in zijn aversie tegen dwaalleraren: ze zijn een voortwoekerend gezwel (2:17), hebben een zieke geest en een onbetrouwbaar geloof (3:8). De dwaalleer zet hij weg als hol gezwets en eindeloze speculatie. In geen geval moet Timoteüs naar hen luisteren of met hen in discussie gaan. Hij moet juist vasthouden aan wat hem geleerd is (3:14), standvastig bij de kern van het evangelie blijven en een deugdelijk leven leiden ten overstaan van de tegenstanders (2:22-25). Hij moet de boodschap verkondigen, of het uitkomt of niet, terechtwijzen, vermanen en onderrichten (4:2). Daarbij zijn de voorbeelden uit het verleden en de heilige geschriften zijn kompas (3:14-17). Naast dwaalleraren bestrijden moet Timoteüs ook de mensen die hem trouw zijn, blijven onderwijzen, om te voorkomen dat zij meegesleurd worden door de dwaalleer.

Paulus’ advies heeft in onze tijd veel lezers tegen de haren in gestreken. Niet in discussie willen gaan lijkt een zwaktebod. Als je deze brief in de handen ziet van een autoritaire leiding die vanuit een onaantastbare positie alle kritiek negeert en van zich afschudt, is die weerzin tegen Paulus’ raadgevingen misschien wel terecht. Timoteüs’ situatie is echter veel kwetsbaarder. Hij heeft geen machtig instituut achter zich, maar heeft te maken met kleine gemeenschappen, waarbij hij echt wat te verliezen heeft.

Misschien kunnen we ons iets meer voorstellen bij Paulus’ advies in een tijd waarin common sense een schaars goed is geworden. Mensen gaan in hun eigen bubbel uit van hun eigen feiten; discussie leidt dan meestal slechts tot verwijdering.

In alle voorzichtigheid zijn er drie overeenkomsten te noemen tussen de dwaalleer in 2 Timoteüs en ideeën in onze tijd.

  1. Net als bij de dwaalleraren, die gericht waren op hun eigen geestelijke verheffing en neerkeken op anderen, kan een focus op het individuele geestelijke welbevinden ten koste gaan van verbinding met de gemeenschap. Door de overtuiging spiritueel en moreel verlicht te zijn, ligt hoogmoed op de loer.
  2. Net als de dwaalleraren brengen welvaartspredikers een misvormd evangelie waarin het lijden wordt weggepoetst. Waar Paulus benadrukt dat een 'soldaat van Christus' (2:3) zal delen in het lijden, verkondigen zij dat geloof tot materiële zegen leidt. De boodschap dat 'de opstanding al heeft plaatsgevonden' vertaalt zich vandaag in de belofte van een hemels leven op aarde, compleet met rijkdom en gezondheid.
  3. Net als de dwaalleraren toen zijn er mensen die zich presenteren als bezitters van geheime kennis. Ze beweren toegang te hebben tot verborgen waarheden die de gewone mens ontgaan. Complotdenkers bijvoorbeeld. Daarbij ondergraven zij legitieme autoriteit en stellen ze de werkelijkheid eenzijdig en versimpeld voor.

III. Morele aanwijzingen voor Timoteüs en voor de kerk

Aanwijzingen voor Timoteüs

Naast de waarschuwingen tegen dwaalleraren bevat deze brief uitgebreide morele aanwijzingen voor Timoteüs’ persoonlijke vorming. Paulus spoort hem aan tot 'rechtvaardigheid, geloof, liefde en vrede' (2:22) en benadrukt deugden als bezonnenheid, verdraagzaamheid en zachtmoedigheid (2:24-25). Deze aansporingen volgen het patroon van de Grieks-Romeinse ethiek, waarin een mentor zijn leerling vormt door concrete karaktereigenschappen voor te houden. Net als in de filosofische traditie gebruikt Paulus zichzelf als levend voorbeeld (3:10-11) en benadrukt hij het belang van volharding en zelfbeheersing. Dit alles past bij het karakter van de brief, die een literair testament is: praktische wijsheid wordt doorgegeven aan (een) (geestelijke) nakomeling(en).

Wat minder goed past bij de Grieks-Romeinse ethiek is de paradox van het lijden. Lijden en zwakheid werd destijds gezien als iets schandelijks. En wat schaamte opleverde, moest vermeden worden. Paulus roept Timoteüs daarentegen op zich niet te schamen voor de Heer en voor Paulus. Ook al zijn die in de ogen van de wereld zwak en verachtelijk, het evangelie van de opstanding toont juist dat in die weg de overwinning ligt besloten.

Aanwijzingen voor de kerk

In de pastorale brieven is een verschuiving zichtbaar van de kerk als lichaam naar de kerk als huis. Bij het eerste beeld is onderlinge afhankelijkheid en gelijkwaardigheid een belangrijk aspect. Het beeld van het huis zet juist hiërarchie voorop: een huis heeft een pater familias en aan hem ondergeschikte categorieën mensen, zoals zonen, vrouwen, kinderen en slaven. Deze manier van gemeenschapsorganisatie past bij een situatie waarin het aanvankelijke enthousiasme van een jonge gemeenschap heeft plaatsgemaakt voor het streven naar stabiliteit en continuïteit.

Tegelijk is het ook een aanpassing aan hoe de samenleving eruit moest zien volgens Grieks-Romeinse begrippen. Dit is bijvoorbeeld zichtbaar aan het woord ‘vroomheid’. Dit woord is typisch voor de godsdienst van die tijd, maar in Paulus’ eerdere brieven komt het niet voor.

Vanuit de pastorale brieven ontstaat de algemene indruk dat radicaal kerk-zijn (het beeld van de eerste brieven van Paulus) verschuift naar een gematigde houding, een verschuiving van levendige extase naar vroomheid in het gewone leven. Deze ontwikkeling is niet zwart-wit, het is meer een accentverschuiving.

Sommige Bijbelwetenschappers zien deze ontwikkeling als een weerspiegeling van de specifieke omstandigheden die uit de pastorale brieven blijken. Dat Paulus hier iets andere dingen schrijft en andere termen gebruikt dan in zijn eerdere brieven zou dan het gevolg zijn van nieuwe ontwikkelingen. Het is volgens de meeste Bijbelwetenschapers aannemelijker dat de pastorale brieven een latere situatie weerspiegelen en dus niet door Paulus zelf geschreven zijn. De daadwerkelijke auteur zou dan iemand uit de school van Paulus zijn die één of twee generaties later leefde.

Conclusie

De tweede brief aan Timoteüs presenteert zich als het testament van een martelaar die zijn geestelijke erfenis doorgeeft. De brief draait om een kernvraag: hoe blijf je trouw aan het evangelie wanneer dwaalleraren de waarheid verdraaien en medestanders je in de steek laten? Paulus' antwoord is drieledig.

Ten eerste moet Timoteüs zich vasthouden aan de kern van het evangelie: Christus' overwinning op de dood en zijn verwachte komst. Deze boodschap vormt het fundament waarop alles rust, een onwrikbare basis te midden van alle verwarring. Ten tweede vraagt trouw om een bepaalde houding: volharding in het lijden, bezonnenheid en zachtmoedigheid tegenover tegenstanders. Paulus toont zich hierin als voorbeeld en moedigt Timoteüs aan hetzelfde pad te bewandelen. Ten derde vereist getrouwheid aan het evangelie wijsheid om waarheid en leugen te kunnen onderscheiden, waarbij de heilige geschriften en betrouwbare leraren als toetssteen dienen.

Deze drievoudige benadering weerspiegelt ook de bredere ontwikkeling die de kerk doormaakte. Van een radicale, charismatische beweging groeide zij naar een meer gestructureerde gemeenschap die haar plaats moest vinden binnen de Grieks-Romeinse samenleving. Deze institutionalisering bracht zowel kansen als risico's met zich mee: stabiliteit en continuïteit, maar ook het gevaar van aanpassing ten koste van de profetische scherpte.

Voor elke generatie christenen blijft de uitdaging van 2 Timoteüs relevant: hoe bewaar je de kern van het geloof zonder je af te sluiten voor de wereld waarin je leeft? De brief wijst naar de noodzaak om de kern in het oog te houden en voortdurend te onderscheiden waar het op aankomt. Dat is een balans die steeds opnieuw gevonden moet worden.

Cor Hoogerwerf MA is Specialist vertalen en exegese Nieuwe Testament bij het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.

Ronald de Jong MA was projectmedewerker Preekinspiratie bij het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap en volgt de Master Theologie aan de PThU te Utrecht.

Bronvermelding

Cor Hoogerwerf en Ronald de Jong, 'De boodschap van een martelaarstestament (2 Timoteüs)' in: Met Andere Woorden 44/online (4 september 2025), debijbel.nl.

Geraadpleegde literatuur

  • Beate Ego, Ulrich Heckel en Christoph Rösel (red.), Stuttgarter Erklärungsbibel. Lutherbibel mit Einführungen und Erklärungen, Stuttgart 2023.
  • Annette Merz, ‘De tweede brief aan Timoteüs. Een testament op naam van Paulus’ in: Henk Janssen en Klaas Touwen (red.), In naam van Paulus. Handelingen en de aan Paulus toegeschreven brieven. Exegeses en preken, themanummer Tijdschrift voor Verkondiging 87/7, Vught 2015, 84-91.
  • Nederlands Bijbelgenootschap en Katholieke Bijbelstichting (opdrachtgever), NBV Studiebijbel, Heerenveen 2008.
  • Johnson, Luke Timothy. The First and Second Letters to Timothy. A New Translation with Introduction and Commentary. AYB 35A. New Haven/London 2008.
  • Jürgen Roloff, Der erste Brief an Timotheus, EKK 15, Düsseldorf/Zürich/Neukirchen-Vluyn 1988.
  • Eduard Verhoef, Pastorale brieven. Een praktische bijbelverklaring, Tekst en Toelichting, Kampen 2002.
  • Alfons Weiser, Der zweite Brief an Timotheus, EKK 16/1, Düsseldorf/Zürich/Neukirchen-Vluyn 2003.

Vakblad Met andere woorden

Met Andere woorden is hét tijdschrift dat je up-to-date houdt over het vertalen van de Bijbel. Ook biedt Met Andere Woorden inspirerende artikelen op het snijvlak van vertalen en Bijbeluitleg.

Lees meer

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.38.0
Volg ons