Wat is de functie van een visnet in de Bijbel?
In de tijd van Jezus was de belangrijkste methode van visserij het vissen met een net. Dat kon op drie verschillende manieren: met een sleepnet, een werpnet of een fuik.
Sleepnet
In Matteüs 13:47-48 vergelijkt Jezus
Om het sleepnet uit te spreiden voer de helft van de bemanning het meer of de zee op, terwijl de andere helft op het strand bleef en daar het uiteinde van een van de touwen vasthield. De boot ging het meer op totdat het net helemaal gespannen was. Daarna voer de boot met een wijde bocht terug naar de kust. Vervolgens trokken de vissers vanaf het strand het net met de vissen aan wal. Het net kon ook vanaf de boot aan boord getrokken worden.
Werpnet
Als Jezus in Marcus 1:16-18 zijn leerlingen roept, zijn die juist bezig hun werpnetten in het meer uit te gooien. Een werpnet
Fuik
Een fuik bestond uit twee of drie lagen netten waarvan de buitenste netten een grote maas hadden en de binnenste een fijnere maas (waar de vissen niet doorheen konden). Vissen zwommen door het buitenste net naar binnen, duwden daarbij het binnenste net door het tegenoverliggende buitenste net heen en raakten op die manier in de fuik verstrikt.
Fuiken werden verticaal in het water geplaatst, en op hun plaats gehouden door middel van drijvers aan de oppervlakte van het water en een touw met een loden gewicht aan de onderkant. Vissers zetten de fuiken ’s nachts uit met het idee dat de vissen de valstrik dan niet zouden zien. Ze probeerden de vissen op te jagen richting de fuiken door met hun roeiriemen in het water te slaan. In de ochtend haalden ze de fuiken weer op. Dat het plaatsen van fuiken ’s nachts gebeurde, verklaart de uitspraak van Simon Petrus
Onderhoud van de netten
Na het vissen werden de netten schoongemaakt, gedroogd en gerepareerd (zie Matteüs 4:21). Netten waren gemaakt van linnen of katoen, en daarom was het belangrijk om ze grondig te laten drogen. Als een net goed werd onderhouden kon het één of twee seizoenen mee.