Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Een inleiding van Jeruzalem

Jeruzalem lag tussen de twee grote verbindingswegen in de oudheid: de weg langs de kust, die Egypte met Syrië verbond, en de weg op de Jordaanse hoogvlakte, die naar Arabië leidde. Jeruzalem lag dus niet aan of dichtbij grote verbindingswegen, Dit nadeel zorgde ook voor een groot voordeel: als er oorlogen waren in de omliggende landen, kreeg Jeruzalem daar meestal niet mee te maken. Bovendien leidde er een handelsweg van Jeruzalem via Jericho naar het huidige Jordanië. Jeruzalem ligt in een berggebied en is gebouwd op een aantal bergtoppen, maar ook in drie dalen, die parallel aan elkaar lopen: in het westen en zuiden het Hinnomdal, in het oosten het Kidrondal en in het midden het Tyropoiondal (dat tegenwoordig is opgevuld en dus geen dal meer is). Voor de inwoners van Jeruzalem was het erg belangrijk dat er waterbronnen in en rondom de stad aanwezig waren. De belangrijkste daarvan voor het dagelijkse leven in de stad was de Gichonbron. Deze bron zorgde er ook voor dat de inwoners het konden overleven als de stad was omsingeld door vijanden.

De naam Jeruzalem

In Egyptische teksten uit omstreeks 1800 voor Christus wordt een stad genoemd die mogelijk Roesalimmoem heette. In latere teksten die in Egypte zijn gevonden, heet de stad Oeroesalim, terwijl de Assyriërs spraken van Oersalimmoe. In het Oud-Hebreeuws werd de stad Jeroesjalem genoemd. In later Hebreeuws werd dit Jeroesjalajim, de huidige naam van de stad. De Griekse weergave wijkt af: Hiërosolyma, waarschijnlijk omdat hiëros ‘heilig’ betekent. De naam Jerusalem of Jeruzalem is dus afgeleid van de Hebreeuwse naam voor deze stad. De oorspronkelijke betekenis van de naam zou ‘vestiging van Salim’ kunnen zijn. Salim was een Kanaänitische god.

Andere namen voor Jeruzalem

In de Bijbel komen ook andere namen voor deze stad voor. In de eerste plaats de verkorte naam Salem (Genesis 14:18; Psalm 76:3). Daarnaast wordt de stad in de periode vóór de regering van koning David ook Jebus genoemd (Richteren 19:10-11; 1 Kronieken 11:4-5). De inwoners heetten toen de Jebusieten. Dit is opvallend, want in buitenlandse bronnen uit die periode heet de stad Oeroesalim en niet Jebus.
Daarnaast kan de naam Sion naar Jeruzalem verwijzen (bijvoorbeeld Psalm 48:13), hoewel Sion eigenlijk de naam was van een bergtop. We lezen ook vaak over de Stad van David. Die naam werd eerst gebruikt voor een deel van de stad en later voor de hele stad. Ezechiël noemt Jeruzalem ten slotte Oholiba, wat ‘mijn tent is in haar’ betekent. Met die naam maakt hij duidelijk dat Jeruzalem de hoofdstad is die God voor het volk heeft uitgekozen (Ezechiël 23:4-44).

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons