Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

God als vader

Het beeld van God als vader is belangrijk in veel delen van de Bijbel. Maar het beeld wordt op verschillende manieren gebruikt. God wordt gezien als vader van:

  • het volk Israël
  • individuele rechtvaardigen
  • Jezus
  • christenen
  • alle mensen

Betekenis van God als vader

Het beeld van God als vader, of het aanspreken van God als vader, kan allerlei verschillende associaties met zich meebrengen. Dat hangt nauw samen met de rol van vaders in de betreffende tijd en cultuur. Vaderschap kan onder andere verwijzen naar:

Vader van het volk Israël

In veel godsdiensten in de oudheid werd over goden gesproken als over vaders. In het Oude Testament wordt God vooral als vader van het hele volk van Israël voorgesteld. God heeft als vader van Israël alles voor zijn volk over, maar eist dat het andersom ook zo is: Israël moet trouw zijn aan God. Het volk wordt ook wel voorgesteld als Gods zoon, zie Hosea 11:1-4.

Vader van een individu

In de deuterocanonieke wijsheidsliteratuur wordt het beeld van God als vader ook persoonlijk gemaakt: God als vader van een individuele mensen die naar Gods wil luisteren.

Vader van Jezus Christus

In het Nieuwe Testament wordt ook gesproken over de relatie tussen God en Jezus gesproken als een vader-zoonrelatie:

  • Jezus wordt Gods eerstgeboren Zoon genoemd, door God verwekt.
  • Vooral in het Johannes-evangelie ervaart Jezus zijn verbondenheid met God als een unieke band tussen vader en zoon.

Vader van christenen en van iedereen

In het Nieuwe Testament worden veel aspecten die horen bij de voorstelling van God als vader, toegepast door Jezus:

  • Jezus leert zijn leerlingen om God aan te spreken als vader. Volgens Paulus betekent dit dat christenen zich niet bedrukt hoeven te voelen door het geloof in een hogere macht: ze zijn geen slaven van God, maar ze zijn zijn kinderen.
  • Jezus stelt God ook voor als vader van alle mensen, goede en slechte mensen. God is goed voor hen allemaal. Daarom kunnen mensen uiteindelijk ook geen vijanden meer van elkaar zijn; ze zijn allemaal kinderen van God.

 

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons