Bibliotheek Nederlands Bijbelgenootschap

Gewijde tafereelen in chromolithographieën naar Gustave Doré (1878): Abraham en Isaak.

Crispijn de Passe, Liber Genesis (1612): Adam en Eva.

Crispijn de Passe, Liber Genesis (1612): Adam, Eva, Kaïn en Abel.

Gerard de Jode, Thesaurus Veteris et Novi Testamenti (1585): Legeraanvoerder Barak.

Statenvertaling met aantekeningen van Broedelet (1845): Jezus geneest een blinde.

Julius Schnorr von Carolsfeld (1794–1872): Daniël wordt uit de leeuwenkuil gehaald.

Julius Schnorr von Carolsfeld (1794–1872): David en Jonatan nemen afscheid van elkaar.

Julius Schnorr von Carolsfeld (1794–1872): De herders aanbidden het kind Jezus.

Julius Schnorr von Carolsfeld (1794–1872): De rijke man en de arme Lazarus.

Julius Schnorr von Carolsfeld (1794–1872): De vernietiging van het Assyrische leger van koning Sanherib.

Pieter de Hondt, Taferelen der voornaamste geschiedenissen van het Oude en Nieuwe Testament (1728): De verovering van Jericho.

Julius Schnorr von Carolsfeld (1794-1872): De magiërs uit het Oosten aanbidden het kind Jezus.

Jan Luiken, Schriftuurlyke Geschiedenissen (1712): De zondvloed.

Harriet Beecher Stowe, Woman in Sacred History (1874): Debora.
Julius Schnorr von Carolsfeld (1794–1872): De profeet Elia wordt in de hemel opgenomen.

Biblia sacra polyglotta (1657): Elkana, Hanna en Peninna in Silo.

Jan Luiken, Schriftuurlyke Geschiedenissen (1712): Esau en Jakob.

Harriet Beecher Stowe, Woman in Sacred History (1874): Ester.

Julius Schnorr von Carolsfeld (1794–1872): Ester als koningin gekozen.

Bijbel met platen van Gustave Doré (1870): Ester beschuldigt Haman.

Julius Schnorr von Carolsfeld (1794–1872): De priester Ezra leest aan het volk de wet voor.

Julius Schnorr von Carolsfeld (1794–1872): David doodt de reus Goliat.

Leuvense Bijbel (1560): De profeet Habakuk kijkt uit over het water.

Julius Schnorr von Carolsfeld (1794–1872): Hanna bidt in het heiligdom om een kind.

Julius Schnorr von Carolsfeld (1794–1872): De herbouw van de muren van Jeruzalem onder leiding van Nehemia.

Leuvense Bijbel (1560): De profeet Hosea met zijn gezin.

Julius Schnorr von Carolsfeld (1794–1872): De eerloze dood van Izebel.

Bijbel met platen van Gustave Doré (1870): Jaël laat de dode legeraanvoerder Sisera zien.

Gerard de Jode, Thesaurus Veteris et Novi Testamenti (1585): De zegen van Jakob voor Aser.

Gerard de Jode, Thesaurus Veteris et Novi Testamenti (1585): De zegen van Jakob voor Benjamin.

Gerard de Jode, Thesaurus Veteris et Novi Testamenti (1585): De zegen van Jakob voor Dan.

Gerard de Jode, Thesaurus Veteris et Novi Testamenti (1585): De zegen van Jakob voor Gad.

Gerard de Jode, Thesaurus Veteris et Novi Testamenti (1585): De zegen van Jakob voor Issachar.

Gerard de Jode, Thesaurus Veteris et Novi Testamenti (1585): De zegen van Jakob voor Jozef.

Gerard de Jode, Thesaurus Veteris et Novi Testamenti (1585): De zegen van Jakob voor Juda.

Gerard de Jode, Thesaurus Veteris et Novi Testamenti (1585): De zegen van Jakob voor Levi.

Gerard de Jode, Thesaurus Veteris et Novi Testamenti (1585): De zegen van Jakob voor Naftali.

Gerard de Jode, Thesaurus Veteris et Novi Testamenti (1585): De zegen van Jakob voor Ruben.

Gerard de Jode, Thesaurus Veteris et Novi Testamenti (1585): De zegen van Jakob voor Simeon.

Gerard de Jode, Thesaurus Veteris et Novi Testamenti (1585): De zegen van Jakob voor Zebulon.

Julius Schnorr von Carolsfeld (1794–1872): De profeet Jeremia in de verwoeste stad Jeruzalem.
Julius Schnorr von Carolsfeld (1794–1872): Jezus geeft uitleg aan zijn leerlingen op een berg.

Julius Schnorr von Carolsfeld (1794–1872): Jezus sterft aan het kruis.

Julius Schnorr von Carolsfeld (1794–1872): Jezus wast de voeten van Petrus.

Julius Schnorr von Carolsfeld (1794–1872): Jezus wekt de dochter van Jaïrus op.

Gerard de Jode, Thesaurus Veteris et Novi Testamenti (1585): Jezus wekt Lazarus op uit de dood.

Julius Schnorr von Carolsfeld (1794–1872): Jezus gaat naar de hemel.

Julius Schnorr von Carolsfeld (1794–1872): Jezus staat op uit het graf.

Julius Schnorr von Carolsfeld (1794–1872): Job en zijn drie vrienden.
Julius Schnorr von Carolsfeld (1794–1872): Johannes de Doper doopt Jezus.