Job 42:1-6 – Preekinspiratie


Klik om deze passage te lezen in de NBV21
Waar gaat het om in dit gedeelte?
Bekijk de video
met dr. Paul Visser, Den Haag
Lees hier de tekst van de video
Overrompeld en opgebeurd door Gods eigen spreken geeft Job antwoord. Apart. Je hoort een ander mens terwijl het toch dezelfde man is. Dat komt ervan als God voorbij komt en het woord neemt. Al veranderen de omstandigheden daarmee niet gelijk. Net zomin als dat gebeurde bij Job. Je verandert er zelf wel van. Je onrust maakt plaats voor rust. Je opstand verandert in overgave. Vertrouwen wint het van vertwijfeling.
Een regelrecht wonder is dat. Een wonder wat niet onderdoet voor die wonderen die wij vaak verlangen. Spectaculairder en waarmee God zich dan zichtbaar zou moeten bewijzen. Nou, als God zich ergens bewijst, bewijst dat Hij leeft en machtig is, dan blijkt dat wel uit het antwoord van Job. Zeker als je bedenkt wat hij er eerder uitgegooid had. Hoor maar uit Job 42.
‘Nu antwoordde Job de Heer: “Ik weet dat niets buiten uw macht ligt en geen enkel plan voor u onuitvoerbaar is. Wie was ik dat ik door mijn onverstand uw besluit wilde toedekken?”’ (Kun je ook wat vrijer vertalen: ‘Daar mijn eigen etiket op wilde plakken.’) ‘Werkelijk ik sprak zonder enig begrip over wonderen te groot voor mij om te bevatten. U zei: “Luister, nu zal ik spreken. Ik zal jou ondervragen. Zeg me wat je weet.” Ik heb u horen spreken en nu heb ik gezien wie u bent. Daarom zal ik verder zwijgen. Nu vind ik troost voor mijn kommervol bestaan.’
Waar doelt Job eigenlijk op? Nou, eerder had Job van God gelijk gekregen tegenover zijn vrienden. Zij dachten met hun wijsheid het bij het rechte eind te hebben, maar zaten ernaast. Tegelijk had Job zelf er ook dingen uitgekraamd die niet klopten. Keer op keer had hij namelijk bij hoog en laag beweerd dat God er in zijn woede op los had geslagen zonder dat hij Job het daarna gemaakt had. Het ene moment had dat geleid tot felle aanklachten richting de hemel. Het andere moment zat hij totaal ontredderd op de grond. Maar nu, zo zegt hij, heb ik ontdekt dat ik ernaast zat. Mijn stellige bewering dat God mijn leven in onberekenbare woede stuk geslagen had, kwam voort uit puur onverstand. Uit het idee dat het kwaad wat ons treft altijd een teken is van Gods toorn. Dwaas was dat. Door dat etiket zet ik U in een hokje. Nu heb ik u horen spreken en nu besef ik dat U mijn begrip te boven gaat en U in geen enkel vakje past. Daarom doe ik er van nu af liefst het zwijgen toe en laat ik u zijn wie U bent.
Nu ook zijn eigen redenering over God hem uit handen is geslagen. Weet Job niet meer van God, maar minder. Tegelijk ziet hij nu meer dan ooit wie God is. Hij ziet het beter dan daarvoor. Niet langer iemand die van de ene op de andere dag zonder reden in woede tegen je kan uitvaren en je neer kan slaan. Onberekenbaar. Een bevrijdende gedachte die Job verloste van dat kwellende idee dat God uiteindelijk niet te vertrouwen zou zijn. Van dat pijnpunt is hij af. Die giftige angel is eruit. Het geeft me troost, zegt hij, in mijn kommervol bestaan dat ik God niks meer hoef te verwijten.
Intussen blijft het kommervol, evil, dat bestaan van ons. Maar dat is niet te danken aan een soort onbeheerste hemelse woede. Waaraan dan wel? Job weigert nog langer te raden en te gissen. Nu door het over en weer tussen God en hem het vertrouwen in God is hersteld, laat hij God en blijft hij als mens.
Hij weet wel hoe het niet is, maar hij weet niet hoe het wel is. Toegegeven, dat blijft vaak ingewikkeld genoeg. Maar toch leven met open einden en rafelranden kan bevrijdender zijn dan redeneren en concluderen vanuit een strak stramien of een vast patroon. Want dat leidt vroeg of laat altijd tot felle verwijten aan God. Omdat het dan niet klopt en Hij dus niet deugt of vals speelt. Precies zoals Satan graag wil en wat je één en andermaal ook bij Job zag gebeuren.
Paulus haakt hier later bij aan in zijn brief aan de gemeente van Rome. De conclusie van Job dat over veel van wat wij lijden geen zinnig woord te zeggen valt, neemt Paulus als uitgangspunt. Onomwonden schrijft hij dat de schepping aan de zinloosheid is onderworpen. Op het waarom en het waartoe van de dingen krijg je geen grip. Wat valt er dan nog te zeggen? Niks, zegt Paulus, behalve dit ene. Als God voor ons is, wie of wat zal dan tegen ons zijn?
Rondom het boek Job is dit webinar gemaakt en via de link terug te zien, inclusief links naar achtergronden bij dit webinar:
Ter inspiratie: De troost van Job
Soms kan één woord alles veranderen. In het verhaal van Job maakt een nieuwe vertaling het verschil tussen boete en troost. Waar traditionele vertalingen Job laten buigen in berouw, toont de NBV21 ons een Job die troost vindt midden in zijn lijden.
Job was een rechtvaardige die alles verloor. Zijn vrienden kwamen hem troosten, maar hun woorden bleken leeg. Ze behandelden hem als een geval dat opgelost moest worden. ‘Je zult het ergens toch wel aan jezelf te wijten hebben’ – een oordeel dat ook vandaag nog vaak klinkt. Pijnlijk treft het mensen die gebukt gaan onder ziekte, verlies en zware tegenslag. Eigen schuld.
Maar Job hield vol: ik ben onschuldig. Zijn vragen waren terecht, zijn frustratie begrijpelijk. Uiteindelijk sprak God tot hem, niet om hem te straffen of om hem zijn schuld in te wrijven, maar om hem te laten zien dat het mysterie van het leven veel groter is dan een mens kan bevatten.
Gods antwoord biedt geen kant-en-klare oplossing. Wel laat God aan Job zien dat Jobs onschuld en Gods rechtmatige bestuur naast elkaar kunnen bestaan. Chaos en kwaad krijgen ruimte in deze wereld, meer dan Job had gedacht. God waarborgt de orde, daar kan een mens op rekenen. Maar God narekenen is een onmogelijkheid. In die zin tasten we in het duister.
In dat besef vindt Job troost. Niet omdat zijn problemen zijn opgelost, maar omdat hij zijn vertrouwen in God terugvindt. Hij begrijpt dat God niet zijn vijand is, maar aan zijn kant staat. Waarom God de macht van chaos en kwaad speelruimte toestaat, krijgt hij niet te horen. Waarom het kwaad nu net hem kapot kon maken, krijgt hij niet te horen. Maar dat God níet zei, zoals zijn vrienden, ‘eigen schuld’, dát maakt alles uit.
Jobs troost is niet automatisch onze troost. Job krijgt een direct antwoord van God. Die ervaring is maar weinigen gegeven. En Job wás onschuldig, terwijl veel mensen die lijden gebukt gaan onder (al dan niet terechte) schuldgevoelens. Toch is Jobs troost ook vandaag betekenisvol. Voor wie zich verloren voelt, voor wie worstelt met vragen zonder antwoorden, voor wie pijn draagt die anderen niet begrijpen. Kant-en-klare antwoorden zijn er nog steeds niet. Maar wel de belofte dat God naast je staat.
Uitgelicht
In de Bijbelse cultuur horen rouw en troost bij elkaar. Jobs vrienden delen eerst in Jobs rouw, daarna proberen ze hem te troosten, oftewel: zijn rouw te beëindigen. Waar de vrienden falen, brengt God de ommekeer en is Job getroost. Bijbelse troost is niet alleen iets innerlijks, maar ook concreet het beëindigen van rouw, opstaan uit het vuil en terugkeren naar het sociale leven.
Meer weten?
Wil je op het gebied van exegese gelijk meer weten over deze passage?
Op deze pagina
Hier
En wanneer je een Plus-account hebt, vind je hier
Op deze pagina:
... vind je in video-vorm en tekst inspiratie voor een preek verbonden aan de kern van dit Bijbelgedeelte.
Jobs slotwoord vormt de ontknoping van het boek, de les die Job trekt uit alles wat God tegen hem gezegd geeft. Hij staakt zijn protest en is getroost.
Je vindt op deze pagina ook links naar meer achtergrondinformatie bij deze passage. Dit alles helpt je om een goed onderbouwde en inspirerende preek te maken die ingaat op actuele vragen.
