Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
Bram Oudenampsen

4/10 - Zorgen voor de armen

Bijbeltekst(en)

Matteüs 6

1Let op dat jullie je gerechtigheid niet tentoonspreiden om door de mensen gezien te worden. Dan beloont jullie Vader in de hemel je niet. 2Dus wanneer je iemand iets geeft uit barmhartigheid, bazuin dat dan niet rond, zoals de huichelaars doen in de synagoge en op straat om door de mensen geprezen te worden. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. 3Als je iets uit barmhartigheid geeft, laat dan je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet. 4Zo blijft je gift in het verborgene, en jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen.

Matteüs 6:1-4NBV21Open in de Bijbel

In Nederland hebben we een georganiseerde armenzorg: er zijn allerlei uitkeringen, regelingen en kortingen mogelijk voor mensen die moeite hebben om rond te komen.
In de Grieks-Romeinse wereld was een georganiseerd vangnet tegen armoede niet aan de orde. Rijkdom was het zichtbare bewijs dat je een streepje voor had bij de goden Was je arm, dan was het je eigen schuld en had je waarschijnlijk iets verkeerd gedaan. Een.
Een ander geluid komt uit Israël. Arme volksgenoten mogen de Israëlieten ‘niet koud laten’ (Deuteronomium 15:7), en God roept de Israëlieten op om ‘vrijgevig te zijn tegenover iedereen in uw land die in armoede leeft of er slecht aan toe is’ (vers 11). Arme mensen staan niet aan de zijkant of in de marge, maar juist in het centrum van Gods aandacht en liefde.
Als Jezus in Matteüs 6:1-4 spreekt over het geven van giften uit barmhartigheid, staat Hij hiermee dus helemaal in lijn met de Joodse traditie. Het geven zelf staat in dit gedeelte dan ook niet ter discussie. Wat wel centraal staat, is de wereld achter dit geven. Met welke bedoeling doe je dit? En voor wie? Wat hoop je dat het je oplevert? Dat zijn de vragen die Jezus centraal zet.

Achter de oproep om in het verborgene te geven, zit de overtuiging dat God zelf ook actief is in het verborgene. Niet direct zichtbaar voor onze waarneming en niet altijd na te rekenen of te volgen. Als je in het verborgene geeft, doe je daarmee God na. En God, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen.

Als je Jezus’ woorden doortrekt, is een heel toegewijde gelovige dus eigenlijk iemand die van de buitenkant helemaal niet gelovig lijkt: je ziet hem of haar nooit geld geven, vasten of andere goede dingen doen. Wat vind je van deze gedachte?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.7
Volg ons