Dag 34 – De lijdende dienaar
Bijbeltekst(en)
Jesaja 53
In deze profetie uit het boek Jesaja belooft God zijn volk een bevrijder. Iemand die hen niet alleen zal bevrijden van onderdrukking, maar – belangrijker nog – van hun allergrootste vijand: opstandigheid tegen God, waardoor de mens van God vervreemd is geraakt. Het woord ‘bevrijder’ roept het beeld op van een charismatisch, indrukwekkend figuur. Maar de bevrijder die God belooft, past niet in dat plaatje. Andere mensen voelen zich juist door hem afgestoten. Zoals er in die tijd op een zieke werd neergekeken, omdat lijden gezien werd als een straf van God, zo wordt Gods dienaar veracht en gemeden. De dienaar is als een zwak plantje dat maar ternauwernood overleeft. Hoe kan hij een bevrijder zijn? Maar dan, in vers 4, blijken de zwakheid en ziekte waardoor we zo op hem neerkeken, onze eigen zwakheid en ziekte te zijn. Dat wat de straf was voor ónze zonden, heeft hij op zich genomen. Alleen zo kunnen de mensen bevrijd worden en kan de band met God worden hersteld.
In Handelingen 8:26-35 leest een man uit Ethiopië dit gedeelte uit Jesaja. De apostel Filippus legt hem uit dat het een profetie is over Jezus, de Messias, die door zijn lijden de zonden van de wereld heeft weggenomen.
Zonde en straf – die woorden hoor je niet zo vaak meer. Vind je dat een goede ontwikkeling, of juist niet?