Dag 33 – De Messias
Bijbeltekst(en)
Matteüs 16
Wie is Jezus?
Jezus stelt zijn leerlingen een indringende vraag: ‘Wie zeggen de mensen dat de Mensenzoon is?’ Het woord ‘Mensenzoon’ was een titel voor de Messias, maar betekent ook eenvoudigweg: een mens. Zou het volk begrijpen dat Jezus, behalve een gewoon mens, ook de Zoon van God is, de beloofde Messias? Het antwoord van de leerlingen wijst niet direct in die richting. Ze noemen allerlei namen die met Jezus in verband worden gebracht: Johannes de Doper, Elia en Jeremia. Stuk voor stuk indrukwekkende namen. Maar al deze personen waren slechts voorlopers van de Messias, niet de Messias zélf.
Dan stelt Jezus een tweede vraag: ‘Wie zeggen jullie dat Ik ben?’ Petrus antwoordt: ‘U bent de Messias, de Zoon van de levende God.’ Jezus prijst Petrus om zijn woorden. Toch drukt Hij zijn leerlingen op het hart om dit geheim te houden, misschien omdat de titel ‘Messias’ verkeerde verwachtingen zou oproepen: het Joodse volk hoopte op een koning die hen van de Romeinse overheersing zou bevrijden. Maar Jezus wist dat zijn opdracht er anders uit zou zien. Hij zou een lijdende Messias zijn. Door wat er binnenkort met Hem zou gaan gebeuren, zou de waarheid vanzelf aan het licht worden gebracht.
Welke overeenkomsten zie je tussen Johannes, Elia en Jeremia aan de ene kant en Jezus aan de andere kant? Hoe verschillen ze van elkaar?