Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

5/10 - De belofte aan Abraham (en elke gelovige)

Bijbeltekst(en)

16Maar de belofte berust op geloof, omdat ze een geschenk van God moest zijn. Want zo is ze van kracht voor heel het nageslacht, niet alleen voor hen die de wet hebben maar ook voor wie delen in het geloof van Abraham, die de vader is van ons allen. 17Er staat immers geschreven: ‘Ik maak je de vader van vele volken.’ En hij is dit ten overstaan van God, die de doden levend maakt en in het leven roept wat niet bestaat. In Hem stelde hij zijn vertrouwen. 18Zelfs toen alle hoop vervlogen was, bleef Abraham hopen en geloven dat hij de vader van vele volken zou worden, zoals hem was beloofd: ‘Zo talrijk zullen je nakomelingen zijn.’ 19Hij was al ongeveer honderd jaar oud, maar zijn geloof verzwakte niet als hij dacht aan zijn uitgeleefde lichaam en aan Sara’s dode schoot. 20Hij twijfelde niet aan Gods belofte; zijn geloof verloor hij niet, integendeel, hij werd erin gesterkt en bewees zo eer aan God. 21Hij was ervan overtuigd dat God bij machte was te doen wat Hij had beloofd, 22en dat geloof werd hem als rechtvaardigheid toegerekend. 23De woorden ‘dat werd hem toegerekend’ zijn niet alleen voor hem opgeschreven, 24maar ook voor ons, want ook wij zullen als rechtvaardigen worden aangenomen omdat we ons vertrouwen stellen in Hem die Jezus, onze Heer, uit de dood heeft opgewekt: 25Hij die werd prijsgegeven om onze zonden en werd opgewekt omwille van onze rechtvaardiging.

Romeinen 4:16-25NBV21Open in de Bijbel

Abraham is een belangrijk voorbeeld voor het Joodse volk, en de belangrijkste voorvader. Lang geleden had God Abraham talloze nakomelingen beloofd. Uit die nakomelingen groeide uiteindelijk het volk Israël. Het teken van Gods belofte aan Abraham was de besnijdenis van alle pasgeboren jongetjes. Maar Paulus noemt Abraham hier (revolutionair!) de voorvader van de mensen die niet besneden (dus niet-Joods) zijn! Niet daden of besnijdenis, maar geloof, daar begint het mee – voor Abraham en voor alle gelovigen na hem.

God beloofde Abraham dus dat hij de vader van vele volken zou worden (Genesis 17:5). Het Joodse volk was slechts één volk, dus God had ook toen al een reddingsplan voor de andere volken. Door de komst van Jezus Christus, door zijn sterven en opstanding, kunnen volgens Paulus nu alle volken door God worden gered en voor eeuwig in vrede met Hem leven. Dat komt allemaal door Gods goedheid! Hij verdient daarvoor alle eer, zoals ook Abraham God eerde toen hij op wonderbaarlijke wijze een kind ontving. Abraham eerde God door Hem te geloven – ook toen het ongelooflijk leek wat God beloofde.

God beloofde Abraham een nieuw land. Paulus legt dat hier op een manier uit die groter is dan één land voor één volk: dankzij Jezus mogen mensen uit alle volken onderdeel zijn van Gods nieuwe wereld.

Abraham is een voorbeeld voor ons vanwege de manier waarop hij op Gods beloften vertrouwde. Welke mensen in jouw omgeving zijn belangrijke geloofsvoorbeelden voor jou?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.21.9
Volg ons