Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
25 maart 2024Emmanuel Wybo

Mijn God, Mijn God, waarom hebt U mij verlaten?

Toch geen uitroep van godverlatenheid?

Voelde Jezus zich van God verlaten toen hij aan het kruis genageld was? Het is een intrigerende vraag. Spontaan willen we ‘nee’ antwoorden. Hoe kan de Zoon, die ten diepste verbonden is met zijn Vader en de Heilige Geest, zich nu verlaten voelen? Het lijkt bijna een absurd gegeven.

En toch vinden we zowel in het Marcus- als het Matteüsevangelie een passage die lijkt te bevestigen dat Jezus zich door God verlaten voelde. Het alom bekende ‘Eli (of Eloï), Eli, lema sabachtani,’ ofwel: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten?’ (Matteüs 27:46 en Marcus 15:34). Hoe kunnen we dit nu niet als een uitroep van godsverlatenheid zien? Het staat toch letterlijk zo in de Bijbeltekst?

En toch durf ik stellen dat deze ene uitroep geen schreeuw van godsverlatenheid is. De bekende uitroep ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten?’ is namelijk het openingsvers van Psalm 22. Jezus kende als praktiserende jood deze psalm ongetwijfeld. Hij moet hem vaak gebeden hebben. Het is dus logisch dat Hij in een moment van opperste pijn teruggrijpt naar een vertrouwde tekst, woorden zoekt in een moment waarop eigen woorden moeilijk te vinden zijn.

Voor de koorleider. Op de wijs van De hinde van de dageraad. Een psalm van David.

2Mijn God, mijn God,

waarom hebt U mij verlaten?

U blijft ver weg en redt mij niet,

ook al schreeuw ik het uit.

Psalmen 22:2NBV21Open in de Bijbel

Psalm 22: voorbij de godverlatenheid

Echter, Psalm 22 is geen psalm die in z’n geheel over godsverlatenheid gaat, integendeel. In de eerste drie verzen schreeuwt de psalmist het inderdaad uit. Maar vanaf vers 4 wordt dit reeds gevolgd door een lofzang voor God. ‘Op U hebben onze voorouders vertrouwd; zij hebben vertrouwd en U verloste hen’ (v. 5). De psalmist geeft hier al aan dat de vorige generaties die om God schreeuwden, door Hem werden verlost. Vanaf vers 22b vindt dan een heuse omwenteling plaats: ‘U geeft mij antwoord’. (…) ‘Hij (de Heer) wendt zijn blik niet van hem (de zwakke) af, maar hoort zijn hulpgeroep. Daarom klinkt mijn lofzang in de kring van het volk.’

De psalmist, die zich aan het begin van de psalm nog door God verlaten voelde, heeft antwoord gekregen van God en schreeuwt opnieuw – niet uit verlatenheid, maar om God lof te betuigen. Het gevoel van godsverlatenheid heeft volledig plaatsgemaakt voor opperst vertrouwen in God.

Met dit verstaan van Psalm 22 verandert de interpretatie van de schreeuw van de gekruisigde Christus. Jezus mag dan wel zeggen: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt U mijn verlaten,’ Hij weet zeer goed hoe die psalm afloopt. Hij heeft de psalm ontelbare keren gebeden en bestudeerd in zijn leven. Zo weet Jezus dus zelf ook dat de lijdende mens uit de psalm uiteindelijk wordt verhoord door God en opstaat uit de pijn. Voor Jezus zelf zal het ook zo verlopen: eerst schreeuwt Hij op het kruis, maar uiteindelijk overwint Hij de dood. De godsverlatenheid maakt plaats voor opperste lof en vertrouwen op God. Heil komt het uitverkoren volk van God toe, en zelfs ook alle andere volkeren.

De schreeuw van Jezus in het evangelie van Marcus en Matteüs is volgens deze lezing geen schreeuw van godsverlatenheid, wel van opperste overgave aan God. Inhoudelijk ligt dit in het verlengde van Jezus’ gebed bij Getsemane, net voor zijn arrestatie: ‘Vader, als het niet mogelijk is dat deze beker aan Mij voorbijgaat zonder dat Ik eruit drink, laat het dan gebeuren zoals U het wilt’ (Matteüs 26:42).

Op basis van één vers?

Maar wat als Psalm 22 en de passages in het Marcus- en Matteüsevangelie nu niet gelinkt zijn? Kan het niet toevallig zijn dat dezelfde schreeuw op twee plaatsen in de Bijbel voorkomt? De Bijbel is uiteindelijk een lijvig boek.

Dit zou een terechte bedenking zijn als er slechts één vers is dat deze oudtestamentische tekst met de evangeliën gemeen zou hebben. Er is namelijk nog meer dat de evangelisten overnemen uit Psalm 22. Zo komt het dobbelen om kleren terug in vers 19 van de psalm. En laten Marcus en Matteüs zich inspireren door spottende mensen in vers 9: ‘Wend je tot de Heer! Laat Hij je verlossen, laat Hij je bevrijden, Hij houdt toch van je?’ Aangezien Jezus verweten werd Zoon van God te zijn, spotten omstaanders en de hogepriesters, schriftgeleerden en oudsten dat Hij zichzelf dan maar moet redden.

De uitroep van Jezus in de evangeliën is dus wel degelijk te verbinden aan Psalm 22.

Niet altijd wat het lijkt

In de Bijbel is niet alles wat het lijkt. Zelfs passages die ondubbelzinnig lijken, dienen binnen een bredere context geplaatst te worden. In dit geval mogen we ervan uitgaan dat, aangezien Jezus ook volledig mens was, Hij enorm veel pijn had. Van zijn Vader verlaten voelde Hij zich echter niet.

Emmanuel Wybo is directeur Bijbeldienst van het Bisdom Brugge en van Biblia, het Bijbels belevingscentrum in het Grootseminarie van Brugge, theoloog, echtgenoot en vader van een pasgeboren dochter.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.18.12
Volg ons