Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
19 februari 2024Pieter Lalleman

Hoe Marcus de Bijbel ziet

Direct na het opschrift van zijn boek (zie hierover Marcus valt met de deur in huis) laat Marcus zien hoe bij de komst van Jezus allerlei profetieën in vervulling gaan. Anders dan Matteüs gebruikt hij de uitdrukking ‘vervullen’ echter niet. Hij citeert aan het begin van vers 2 de woorden van de profeet met de inleiding ‘Er staat geschreven bij de profeet Jesaja.’ Letterlijk staat er ‘Zoals geschreven staat bij de profeet Jesaja’. Daarbij aansluitend vervolgt Marcus in vers 4 ‘… gebeurde het dat Johannes …’. Met deze woorden suggereert hij dus dat het optreden van Johannes door Jesaja was voorzegd.

Tussen deze uitleggende zinnen in, in de verzen 2 en 3, haalt hij de woorden van de profeet aan. Maar wacht eens? Zijn al die woorden wel van Jesaja? Marcus schrijft:

2Er staat geschreven bij de profeet Jesaja:

‘Let op, Ik zend mijn bode voor Je uit,

hij zal Je een weg banen.

3Een stem roept in de woestijn:

“Maak de weg van de Heer gereed,

maak recht zijn paden!”’

Marcus 1:2-3NBV21Open in de Bijbel

De woorden van vers 2b zul je tevergeefs zoeken in Jesaja. Ze komen uit Maleachi 3:1! De woorden van vers 3 komen wel uit Jesaja, en wel uit Jesaja 40:3. Maakt Marcus dan geen domme fout door alleen Jesaja te noemen als bron voor zijn citaten? Nee, niet naar de maatstaven van die tijd. Een schrijver kon twee bronnen combineren en alleen de belangrijkste van de twee bij naam noemen.

Subtiele verwijzing

Marcus begint dus met een uitvoerige verwijzing naar de joodse heilige boeken, maar dat doet hij niet altijd. Kijk maar eens naar het tiende vers van dit eerste hoofdstuk. Jezus is door Johannes gedoopt en komt omhoog uit het water. Op dat moment wordt, schrijft Marcus, de hemel opengescheurd. Dat is een vreemde manier van zeggen, zowel in de oorspronkelijke taal (het Grieks) als in het Nederlands. Je zou een ander woord voor openen verwachten. Wanneer je zoekt naar een verklaring voor Marcus’ opvallende woordkeus, merk je dat hij zijn lezers opnieuw verwijst naar Jesaja, en wel naar de Hebreeuwse tekst van Jesaja 63:19

19Het is alsof U nooit over ons hebt geheerst,

alsof uw naam nooit over ons is uitgeroepen.

Scheurde U maar de hemel open om af te dalen!

De bergen zouden voor U beven.

Jesaja 63:19NBV21Open in de Bijbel

Het gebed van de profeet wordt verhoord. Deze subtiele verwijzing veronderstelt een gedegen kennis van de Schrift! Vervolgens vertelt Marcus ook kort dat de heilige Geest op Jezus neerdaalt. Dat kunnen we opvatten als de vervulling van beloften van Jesaja, want in Jesaja 11:2 staat:

2De geest van de HEER zal op hem rusten:

een geest van wijsheid en inzicht,

een geest van kracht en verstandig beleid,

een geest van kennis en ontzag voor de HEER.

Jesaja 11:2NBV21Open in de Bijbel

En in Jesaja 42:1

1Hier is mijn dienaar, hem zal Ik steunen,

hij is mijn uitverkorene, in hem vind Ik vreugde,

Ik heb hem met mijn geest vervuld.

Hij zal alle volken het recht doen kennen.

Jesaja 42:1NBV21Open in de Bijbel

De waarde van het Oude Testament

De manier waarop Marcus schrijft, maakt een paar dingen duidelijk. Ik zei al dat hij veronderstelt dat zijn lezers een enorme kennis van de Schrift hebben. Zij moeten goed thuis zijn in het boek van Jesaja en vanwege het gebruik van de uitdrukking ‘de hemel scheuren’ terugkijken naar Jesaja 63.

Ten tweede zien we dat, hoewel Jezus een grote vernieuwer is, die ons God op een nieuwe manier leert kennen, Hij toch helemaal niet los staat van Gods eerdere openbaring zoals die in het Oude Testament is overgeleverd. Veel van de vernieuwing en verdieping die Jezus brengt, was al voorzien door Gods profeten.

En ten derde blijkt maar weer eens dat wij als kerk het Oude Testament permanent nodig hebben.

Dr. Pieter J. Lalleman is schrijver, nieuwtestamenticus en predikant van de Baptistengemeente in Knaphill, Surrey, Groot-Brittannië. 

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons