10 Bijbelteksten voor als je bang bent
Ken je het gevoel dat de wereld op je af lijkt te komen en niets meer zeker lijkt? Het zweet staat in je handen, je hart slaat onregelmatig, je slaapt slecht en er gaan allerlei scenario’s door je hoofd. Zelfs in je eigen huis voel je je niet meer veilig. De Bijbel heeft dan een waardevolle boodschap voor je. De volgende Bijbelverzen laten zien dat ook de dapperste helden soms bang waren, maar ook dat God juist in onze angstigste momenten dichtbij is.
Doodsbang
Lees maar mee in Psalm 6. Volgens het opschrift is deze psalm geschreven door David – de koning die als jongeman met een slinger en een paar stenen op de reus Goliat was afgestapt (1 Samuel 17). Maar hier lezen we juist over angst, doodsangst zelfs:
Heb erbarmen, HEER , want ik kwijn weg.
Psalm 6:3
Genees mij, HEER , ik ben doodsbang.
De schrijver voelt zich bedreigd, door mensen die hem kwaad willen doen, maar ook door God. Zijn ogen zijn gezwollen omdat hij niet kan stoppen met huilen. Maar in vers 9 verandert er iets. God luistert, dat weet de schrijver zeker, en ineens is niet langer hij degene die bang is:
De HEER hoort mijn roep om erbarmen,
Psalm 6:10-11
de HEER neemt mijn smeekbede aan.
Beschaamd en doodsbang keren mijn vijanden om,
in een oogwenk met schande bedekt.
Ander perspectief
In 2 Koningen lees je een verhaal waarin precies gebeurt waar Psalm 6 mee eindigt. De profeet Elisa is in de stad Dotan, die op dat moment omsingeld wordt door een groot leger van Arameeërs. Elisa’s dienaar vraagt zich wanhopig af hoe dat ooit goed kan komen. Maar Elisa ziet meer dan hij:
Elisa antwoordde: ‘Wees niet bang, wij zijn met meer dan zij.’ En hij bad: HEER, open zijn ogen en laat het hem zien.’ De HEER opende Elisa’s knecht de ogen, en toen zag hij dat de heuvels vol stonden met paarden en wagens van vuur, die Elisa omringden.
2 Koningen 6:16-17
Ook in een donker dal
Zo geeft de aanwezigheid van God de Bijbelschrijvers moed, hoe gevaarlijk of naar hun situatie ook is. Dat benadrukken ook de geliefde woorden uit Psalm 23:
Al gaat mijn weg
Psalm 23:4
door een donker dal,
ik vrees geen gevaar,
want U bent bij mij,
uw stok en uw staf,
zij geven mij moed.
Zwak/sterk
Helaas loopt het ook in de Bijbel niet altijd met een sisser of zelfs een wonder af. Dat heeft Paulus aan den lijve ervaren, toen hij worstelde met enorme pijn:
Drie keer heb ik de Heer gesmeekt om mijn pijn weg te nemen. Maar de Heer zei tegen mij: ‘Ik ben goed voor je, meer heb je niet nodig. Want alleen iemand die zwak is en lijdt, kan aan iedereen laten zien hoe machtig ik ben.’ […] Daarom ben ik blij als mensen mij beledigen of me gevangen willen nemen. Ik ben blij als ik in moeilijkheden kom en het zwaar heb. Want zo wil Christus zijn macht laten zien. Juist doordat ik zwak ben, ben ik sterk!
2 Korintiërs 12:8-10
Zakte Paulus de moed dan niet in de schoenen door de onophoudelijke pijn? Was hij niet bang voor alle narigheid die hem kon overkomen? Vast wel! Maar hij had ook ervaren dat God juist in onze moeilijkste momenten iets van zijn grootheid kan laten zien.
Samenzwering?
Samenzweringstheorieën iets van deze tijd? Welnee, ook in de tijd van Jesaja waren er al geruchten over mensen die uit waren op kwaad. In een tijd waarin het volk van Juda zich van alle kanten bedreigd voelde, en waarin de leiders liever veiligheid zochten bij buitenlandse heersers dan bij de God van Israël, houdt de profeet het volk deze les voor:
‘Noem niet alles een samenzwering wat zij een samenzwering noemen. Wees niet bang voor wat hun angst aanjaagt, heb er geen ontzag voor. Alleen de HEER van de hemelse machten is heilig, voor Hem zijn angst en ontzag op hun plaats.’
Jesaja 8:12-13
Door de angst heen
Als er Iemand wist hoe machtig God is, was het Jezus. Toch is ook Hij bang in de dagen voor zijn gevangenneming en dood. Maar Hij kiest ervoor om door de angst heen te gaan, uit liefde voor de mensen voor wie Hij was gekomen:
‘Nu ben ik doodsbang. Wat moet ik zeggen? Vader, laat dit ogenblik aan mij voorbijgaan? Maar hiervoor ben ik juist gekomen.’
Johannes 12:27
Later, tijdens de laatste maaltijd met zijn leerlingen, zet Jezus zijn eigen angst opzij en spreekt zijn leerlingen moed in:
Jezus zei tegen zijn leerlingen: ‘Wees niet bang. Vertrouw op God, en vertrouw op mij. In het huis van mijn Vader is plaats voor veel mensen. Daar mag je op vertrouwen. Want ik heb gezegd dat ik wegga om voor jullie een plaats klaar te maken.’
Johannes 14:1-2
Kiezen voor vertrouwen
Het lijkt misschien makkelijk gezegd, ‘vertrouw op God’, alsof alles wat ons angstig maakt dan zomaar verdwijnt. Maar kiezen voor vertrouwen kan ook als ons gevoel schreeuwt dat alles de verkeerde kant op gaat:
Banden van de dood omknelden mij,
Psalm 116:3-4
angsten van het dodenrijk grepen mij aan,
ik voelde angst en pijn.
Toen riep ik de naam van de HEER:
‘HEER, red toch mijn leven!’
[…]
Ik mag wandelen in het land van de levenden
onder het oog van de HEER.
Ik bleef vertrouwen, ook al zei ik:
‘Ik ben diep ongelukkig.’, 9-10
Nieuwe moed
Zo kijken de Bijbelschrijvers naar hun angst. Die is reëel. Ze roepen het uit naar God met die angst. Ze blijven spreken, en als dat niet meer lukt, weten ze dat Gods Geest voor hen bidt, ‘beter dan een mens ooit zou kunnen’ (Romeinen 8:26
U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen te worden – door Hem roepen wij God aan met ‘Abba, Vader’. De Geest zelf verzekert onze geest dat wij Gods kinderen zijn.
Romeinen 8:15