Wat zegt de Bijbel over hoop?
Iedereen hoopt weleens ergens op. Op mooi weer tijdens de vakantie, op een overwinning bij een wedstrijd of op een goede afloop van een zware operatie. In de Bijbel lees je ook nog over een ander, fundamenteler soort hoop: de hoop dat ondanks alles wat ons overkomt, ons leven niet uit Gods hand valt.
Hoop, geloof en liefde
In de brief aan de Hebreeën is hoop een belangrijk thema. Hoop wordt daar vergeleken met een anker dat mensen een vast oriëntatiepunt voor hun leven biedt (Hebreeën 6:19). Het geeft een vaste grond. Hoop is dan heel nauw verbonden met geloof
Voorbeeldig geloof
In de eerste brief aan de Korintiërs legt de apostel Paulus een verband tussen hoop, geloof en liefde. Hij vertelt dat de belangrijkste van deze drie de liefde is (1 Korintiërs 13:13). Maar dat betekent niet dat geloof en hoop onbelangrijk zijn. Liefde helpt juist om te geloven en te hopen (1 Korintiërs 13:7).
Hopen op God
In de Bijbel zijn hoop en verwachting nauw verbonden met God. Mensen geloven en vertrouwen dat God hen kent en naar hen omziet. Daarom vestigen ze in moeilijke situaties hun hoop op God:
Mensen stellen in de Bijbel hun hoop op God en Jezus. Deze hoop gaat samen met de verwachting dat het aardse leven niet ophoudt, maar dat er meer is. De dood en de opstanding van Jezus geven hoop dat wij zelf ook uit de dood op zullen staan.
Hopen tegen beter weten in
Soms kun je hopen tegen beter weten in. Je kun op iets hopen waarvan de kans klein is dat het ooit zal gebeuren. Maar de hoop op iets dat menselijkerwijs niet kan, wordt soms toch vervuld.
