De geloofwaardigheid van het evangelie en zijn verkondigers als sleutel tot het boek Handelingen
In dit artikel zet ik uiteen dat Lucas in zijn boek Handelingen laat zien dat het evangelie over Jezus Christus geloofwaardig is, en dat de apostelen die die leer overal verkondigen, betrouwbare getuigen van dit evangelie zijn. Als we deze rode draad in De Handelingen van de apostelen te pakken hebben, zien we het doel dat Lucas voor ogen heeft, en zien we waarom hij de verhalen in Handelingen vertelt zoals hij ze vertelt.
Daarbij ga ik mee met de traditie die Lucas als de auteur van ‘zijn’ evangelie en Handelingen noemt – hoewel de auteur van deze twee Bijbelboeken zichzelf nergens in zijn geschriften identificeert. Ook veronderstel ik de breed aanvaarde opvatting dat het Evangelie volgens Lucas en Handelingen door dezelfde auteur zijn geschreven.
Het dubbele begin
Het is de bedoeling van Lucas om zijn lezers ergens van te overtuigen. Dat wordt duidelijk als we de inleidingen tot het Evangelie volgens Lucas en het begin van Handelingen naast elkaar leggen. De inleiding van Handelingen is kort:
Jezus opgenomen in de hemel
Wat we hieruit kunnen opmaken is dat Handelingen zonder meer het vervolg is op het evangelie. We kunnen er dan ook vanuit gaan dat de bedoeling die Lucas had met zijn eerste boek, ook geldt voor zijn tweede boek. Over die bedoeling spreekt Lucas zich helder uit in Lucas 1:4. Voor de volledigheid volgt hier de hele opening van het evangelie:
Proloog
In dit laatste vers maakt Lucas duidelijk dat het zijn doel is om zijn Theofilus en ook verdere lezers te ‘overtuigen van de betrouwbaarheid’ van de zaken waarin zij onderricht zijn. Dat zijn allereerst de zaken die Jezus betreffen, maar vervolgens ook alles wat er na de hemelvaart van Jezus is gebeurd. Als een meesterlijke verteller past Lucas vervolgens in zijn twee boeken het principe show, don’t tell toe. Hij houdt geen betoog dat het evangelie en zijn verkondigers betrouwbaar en geloofwaardig zijn, maar hij laat dit zien door de verhalen die hij vertelt te vertellen zoals hij ze vertelt.
Getuigen
Betrouwbaarheid en geloofwaardigheid hangen samen als twee kanten van dezelfde medaille. De klassieke retorica onderscheidt in logos, ethos en pathos. Logos gaat over de inhoud: is wat er gezegd wordt geloofwaardig? Ethos gaat over de spreker: is de spreker betrouwbaar als getuige van deze logos? En pathos gaat over de emotie, de beweging of de transformatie die de spreker overbrengt op de hoorder. Ook Lucas zet deze drie middelen in. Hij laat in een krachtig en soms meeslepend verslag (pathos) zien dat inhoud van de leer van de apostelen geloofwaardig is (logos), en dat de apostelen zelf betrouwbaar zijn (ethos). Zo wil hij bij zijn lezers, en bij Theofilus in het bijzonder, bereiken dat ze zelf overtuigd raken van de betrouwbaarheid van alles waarin ze onderricht zijn.
Steeds laat Lucas daarbij zien dat deze nieuwe beweging van de christenen (Hand. 11:26) inderdaad van God afkomstig is (Hand. 5:29). Zijn Geest, die door Christus gegeven is (Hand. 2:33), waakt over de voortgang van het evangelie (Hand. 28:31). De apostelen blijven in alle omstandigheden standvastig, ook bij gerechtelijke vervolging en de dreiging van bestraffing. Ze zijn zelfs bereid om voor deze waarheid hun leven af te leggen. Daarmee zijn zij betrouwbare getuigen van deze nieuwe leer.
Geloofwaardig: voor wie?
Maar de vraag dringt zich op: voor wie moet het evangelie dan geloofwaardig zijn? Op welk groter lezerspubliek richt Lucas zich via de persoon van Theofilus? Een belangrijke sleutel daarvoor is de arrestatie van Paulus op het tempelplein in Jeruzalem, waarover we lezen in Handelingen 21 en 22. Deze arrestatie leidt tot het eindspel in het boek Handelingen; vanaf dat moment is Paulus steeds in hechtenis. Bij deze arrestatie worden er gaandeweg drie dingen onthuld over de identiteit van Paulus.
In de eerste plaats blijkt dat hij vloeiend Grieks spreekt, omdat hij een Jood uit een Griekse stad is (Hand. 21:37-39). In de tweede plaats, dat hij ook vloeiend Hebreeuws spreekt (21:40) en onderwijs heeft gekregen van de Joodse schriftgeleerde Gamaliël (22:3). En ten derde dat hij al vanaf zijn geboorte het Romeinse burgerrecht bezit (22:28). Paulus is dus Jood, Griek en Romein tegelijk. Als geen ander is hij dan ook in staat om de brug te slaan tussen deze drie manieren van zijn, deze drie identiteiten.
Maar wat nu als deze drievoudige identiteit niet alleen iets zegt over wie Paulus is, maar ook over het publiek dat Lucas met zijn geschriften wil bereiken? Als we Handelingen goed lezen en Lucas’ verhalen volgen, dan ontdekken we dat Lucas aantoont dat het evangelie geloofwaardig is zowel voor Joden, Grieken als Romeinen en de verkondigers van deze leer voor al deze drie groepen betrouwbaar zijn.
De Joden en de Schriften
Wat maakt dat het evangelie en zijn verkondigers voor Joden geloofwaardig zijn? Lucas laat steeds weer zien dat de vroomheid van de apostelen een door en door Joodse vroomheid is. Het is een vroomheid die gericht is op de tempel in Jeruzalem (Hand. 2:46; 3:1; 5:12, 41; 21:26-27; vgl. het evangelie van Lucas dat begint én eindigt in de tempel), die zich kenmerkt door een eenvoudige en herkenbaar Joodse levensstijl (Hand. 4:32-35; 15:29; 16:20-21), en die zich in principe wil onderwerpen aan het Joodse gezag (Hand. 5:41; 23:5).
En bovenal beklemtoont Lucas dat het evangelie, de leer over Jezus Christus, geheel in lijn ligt met de Tenach, dat de dood en opstanding van Jezus Christus dáárvan de vervulling is (Luc. 24:27; Hand. 2:14-36; 7:1-53; 13:16-40). Daarom ontstaat er overal waar het evangelie verkondigd wordt ‘gedoe’, maar niet in Berea: daar lezen de Joden de Schriften erop na, en komen ze tot de conclusie dat wat de apostelen over Jezus Christus verkondigen daadwerkelijk klopt (Hand. 17:11-12).
Niet nieuw
Daarmee komen we op een ander belangrijk punt. Want Lucas laat nadrukkelijk zien dat de komst van Jezus en de gebeurtenissen na zijn hemelvaart een voortzetting zijn van de geschiedenis waarover we lezen in de Joodse Schriften. Daarmee laat hij zien dat de leer van de apostelen niet nieuw is, maar juist hele oude papieren heeft. Lucas volgt hiermee dezelfde strategie als bijvoorbeeld Josephus. Na de Joodse opstand (66-70 n.Chr.) die Josephus nauwkeurig beschreven heeft, schrijft hij het boek De Joodse oudheden, waarmee hij aantoont dat het Jodendom hele oude papieren heeft. Hij moest de Joden ook wel verdedigen, omdat ze na de Joodse opstand nogal onder vuur lagen. Een goede manier om het aanzien van het Jodendom te vergroten is door te laten zien hoe oud het is.
Ouderdom is voor zowel Grieken als Romeinen een belangrijk element bij de waardering van religies. Zij hadden namelijk een hekel aan alles wat nieuw was op dat gebied. Socrates was in 399 v.Chr. veroordeeld omdat hij nieuwe goden zou hebben gepropageerd. In 186 v.Chr. hadden de Romeinen de cultus van Dionysus verboden, omdat het toen voor hen een nieuwe religie was, en als ondermijnend werd gezien voor de Romeinse religie. Op het moment dat er dus apostelen de wereld over trekken om het evangelie van Jezus Christus te verkondigen, is het gevaarlijk om het nieuwe hiervan te benadrukken. Vandaar dat Lucas alle moeite doet om de continuïteit te benadrukken tussen de nieuwe leer van de christenen en de Joodse geschiedenis, waarvan Josephus de oudheid al had aangetoond.
De Grieken en de wijsheid
De bekende toespraak van Paulus op de Areopagus (Hand. 17:16-34) speelt ook in op het thema van nieuwheid. Paulus pareert het verwijt van het verkondigen van vreemde goden (17:18) met het argument dat deze God niet vreemd en ver weg is, maar juist dichtbij eenieder van ons (17:27), en dat dit geen nieuwe leer is, maar dat zelfs Atheense dichters al over Hem hebben gesproken (17:28). Zo laat Lucas zien dat het evangelie en zijn boodschappers goed in staat zijn om in het discours van de Griekse filosofie mee te gaan en daarin subtiele onderscheidingen kunnen aanbrengen: de Atheense dichters zelf stellen dat wij uit God voortkomen (17:28), maar dan moeten we bij God niet denken aan beelden van hout of steen, alsof God uit mensenhanden voortkomt (17:29), zegt Paulus. De leer die Paulus verkondigt is voor enkele van de prominente Atheense filosofen zo geloofwaardig dat zij zich bij deze nieuwe beweging aansluiten (17:34). Dit is een ongekend succes: ook voor weldenkende en welwillende Grieken blijkt het evangelie geloofwaardig en zijn boodschappers betrouwbaar te zijn!
De Romeinen tegen opstand
Aan niets hadden de Romeinen zo’n hekel als aan opstand, en dan in het bijzonder aan opstand tegen de keizer. Het probleem was dat de Joden in Judea nu net in opstand waren gekomen, waarmee ze zichzelf in diskrediet brachten – in Romeinse ogen althans. Daarom laat Lucas niet alleen de continuïteit zien tussen het nieuwe evangelie van Jezus Christus en de Joodse Schriften, maar benadrukt hij dat christenen zich precies op dit punt onderscheiden van de Joden. Christenen, in tegenstelling tot Joden, onderwerpen zich wel degelijk aan het Romeinse gezag. Ontmoetingen met Romeinse gezagsdragers zijn over het algemeen positief: Cornelius wordt gedoopt (Hand. 10:48), de gouverneur van Cyprus, Sergius Paulus, aanvaardt het evangelie (Hand. 13:10), de gouverneur van Achaie, Gallio, verklaart dat christenen niets tegen de Romeinse wet doen (Hand. 18:14-15), de tribuun Lysias zorgt voor een eerlijke rechtsgang tegen Paulus (Hand. 21-24), de gouverneur van Judea, Festus, verklaart Paulus onschuldig (Hand. 26:31), en Paulus zelf heeft zo’n groot vertrouwen in de Romeinse rechtsspraak, dat hij zich op de keizer beroept (Hand. 25:11). Omdat het evangelie en zijn verkondigers zich aan het gezag van Rome onderwerpen, is er voor Romeinen niets op tegen om deze leer aan te nemen.
Alternatieve lezingen
Kun je het boek Handelingen ook anders lezen? Natuurlijk kun je Handelingen ook op andere manieren lezen. Je kunt het lezen als een boek over de werking van de Heilige Geest, of als de eerste kroniek over het ontstaan van de kerk, of als biografie van Paulus die ons helpt om zijn brieven beter te begrijpen. Op al deze manieren kan het lezen van het boek Handelingen vruchtbaar zijn. Alleen, als we echt willen begrijpen wat Lucas doet en bedoelt in het boek Handelingen, dan kunnen we het beste kijken naar alle subtiele manieren waarop Lucas ons van de geloofwaardigheid van het evangelie overtuigt, en waarop hij de boodschappers van dit evangelie als bij uitstek betrouwbaar neerzet.
Dr. Wilbert Dekker is predikant van de Westerkerk (PKN) te Kampen. Hij studeerde theologie in Utrecht, Hebreeuws in Oxford en promoveerde in 2024 aan de Rijksuniversiteit Groningen op een onderzoek naar de rechtszaken in Handelingen.
Bronvermelding
Wilbert Dekker, 'De geloofwaardigheid van het evangelie en zijn verkondigers als sleutel tot het boek Handelingen' in: Met Andere Woorden 44/online (8 april 2025), debijbel.nl.
