Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Marcus 10:32-45 – Preekinspiratie

Deze passage in de NBV21

Op weg naar Jeruzalem

32Ze waren onderweg naar Jeruzalem en Jezus liep voor hen uit; de leerlingen waren ongerust en ook de mensen die hen volgden waren bang. Hij nam de twaalf weer apart en vertelde hun wat Hem zou overkomen: 33‘We zijn nu op weg naar Jeruzalem, waar de Mensenzoon zal worden uitgeleverd aan de hogepriesters en de schriftgeleerden, die Hem ter dood zullen veroordelen en Hem zullen uitleveren aan de heidenen. 34Ze zullen de spot met Hem drijven en Hem bespuwen en Hem geselen en doden, maar na drie dagen zal Hij opstaan.’

35Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeüs, kwamen bij Hem en zeiden: ‘Meester, we willen dat U voor ons doet wat we U vragen.’ 36Hij vroeg hun: ‘Wat willen jullie dan dat Ik voor je doe?’ 37Ze zeiden: ‘Wanneer U heerst in uw glorie, laat een van ons dan rechts van U zitten en de ander links.’ 38Maar Jezus zei tegen hen: ‘Jullie weten niet wat je vraagt. Kunnen jullie de beker drinken die Ik moet drinken of de doop ondergaan die Ik moet ondergaan?’ 39‘Ja, dat kunnen wij,’ antwoordden ze. Toen zei Jezus tegen hen: ‘Jullie zullen de beker drinken die Ik zal drinken en de doop ondergaan die Ik zal ondergaan, 40maar wie er rechts of links van Mij zal zitten, kan Ik niet bepalen, die plaatsen behoren toe aan hen voor wie ze zijn bestemd.’

41Toen de andere leerlingen hiervan hoorden, namen ze het Jakobus en Johannes kwalijk. 42Jezus riep hen bij zich en zei tegen hen: ‘Jullie weten dat de volken onderdrukt worden door hun eigen heersers en dat hun leiders hun macht misbruiken. 43Zo mag het bij jullie niet gaan. Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, moet dienaar van de anderen zijn, 44en wie van jullie de eerste wil zijn, moet slaaf van de anderen zijn, 45want ook de Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen.’

Marcus 10:32-45NBV21Open in de Bijbel

Waar gaat het om in dit gedeelte?

Bekijk

met Jan Scheele-Goedhart, predikant (PKN) te Vijfhuizen

Blijf op de hoogte

Wil je een seintje ontvangen wanneer er nieuw materiaal online staat?

Ter inspiratie: De laatste willen zijn

Jezus’ leerlingen maken zichzelf graag groot. Eerder in ditzelfde hoofdstuk doen ze dat door mensen te verbieden kinderen bij Jezus te brengen. Ze berispen deze mensen, een werkwoord dat ook gebruikt wordt wanneer Jezus demonen uitdrijft en bestraffend toespreekt. Dat zegt wel iets over hoe groot de leerlingen zich maken. Alleen doen ze dat niet tegenover kwade machten, maar tegenover mensen die kinderen bij Jezus willen brengen … En in het hoofdstuk hiervoor vertelt Marcus hoe de leerlingen onderweg met elkaar discussiëren over wie van hen de belangrijkste is. Tegen wie moeten ze echt opkijken, wie is onder hen ‘de grootste’?

Keer op keer maakt Jezus duidelijk dat het bij God zo niet werkt. Hij zet wat wij mensen normaal vinden op z’n kop. Kijk niet op tegen de groten, zegt Jezus, maar zet de kleinen en de kwetsbaren centraal. Wie naar menselijke normen voorop gaan, gaan wat God betreft juist achterop.

Het is heel menselijk om te veronderstellen dat de situatie nu en die in Gods wereld in elkaar verlengde liggen. Wij denken: als je wilt dat God onder de indruk van je is, dan volgt dat uit dat mensen nu van je onder de indruk zijn, om je succesvolle leiderschap, je grote kwaliteiten, of juist je opofferingsgezindheid. De les die Jezus ons leert is steeds: pas als je je aanzien onder mensen opgeeft en niet meer najaagt kun je je gaan gedragen op een manier die je aanzien geeft bij God. Het gaat niet samen op. Terwijl dat juist wel onze neiging is dat te veronderstellen. Evengoed in de kerk, waar we leiders en grote theologen op een voetstuk zetten.

Dit blijkt dus een hele taaie les om te leren.  In onze passage komen de broers Jakobus en Johannes bij Jezus. Ze worden op een andere plek ook wel ‘de zonen van de donder’ genoemd, niet voor een kleintje vervaart! Ook nu zijn ze voortvarend en komen ze bij Jezus om de belangrijkste plekken op te eisen voor henzelf in wat we Gods/Jezus’ ministerraad zouden kunnen noemen. De andere leerlingen zijn heel boos als ze hier van horen. Maar waarom precies? Omdat ze het hen niet gunnen. Ze lijken vooral kwaad over het feit dat ze niet zelf op dit idee zijn gekomen …

Jezus maakt opnieuw duidelijk dat het onder zijn volgelingen er zo niet aan toe kan gaan. Er zijn geen ereplaatsen te verdelen als prijs voor je inzet, zelfs al geef je je leven voor de goede zaak. De manier waarop leiders overal ter wereld macht uitoefenen mag voor de christenen géén voorbeeld zijn. Wie in de christelijke gemeenschap leider wil zijn moet zichzelf juist niet groot maken, maar bereid zijn de minste te willen zijn.

Leiderschap draait niet om jezelf, maar gaat 100% om het dienen van anderen. Zoals het Jezus niet om Hemzelf te doen is, maar Hij zichzelf helemaal geeft om anderen vrij te maken. Die omkering proberen in praktijk te brengen, vraagt in dit leven misschien wel steeds herhaalde bekering tot de weg van Jezus. Steeds weer ervoor kiezen de laatste te willen zijn.

Meer weten?

Op deze pagina vind je aantekeningen bij de tekst en achtergrond informatie, zoals over de opbouw en context van de brief.

In dit verdiepend artikel wordt ingegaan op de rol van macht in dit hoofdstuk.

Hier lees je deze tekst in verschillende vertalingen.

En wanneer je een Plus-account hebt, vind je hier de passage in verschillende vertalingen met aantekeningen (tip: zet bij ‘Persoonlijk’ ‘Toon voetnoten’ en ‘Toon verwijzingen’ aan).

Op deze pagina:

... vind je in video-vorm, podcast en tekst inspiratie voor de preek verbonden aan de kern van dit Bijbelgedeelte.

In deze passage proberen twee van Jezus’ leerlingen een ereplaats voor zichzelf te regelen. Jezus maakt echter opnieuw duidelijk dat het er onder zijn volgelingen anders aan toegaat dan wat bij mensen als normaal geldt: wie belangrijk wil zijn, moet zichzelf juist in dienst van anderen stellen.

Je vindt op deze pagina ook links naar meer achtergrondinformatie bij deze passage. Dit alles helpt je om een goed onderbouwde en inspirerende preek te maken die ingaat op actuele vragen.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons