Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Marcus 10:13-31 – Preekinspiratie

Deze passage in de NBV21

Marcus 10

Het koninkrijk van God binnengaan

13De mensen probeerden kinderen bij Hem te brengen om ze door Hem te laten aanraken, maar de leerlingen berispten hen. 14Toen Jezus dat zag, wond Hij zich erover op en zei tegen hen: ‘Laat de kinderen bij Me komen, houd ze niet tegen, want het koninkrijk van God behoort toe aan wie is zoals zij. 15Ik verzeker jullie: wie niet als een kind het koninkrijk van God ontvangt, zal er zeker niet binnengaan.’ 16Hij nam de kinderen in zijn armen en zegende hen door hun de handen op te leggen.

17Toen Hij zijn weg vervolgde, kwam er iemand naar Hem toe die voor Hem op zijn knieën viel en vroeg: ‘Goede meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?’ 18Jezus antwoordde: ‘Waarom noemt u Mij goed? Niemand is goed, behalve God. 19U kent de geboden: pleeg geen moord, pleeg geen overspel, steel niet, leg geen vals getuigenis af, bedrieg niemand, toon eerbied voor uw vader en uw moeder.’ 20Toen zei de man: ‘Meester, sinds mijn jeugd heb ik me daaraan gehouden.’ 21Jezus keek hem liefdevol aan en zei tegen hem: ‘Eén ding ontbreekt u: ga naar huis, verkoop alles wat u hebt en geef de opbrengst aan de armen, dan zult u een schat in de hemel bezitten; kom daarna terug en volg Mij.’ 22Maar de man werd somber toen hij dit hoorde en ging terneergeslagen weg; hij had namelijk veel bezittingen.

23Jezus keek de kring rond en zei tegen zijn leerlingen: ‘Wat is het moeilijk voor rijken om het koninkrijk van God binnen te gaan.’ 24De leerlingen schrokken van zijn woorden. Maar Jezus zei nog eens uitdrukkelijk: ‘Kinderen, wat is het moeilijk om het koninkrijk van God binnen te gaan: 25het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke om het koninkrijk van God binnen te gaan.’ 26Nu waren ze nog meer ontzet, en ze zeiden tegen elkaar: ‘Wie kan er dan nog gered worden?’ 27Jezus keek hen aan en zei: ‘Bij mensen is dat onmogelijk, maar niet bij God, want bij God is alles mogelijk.’ 28Petrus nam het woord en zei: ‘Maar wij hebben alles achtergelaten om U te volgen!’ 29Jezus zei: ‘Ik verzeker jullie: iedereen die broers of zussen, moeder, vader of kinderen, huis of akkers heeft achtergelaten omwille van Mij en het evangelie, 30zal het honderdvoudige ontvangen: in deze tijd broers en zussen, moeders en kinderen, huizen en akkers, al zal dat gepaard gaan met vervolging, en in de tijd die komt het eeuwige leven. 31Vele eersten zullen de laatsten zijn en vele laatsten de eersten.’

Marcus 10:13-31NBV21Open in de Bijbel

Waar gaat het om in dit gedeelte?

Bekijk

met: Marlon Winedt, voorganger op Curaçao en vertaalconsulent

Blijf op de hoogte

Wil je een seintje ontvangen wanneer er nieuw materiaal online staat?

Ter inspiratie: De controle uit handen geven

In onze tekst heeft Jezus twee ontmoetingen en de manier waarop ze beginnen, zegt al heel veel. De mensen die kinderen bij Jezus proberen te brengen worden tegengehouden, de rijke man krijgt vrije doorgang. De kinderen en hun begeleiders horen we niet spreken in de tekst. De rijke man heeft zijn woordje klaar. Het contrast is groot.

Jezus’ houding is echter dezelfde: de rijke is net zo welkom als de kinderen. Nu kennen we Jezus als iemand die heel kritisch is op de macht van het geld. Dat komt in allerlei uitspraken terug. De bekendste zijn ‘je kunt niet God dienen en de mammon’, en de uitspraak in onze tekst over de kameel en het oog van de naald. Toch staat Jezus niet negatief tegenover de rijke man, maar liefdevol. Hij moedigt hem aan om de laatste stap te zetten die hem nog scheidt van Gods koninkrijk: afstand doen van zijn bezit. Daarop gaat de man somber naar huis, dat offer is hem te groot.

Het is niet zo dat rijkdom volgens Jezus per definitie fout is, maar dat geld o zo makkelijk tussen jou en God komt te staan, omdat geld je wijsmaakt dat je onafhankelijk bent. De rijke man leeft helemaal volgens Gods regels. Maar Jezus laat zien dat zijn rijkdom hem in de weg zit: hij wil zelf de touwtjes in handen houden. Terwijl alleen wie zich afhankelijk weet van God zichzelf ook helemaal kan geven.

Dat laat de ontmoeting met de kinderen zien. De leerlingen willen die kinderen bij Jezus vandaan houden, want kinderen tellen niet mee. In Jezus’ tijd hadden kinderen een lage sociale status, net als zieke of mismaakte mensen. Ze zijn kwetsbaar en afhankelijk. Het is daarom niet eervol voor een meester zoals Jezus om je met kinderen in te laten – net zo min als met onreine mensen, tollenaars of hoeren.

Jezus gaat niet mee in wat zijn leerlingen eervol vinden. Hij identificeert zich met de minst belangrijke mensen (9:37) en maakt duidelijk dat Gods koninkrijk er juist voor hen is (10:14). Het is dan ook niet voor niets dat Hij de kinderen aanraakt (zoals Hij zieken aanraakt), de handen oplegt en zegent. Binnengaan in Gods nieuwe wereld is geen vanzelfsprekendheid. Net zoals het moeilijk is voor rijke mensen, is het moeilijk voor mensen die prat gaan op macht en op status.

Om jezelf aan God te kunnen toevertrouwen moet je afstand doen van alles wat je groot maakt in de ogen van de wereld. Je positie, je status, je bezit. Hoewel de positie van kinderen in onze tijd, in zowel gezin als samenleving, fundamenteel anders is dan in de tijd van Jezus, is de les niet moeilijk te begrijpen. Juist de dingen waaraan je de meeste zekerheid ontleent in deze wereld, die je het idee van controle geven, kunnen je relatie met God ondermijnen. Je kunt je alleen helemaal toevertrouwen aan God als je daadwerkelijk ervaart en beseft dat je Hem nodig hebt.

Meer weten?

Wil je op het gebied van exegese gelijk meer weten over deze passage?

Op deze pagina vind je aantekeningen bij de tekst en achtergrond informatie, zoals over de opbouw en context van de brief.

In dit verdiepend artikel wordt ingegaan op de rol van macht in dit hoofdstuk.

Hier lees je deze tekst in verschillende vertalingen.

En wanneer je een Plus-account hebt, vind je hier de passage in verschillende vertalingen met aantekeningen (tip: zet bij ‘Persoonlijk’ ‘Toon voetnoten’ en ‘Toon verwijzingen’ aan).

Op deze pagina:

... vind je in video-vorm, podcast en tekst inspiratie voor de preek verbonden aan de kern van dit Bijbelgedeelte.

In deze passage laat Jezus zien dat status en rijkdom een obstakel zijn op weg naar Gods nieuwe wereld; het zijn juist de kinderen – die in zijn tijd niet meetelden – die de weg wijzen.

Je vindt op deze pagina ook links naar meer achtergrondinformatie bij deze passage. Dit alles helpt je om een goed onderbouwde en inspirerende preek te maken die ingaat op actuele vragen.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.24.4
Volg ons