Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

2e van de Advent

Bijbel Basics

Deze zondag is de tweede van een blok met zes verhalen voor de tijd van Advent en Kerst. We lezen over het nieuwe begin dat God maakt met de komst van Johannes en Jezus.

Op deze zondag staat Lucas 1:26-38 centraal: Maria krijgt een bijzondere boodschap. Ze zal een kind krijgen: Jezus. Hij zal heel belangrijk zijn en Hij zal Zoon van God genoemd worden.

Voor de kinderen van 4-8 jaar richten we ons op wat de engel Gabriël tegen Maria zegt: God heeft haar uitgekozen voor iets moois.

Voor de kinderen van 8-12 jaar richten we ons op Maria die zegt dat ze God wil dienen. Daarmee speelt Maria een belangrijke rol bij het nieuwe begin dat God maakt.

Bekijk dit programma op Bijbelbasics.nl

Aankondiging van de geboorte van Jezus

26In de zesde maand zond God de engel Gabriël naar de stad Nazaret in Galilea, 27naar een meisje dat was uitgehuwelijkt aan een man die Jozef heette, een afstammeling van David. Ze heette Maria en ze was nog maagd. 28Gabriël ging haar huis binnen en zei: ‘Gegroet Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je.’ 29Ze schrok hevig bij het horen van zijn woorden en vroeg zich af wat die begroeting te betekenen had. 30Maar de engel zei tegen haar: ‘Wees niet bang, Maria, God heeft je zijn gunst geschonken. 31Luister, je zult zwanger worden en een zoon baren, en je moet Hem Jezus noemen. 32Hij zal een groot man worden en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en God, de Heer, zal Hem de troon van zijn vader David geven. 33Tot in eeuwigheid zal Hij koning zijn over het volk van Jakob, en aan zijn koningschap zal geen einde komen.’

34Maria vroeg aan de engel: ‘Hoe zal dat gebeuren? Ik heb immers nog geen gemeenschap met een man.’ 35De engel antwoordde: ‘De heilige Geest zal over je komen en de kracht van de Allerhoogste zal je als een schaduw overdekken. Daarom zal het kind dat geboren wordt, heilig worden genoemd en Zoon van God. 36Luister, ook je familielid Elisabet is zwanger van een zoon, ondanks haar hoge leeftijd. Ze is nu, ook al hield men haar voor onvruchtbaar, in de zesde maand van haar zwangerschap, 37want voor God is niets onmogelijk.’ 38Maria zei: ‘De Heer wil ik dienen: laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd.’ Daarna liet de engel haar weer alleen.

Lucas 1:26-38NBV21Open in de Bijbel
Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.21.9
Volg ons