Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
Bram Oudenampsen

7/10 - Een leven in dienst van God

Bijbeltekst(en)

19Verzamel voor jezelf geen schatten op aarde: mot en roest vreten ze weg en dieven breken in om ze te stelen. 20Verzamel schatten in de hemel, daar vreten mot noch roest ze weg, daar breken geen dieven in om ze te stelen. 21Waar je schat is, daar zal ook je hart zijn.

22Het oog is de lamp van het lichaam. Dus als je oog helder is, zal heel je lichaam verlicht zijn. 23Maar als je oog troebel is, zal er in heel je lichaam duisternis zijn. Als het licht in jezelf verduisterd is, hoe groot is dan die duisternis!

24Niemand kan twee heren dienen: hij zal de eerste haten en de tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan de ene en de andere verachten. Jullie kunnen niet God dienen én de mammon.

Matteüs 6:19-24NBV21Open in de Bijbel

Als je Matteüs 6:19-24 leest, lijkt het op het eerste gezicht een willekeurige verzameling uitspraken van Jezus. Maar hoe hangen al deze uitspraken nu samen?
Jezus begint met een verbod: ‘Verzamel voor jezelf geen schatten op aarde’ (6:19). Het woord ‘schatten’ wijst op de vreemde kracht die spullen hebben: ze kunnen zomaar in het centrum van ons leven komen te staan. Maar je komt wel bedrogen uit: dit soort schatten zijn maar al te vergankelijk. In plaats daarvan moeten de leerlingen van Jezus schatten in de hemel verzamelen (6:20) onvergankelijk en onaantastbaar voor slijtage of diefstal. ‘Schatten in de hemel verzamelen’ is goed Joods taalgebruik voor het doen van goede daden en God die dat – op de een of andere manier – onthoudt en bewaart. Dat is bemoedigend als je het gevoel hebt dat jouw goede daad slechts een druppel op een gloeiende plaat is.

Dan volgt ineens een vreemde stelling: ‘Het oog is de lamp van het lichaam’ (6:22). Wat bedoelt Jezus hiermee? Waarschijnlijk dit: uit een oprecht, ruimhartig leven dat iets uitstraalt (het heldere oog) blijkt dat iemand vanbinnen verlicht is en dicht bij God leeft. Omgekeerd blijkt uit een ‘troebel’ leven dat iemand vanbinnen verduisterd is en ver van God leeft. Dan is het licht in je uitgegaan.

Dat brengt ons bij de uitspraak van Jezus dat de leerlingen niet twee heren kunnen dienen. De vreemde kracht van de aardse schatten krijgt hier een naam: mammon. Het is een Aramese naam die ‘welvaart’ of ‘geld’ betekent. Dat is de grootste vijand voor Jezus’ leerlingen. Niet de duivel. Niet andere goden van de volken om hen heen. Nee, de grootste dreiging komt van geld en bezit.

Waarom vormt dit de grootste bedreiging voor Jezus’ leerlingen, denk je? In hoeverre herken je dit uit je eigen leven?

Luister naar deze aflevering

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.19.0
Volg ons