Een ontmoeting in de nacht
Bijbeltekst(en)
Johannes 2
Gesprek met Nikodemus
Johannes 3
Zo was er een farizeeër, een van de Joodse leiders, met de naam Nikodemus. Hij kwam in de nacht naar Jezus toe. Johannes 3:1-2a
De komende dagen verdiepen we ons in de ontmoeting van Jezus met Nikodemus. Een intrigerende ontmoeting: wat drijft Nikodemus om naar Jezus toe te gaan en wat gebeurt er precies in dat gesprek?
Nikodemus is niet zomaar iemand. Het verhaal speelt zich af in het centrum van de Joodse wereld, Jeruzalem tijdens het pesachfeest, en Nikodemus is een farizeeër die behoort tot de Joodse leiders. Later in het evangelie van Johannes zijn de farizeeën steeds degenen die Jezus kritische vragen stellen en Hem uiteindelijk laten arresteren. Farizeeën waren een groepering met een bepaalde visie op de uitleg van de wet, geliefd bij het volk om hun vroomheid en hun grondige kennis van de Schrift. Volgens Johannes 12:42 hadden ze veel invloed: veel leiders die in Jezus geloofden, kwamen daar niet voor uit vanwege de farizeeën.
Wanneer Nikodemus naar Jezus toe gaat, is dat niet om een twistgesprek aan te gaan of Hem op een godslasterlijke uitspraak te betrappen. Zoiets doe je in het openbaar, met omstanders als getuige van jouw overwinning en van de vernedering van de ander. Nee, Nikodemus vertegenwoordigt de ‘velen’ die tot geloof in Jezus komen omdat ze zien wat voor tekenen Hij doet. Hij verklaart dat Jezus een van God gekomen leraar is. Misschien wilde hij met Jezus samen de Schriften bestuderen, zoals rabbi’s dat onder elkaar doen.
Maar Jezus stelt de zaak op scherp. Hij weet wat er in de mens omgaat en verklaart: ‘Jullie accepteren ons getuigenis niet’ (3:11). Er zit al iets onheilspellends in het feit dat Nikodemus ’s nachts naar Jezus toe gaat. Licht en duister vormen een belangrijk contrast in het evangelie van Johannes en staat parallel aan waarheid-leugen, leven-dood, God-duivel. Wanneer Judas op weg gaat om Jezus te verraden, is het ook nacht (13:30).
Nikodemus is een ambivalent personage. Dat hij naar Jezus gaat, is een moedige stap, maar hij durft nog niet en plein public te zeggen dat Jezus een leraar is die van God is gekomen. Juist dat tweeslachtige in hem spreekt mij aan. Ik herken daar iets van mezelf in.
Herken jij ook iets van jezelf in Nikodemus? Zo ja, wat dan?