Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Geboren uit de Geest

Bijbeltekst(en)

Gesprek met Nikodemus

23Toen Jezus op het pesachfeest in Jeruzalem was, kwamen velen tot geloof in zijn naam, omdat ze de tekenen zagen die Hij verrichtte. 24Maar Jezus had geen vertrouwen in hen, omdat Hij hen allemaal kende. 25Niemand hoefde Hem iets te vertellen over de mensen, want Hij wist wat er in een mens omgaat.

1Zo was er een farizeeër, een van de Joodse leiders, met de naam Nikodemus. 2Hij kwam in de nacht naar Jezus toe. ‘Rabbi,’ zei hij, ‘wij weten dat U een leraar bent die van God gekomen is, want alleen met Gods hulp kan iemand de tekenen verrichten die U verricht.’ 3Jezus zei: ‘Werkelijk, Ik verzeker u, alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien.’ 4‘Hoe kan iemand geboren worden als hij al oud is?’ vroeg Nikodemus. ‘Hij kan toch niet voor de tweede keer de moederschoot in gaan en weer geboren worden?’ 5Jezus antwoordde: ‘Werkelijk, Ik verzeker u, niemand kan het koninkrijk van God binnengaan tenzij hij geboren wordt uit water en Geest. 6Wat geboren is uit een mens is menselijk, en wat geboren is uit de Geest is geestelijk. 7Wees niet verbaasd dat Ik zei dat jullie opnieuw geboren moeten worden. 8De wind waait waarheen hij wil; je hoort zijn geluid, maar je weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat. Zo is het ook met iedereen die uit de Geest geboren is.’ 9‘Maar hoe kan dat?’ vroeg Nikodemus. 10‘Begrijpt u dit niet,’ zei Jezus, ‘terwijl u een leraar van Israël bent? 11Werkelijk, Ik verzeker u, wij spreken over wat we weten en we getuigen van wat we gezien hebben, maar jullie accepteren ons getuigenis niet. 12Wanneer jullie Me niet geloven als Ik over aardse dingen spreek, hoe zouden jullie Me dan geloven als Ik over hemelse dingen spreek? 13Er is toch nooit iemand opgestegen naar de hemel behalve degene die uit de hemel is neergedaald: de Mensenzoon?

14De Mensenzoon moet hoog verheven worden, zoals Mozes in de woestijn de slang omhooggeheven heeft, 15opdat iedereen die gelooft, in Hem eeuwig leven heeft. 16Want God had de wereld zo lief dat Hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. 17God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gestuurd om een oordeel over haar te vellen, maar om de wereld door Hem te redden. 18Over wie in Hem gelooft wordt geen oordeel uitgesproken, maar wie niet in Hem gelooft is al veroordeeld, omdat hij niet wilde geloven in de naam van Gods enige Zoon. 19Dit is het oordeel: het licht kwam in de wereld en de mensen hielden meer van de duisternis dan van het licht, want hun daden waren slecht. 20Wie kwaad doet, haat het licht; hij schuwt het licht omdat anders zijn daden bekend worden. 21Maar wie oprecht handelt zoekt het licht op, zodat zichtbaar wordt dat God werkzaam is in alles wat hij doet.’

Johannes 2:23-3:21NBV21Open in de Bijbel

‘De wind waait waarheen hij wil; je hoort zijn geluid, maar je weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat. Zo is het ook met iedereen die uit de Geest geboren is.’ Johannes 3:8

Nikodemus is naar Jezus toe gegaan en heeft verklaard: ‘Wij weten dat U een leraar bent die van God gekomen is’ (3:2). Goedbedoeld misschien, maar het veronderstelt dat zij als farizeeën de kennis in huis hebben om te beoordelen in wie Gods kracht werkt en in wie niet. Van een dergelijke evaluatie is Jezus niet gediend. Daarom antwoordt Hij met een raadsel dat Nikodemus’ onwetendheid aan het licht brengt en uitloopt op diens vraag: ‘Hoe kan dat?’ (3:9) Daarop kan Jezus duidelijk maken wie er hier echt recht van spreken heeft: ‘Wij spreken over wat we weten en we getuigen van wat we gezien hebben, maar jullie accepteren ons getuigenis niet’ (3:11).

Het raadsel waarmee Jezus Nikodemus een toontje lager laat zingen, betreft het opnieuw geboren worden. Alleen wie opnieuw geboren wordt, kan het koninkrijk van God zien. De NBV21 vermeldt in een voetnoot dat het woord voor ‘opnieuw’ ook ‘van boven’ kan betekenen. In die dubbele betekenis zit de grap van dit gesprek. Jezus bedoelt dat je het koninkrijk van God alleen kunt binnengaan als je uit God bent geboren (1:12-13). Hij legt het in vers 5 uit als geboren worden uit water en Geest; in vers 8 laat Hij water weg en spreekt Hij over iedereen die uit de Geest geboren is. God en de Geest van God horen in het evangelie van Johannes bij de wereld van boven, van het licht, die staat tegenover de duisternis van onze werkelijkheid beneden. Maar Nikodemus vat het ‘van boven’ op als ‘opnieuw’ en stelt ietwat sullig de vraag hoe iemand terug de baarmoeder in kan om een tweede keer geboren te worden.

Met zijn kennis zal Nikodemus op deze materie geen greep krijgen. De Geest is als de wind: onnavolgbaar, onzichtbaar, maar toch krachtig in zijn uitwerking. Het ‘je weet niet’ uit vers 8 is een subtiele terechtwijzing voor het pedante ‘wij weten’ waarmee Nikodemus bij Jezus binnenkwam. Pas als hij beseft dat hij het niet weet, kan hij openstaan voor het getuigenis dat Jezus over zichzelf geeft. Alleen wie dat getuigenis aanneemt, wordt kind van God, geboren uit de Geest.

Als je kijkt naar je leven tot nu toe: ben je stelliger of juist minder stellig geworden over wat je weet? Hoe komt dat, denk je?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.18.14
Volg ons