Adam en Eva ontmoeten de aarde
Bijbeltekst(en)
Genesis 2
De tuin van Eden
Genesis 3
Tegen de mens zei Hij: ‘Je hebt geluisterd naar je vrouw, gegeten van de boom die Ik je had verboden. Vervloekt is de akker om wat jij hebt gedaan, zwoegen zul je om ervan te eten, je hele leven lang.’ Genesis 3:17
Niet alleen de slang wordt vervloekt omdat hij de mens verleid heeft en zo de relatie tussen God en mens blijvend heeft verstoord. Ook de aarde wordt vervloekt. Door toedoen van de mens rust er een vloek op. Daardoor heerst er nu vijandschap: strijd om en met de aarde, strijd tussen mensen en dieren, strijd tussen mensen onderling. De vanzelfsprekende vruchtbaarheid van de tuin is nu een gevecht met de aardbodem om te overleven.
Het klinkt heel definitief: ‘Vervloekt is de akker om wat jij hebt gedaan, zwoegen zul je om ervan te eten, je hele leven lang.’ Is er niets meer aan te doen? Toch wel, vertelt de Bijbel. Kijk naar Israël. God stelt zijn volk een vruchtbaar en overvloedig land in het vooruitzicht en een leven in symbiose met het land, dankzij het verbond. Als Israël de weg van de Thora gaat en de sabbatsorde tot zijn levenswijze maakt, zal het een gezegend leven in het beloofde land tegemoetzien. Het is een verhaal van veel vallen en soms opstaan, maar het ideaal werd nooit opgegeven. Zegen en vloek zijn in Gods hand.
Ook inwoners van het vroegmoderne Europa meenden dat de vloek die op de aarde rustte, kon worden tenietgedaan, dankzij nieuwe wetenschap en techniek. Oprecht geloofden zij dat de mens de aarde zou kunnen bevrijden van de vloek die haar getroffen had door de overtreding van het eerste mensenpaar. Eindelijk zou de mens bij machte zijn om de aarde in haar oorspronkelijke glorie te herstellen. Ruim drie eeuwen later kunnen we constateren dat dit grote herstelproject veel vooruitgang heeft gebracht, maar niet de bloei die het voor ogen had. De vooruitgang had een hoge prijs, zeker ook voor de aarde.
De weg van het verbond en de weg van de techniek – waar zet jij op in, nu de toekomst van de aarde en van ons leven daarop een steeds nijpender vraagstuk wordt?