Woorden van God, via een mens
Bijbeltekst(en)
Jeremia 1
Jeremia geroepen
Hier volgen de woorden van Jeremia (…). De heer richtte zich tot hem (…). Jeremia 1:1-2
Een opsomming van historische namen en gebeurtenissen is op het oog niet het interessantste gedeelte om te lezen. Als je je echter meer verdiept in zo’n lijst, komen er vaak zaken naar boven die van wezenlijk belang zijn om een Bijbelgedeelte of Bijbelboek te begrijpen.
Zo lees je in deze eerste verzen van het lange boek Jeremia dat er woorden van Jeremia in staan (vers 1) en wordt duidelijk dat hij een boodschapper van God is, die Gods woorden zal doorgeven (vers 2-3).
Uit de namen van koningen en de historische feiten kun je met behulp van het boek 2 Koningen inzicht krijgen in de turbulente tijd waarin Jeremia profeteert. Het deel van het land dat Israël heet (het ‘Noordrijk’), is dan al in ballingschap gevoerd door de Assyriërs, een machtig volk met een sterk leger. In het jaar waarin Jeremia wordt geroepen, in 627 voor Christus, is de macht van de Assyriërs afgenomen, maar er komt direct een nieuwe grootmacht in zicht: de Babyloniërs. Uiteindelijk zal het ‘Zuidrijk’ Juda, met Jeruzalem als hoofdstad, door deze macht worden overvallen. Dan begint de Babylonische ballingschap. Jeremia heeft dus ontzettend veel meegemaakt. Hij heeft redelijk goede tijden meegemaakt onder koning Josia, die probeerde het volk van God te laten terugkeren naar het verbond dat God door Mozes had gesloten. Hij heeft akelige tijden en vervolging beleefd onder de afvallige koning Jojakim, en ten slotte was hij erbij tijdens de laatste dagen van Jeruzalem onder de weifelende, zwakke koning Sedekia. (In 2 Koningen worden nog twee andere koningen genoemd, maar zij regeerden heel kort.)
Deze en andere historische teksten in het Oude Testament laten je zien dat God zich bekommert om zijn volk. Hij kijkt niet vanaf grote afstand naar het verloop van de geschiedenis, maar is er actief bij betrokken door zijn profeten, de boodschappers die zijn woorden doorgeven. God wil mensen ontmoeten – daar waar ze zijn. Dat geldt ook nu nog. God tilde Jeremia niet uit boven alle gedoe op aarde, maar zette hem er middenin. Met een roeping en een taak.
Kijk je met dit in je achterhoofd anders naar het nieuws?